Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf schetsen wij onze beleidsvoornemens in 2024 voor de lokale heffingen en de leges. Ook beschrijven wij de lokale belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Meer detailinformatie nemen wij op in de diverse belastingverordeningen die 19 december 2023 door uw raad worden vastgesteld.

We onderscheiden de volgende heffingen:

1. Retributies
Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten van de dienstverlening verhalen op de aanvrager die om de dienstverlening vraagt. Retributies zijn leges, gelden of heffingen. Deze zijn niet wettelijk voorgeschreven. Retributies zijn gerelateerd aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Deze mogen maximaal kostendekkend zijn.

Onze gemeente heft de volgende retributies:
• Afvalstoffenheffing• Marktgelden
• Rioolheffing• Lijkbezorgingsrechten
• Kadegelden• Overige leges en rechten

2. Belastingen
Belastingen zijn heffingen waarvan de opbrengst bestedingsvrij is. Met de ongebonden heffingen is de gemeente beperkt in het aantal belastingen dat ze mag heffen. Deze zijn limitatief genoemd in de artikelen 216 tot en met 228 van de Gemeentewet. De gemeente is, met inachtneming van de landelijke monitoring op de stijging van de onroerendezaakbelasting (ozb) en de inkomstenmaatstaf in het Gemeentefonds, vrij in de vaststelling van de hoogte van het tarief. Het ozb-tarief van gemeente Stichtse Vecht is hoger dan het landelijk gemiddelde (zie de financiële kengetallen in paragraaf Weerstandsvermogen) en valt daarmee in de landelijk voorgeschreven categorie 'meest risicovol' voor dit kengetal. Dit betekent dat gemeente Stichtse Vecht minder structurele ruimte heeft om meer ozb-inkomsten te verwerven, dan gemeenten met een tarief dat lager ligt dan het landelijk gemiddelde ozb-tarief.  De ongebonden heffingen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Onze gemeente heft de volgende belastingen:
• Onroerendezaakbelasting• Precariobelasting
• Roerende zaakbelasting• Toeristenbelasting
• Hondenbelasting• Forensenbelasting
• Parkeerbelasting

Kwijtschelding
Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen indien sprake is van het geheel of gedeeltelijk ontbreken van draagkracht. Hiervoor geldt de 100% kwijtscheldingsnorm (= bijstandsnorm). Ook kleine ondernemers kunnen kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet in aanmerking voor kwijtschelding.
Kwijtschelding is mogelijk voor de ozb-woningen in eigendom, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. De basis voor het kwijtscheldingsbeleid is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt overgegaan tot automatische kwijtschelding.

Oninbaar
In de ramingen van de opbrengsten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerendezaakbelastingen houden we er rekening mee dat een deel van de opgelegde vorderingen oninbaar zijn. Een vordering is oninbaar wanneer een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is, zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.

Retributies

Terug naar navigatie - Retributies

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2024 zijn de volgende specifieke beleidsvoornemens geformuleerd:

  • De ontwikkeling van de rioolheffingen volgt de kostenontwikkeling van de gemeentelijke rioleringsactiviteiten. De programmering van deze activiteiten is vastgelegd in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026;
  • Leges en heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn;
  • Waar mogelijk is het inflatiepercentage van 9% toegepast in de berekeningen.
  • Voor overhead wordt een opslag van 14% op de directe lasten aan de tarieven toegerekend.


Afvalstoffenheffing

Wij hebben de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening aan de gebruiker van een perceel voor de verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing is volledig kostendekkend.

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel, dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel, betalen een vast bedrag aan rioolheffing. De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken op het gebied van:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater);
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater);
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater);
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2024 is het volgende specifieke beleidsvoornemen geformuleerd:

  • Wij kiezen ervoor de gemeentelijke belastingen te verhogen met het inflatiepercentage van 9%.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2023 - 2024

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven en opbrengsten 2023 - 2024
Heffing (x € 1.000) Tarief 2023 2023 2024
Gebonden heffingen (retributies)
Afvalstoffenheffing 8.135 10.247
Eenpersoonshuishouden € 216,84
Meerpersoonshuishouden € 328,54
Rioolheffing 7.440 8.402
0 t/m 75m3 water € 185,34
76 t/m 150m3 water € 251,55
151 t/m 300m3 water € 371,86
>300m3 water, extra voor elke 100m3 water € 91,77
Kadegelden 70 77
Per dag, zonder stroom, per meter € 1,04
Per dag, met stroom, per meter € 1,35
Marktgelden 68 75
Standplaats op een warenmarkt/kraam € 9,93
Lijkbezorgingsrechten 518 590
Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Huwelijk en partnerschap 150 165
Paspoorten 18+ € 77,87 208 825
Paspoorten 18- € 58,89
Identiteitskaarten 18+ € 70,38
Identiteitskaarten 18- € 37,99
Rijbewijzen € 48,15 269 308
Overige documenten (uittreksel) 58 64
Naturalisatie 55 61
Omgevingsvergunningen 1.864 3.473
Ongebonden heffingen (belastingen)
Onroerendzaakbelasting
Eigenaren woningen 0,08371% 10.291 11.218
Eigenaren niet-woningen 0,20758% 2.072 2.259
Gebruikers niet-woningen 0,15570% 1.427 1.546
Roerende zaakbelasting
Eigenaren woningen 0,08371% 81 81
Hondenbelasting 284 311
Eerste hond € 69,85
Tweede en iedere volgende hond € 92,94
Per kennel € 166,40
Parkeerbelasting 59 64
Scheendijk-Noord, per 14 minuten € 0,21
Scheendijk-Noord per dag € 3,09
Scheendijk-Noord vergunning € 209,81
Precariobelasting 100 109
(Water)toeristenbelasting € 1,70 298 596
Forensenbelasting 0,21072% 142 151
Totaal 33.590 40.622

De genoemde tarieven zijn gebaseerd op de belastingverordeningen 2023. De tarieven van 2024 worden u op 19 december 2023 ter vaststelling aangeboden.

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

Kostendekkendheid afval en riolering
Bij het opstellen van de begroting nemen we de door uw raad vastgestelde beleidsdocumenten als uitgangspunt. Voor de rioolheffing is dit het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026. In de begroting bepalen we of de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Hierbij wordt gekeken welke uitgaven en inkomsten drukken op de producten afval en riolering. Bij de jaarstukken berekenen we achteraf of deze tarieven ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Bij een te lage kostendekkendheid doen we een beroep op de daarvoor gevormde egalisatievoorziening. Bij een kostendekkendheid boven de 100% moet het surplus in de egalisatievoorziening gestort worden. Hierdoor kunnen we grote investeringen in de toekomst opvangen zonder grote schommelingen in de tarieven.

Berekening kostendekkendheid Afvalstoffenheffing 

Kostendekkendheid 2024
Afvalstoffenheffing (x € 1.000)
Product afval:
kosten 8.049
inkomsten (excl. heffingen) -582
Netto kosten 7.467
Toe te rekenen kosten:
overhead 1.279
uren 361
straatreiniging, kwijtschelding, btw 2.067
Totaal toe te rekenen kosten 3.707
Totaal kosten 11.174
Opbrengst heffingen 10.247
Totaal kosten - opbrengsten 927
Afval
Het kostendekkingspercentage voor afval bedraagt op basis van de baten en lasten 92%.

Berekening kostendekkendheid Rioolheffing 

Kostendekkendheid 2024
Rioolheffing (x € 1.000)
Product riolering:
kosten 5.288
inkomsten (excl. heffingen) 0
Netto kosten 5.288
Toe te rekenen kosten:
overhead 899
uren 708
straatreiniging, kwijtschelding, btw 1.507
Totaal toe te rekenen kosten 3.114
Totaal kosten 8.402
Opbrengst heffingen 8.402
Totaal kosten - opbrengsten 0
Riolering
Het kostendekkingspercentage voor riolering bedraagt op basis van de baten en lasten 100% en is gebaseerd op de huidige GRP. Eventuele verschillen storten of doteren wij aan de egalisatievoorziening riolering en zijn verwerkt binnen het programma Fysiek’.

Kostendekkendheid Lijkbezorgingsrechten
Binnen onze gemeente zijn 8 gemeentelijke begraafplaatsen die wij onderhouden en exploiteren. De onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van de begraafplaatsen voor het jaar 2024. Hierin zijn de inkomsten verkregen uit onder andere grafrechten en begravingen vergeleken met de kosten voor het onderhoud, exploitatie van de begraafplaatsen en de personeelskosten (exclusief overhead). 

Kostendekkendheid 2024 Lijkbezorgingsrechten (x € 1.000)
Kosten 600
Opbrengst heffingen 600
Kostendekkendheid 100%

Kostendekkendheid Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Bij het opstellen van de begroting 2024 gaan wij voor de tarieven uit van de belastingverordening 2023. Eind 2023 publiceert het Rijk de maximale tarieven voor onder andere reisdocumenten en rijbewijzen. Dit nemen we mee bij de definitieve vaststelling van de belastingverordening 2024.

Kostendekkendheid 2024 Burgerlijke stand en documentverstrekkingen (x € 1.000)
Kosten 2.291
Opbrengst heffingen 1.436
Kostendekkendheid 62,7%

Kostendekkendheid Omgevingsvergunningen
De voor 2024 geraamde legesopbrengst Omgevingsvergunningen en de daarmee verband houdende kosten zijn geïndexeerd met 9% ter compensatie van de inflatie. Na de invoering van de Omgevingswet zal de legesopbrengst voor de omgevingsvergunningen aanzienlijk dalen. Op basis van de bekende gegevens op het moment van schrijven van deze begroting is de omvang van deze daling nog niet in te schatten.

Kostendekkendheid 2024 Omgevingsvergunningen (x € 1.000)
Kosten 3.564
Opbrengst heffingen 3.512
Kostendekkendheid 98,5%

Lokale belastingdruk

Terug naar navigatie - Lokale belastingdruk

De onderstaande tarieven zijn de voorlopige tarieven 2024. Op dit moment is de gemiddelde stijging van de WOZ-waarden nog niet bekend. Hierdoor is ter indicatie voor het ozb -tarief 2024 de gemiddelde WOZ-waarde gelijk verondersteld aan die van het voorgaande jaar. Het ozb-tarief is verhoogd met 9%, het inflatiepercentage. Tot de tariefvaststelling in de raadsvergadering van 19 december 2023 ontstaat het volgende beeld:

Lokale belastingdruk (x € 1) 2022 2023 Indicatief 2024
Gemiddelde WOZ – waarde 385.000 439.000 n.t.b.
Ozb – eigenarendeel 356,26 367,47 n.t.b.
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) 318,03 328,54 n.t.b.
Rioolheffing (tot 150 m3) 246,87 251,55 n.t.b.
Ontwikkeling lastendruk 921,16 947,56 -
% stijging t.o.v. voorgaande jaar -0,67% 2,87% n.t.b.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan in hoeverre de gemeente zelf in staat is om risico's die zij onderkent bij de uitvoering van haar taken op te vangen. De paragraaf bestaat uit een drietal onderdelen: de risico's, de weerstandscapaciteit en de financiële kengetallen.

Onder weerstandscapaciteit wordt verstaan de mate waarin de gemeente niet begrote kosten die voortkomen uit risico's, met de daarvoor beschikbare middelen kan opvangen. Aandacht voor het weerstandvermogen voorkomt dat substantiële risico’s dwingen tot extra bezuinigingen of leiden tot ongewenste bijstellingen in de uitvoering. De relatie tussen de benodigde middelen om de risico’s te kunnen opvangen (de weerstandscapaciteit) en de daarvoor beschikbare middelen wordt uitgedrukt in de ratio weerstandsvermogen. De ratio is een indicator voor de robuustheid van de begroting van de gemeente.

Naast de ratio weerstandsvermogen hanteert de gemeente ook andere kengetallen om te bepalen hoe solide de financiële positie van de gemeente is, zoals de solvabiliteit, netto schuldquote en structurele exploitatieruimte. Deze kengetallen geven de gevoeligheid van de financiële positie voor financiële ontwikkelingen aan. Omdat alle gemeenten deze kengetallen in hun begrotingen opnemen, is het ook mogelijk om de gemeenten onderling te vergelijken.

Uitgangspunten risicomanagement

Terug naar navigatie - Uitgangspunten risicomanagement

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn beschreven in de Nota herziening risicomanagementbeleid Stichtse Vecht en de Beleidsnotitie Algemene reserve. In het risicomanagementbeleid is een risico gedefinieerd als ‘een onzekere gebeurtenis die een effect kan hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente’. Risicomanagement is geen afzonderlijke activiteit, maar maakt deel uit van de (management)processen. Het is een instrument om te kunnen acteren op de risico’s die we lopen en om deze waar mogelijk beheersbaar te houden. Daartoe is het van belang een beeld van de risico’s te hebben en een inschatting te maken van zowel de omvang als de mogelijke kans dat risico's zich voor kunnen doen.

De gemeente verkrijgt inzicht in de risico’s door deze periodiek te inventariseren en mogelijke beheersmaatregelen toe te passen om de gevolgen van de risico’s te verkleinen. De geïnventariseerde risico’s worden twee keer per jaar integraal geactualiseerd. De actualisatie van de risico’s bij de begroting heeft plaatsgevonden met het laatst vastgestelde risicoprofiel uit de Jaarrekening 2022 als uitgangspunt. De uitkomst van de risico-inventarisatie gebruikt de gemeente vervolgens voor het vaststellen van het weerstandsvermogen. 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen zijn opgenomen in de Beleidsnotitie Algemene reserve. In deze notitie is vastgelegd dat het beschikbare weerstandsvermogen wordt gevormd door de Algemene reserve (AR). Binnen de Algemene reserve worden 3 schijven onderscheiden:

  • Schijf 1 geeft de minimale omvang van het weerstandsvermogen aan voor het opvangen van geïnventariseerde risico’s;
  • Schijf 2 is het deel van de AR bestemd voor het opvangen van bijvoorbeeld calamiteiten of een negatief rekeningsaldo; 
  • Schijf 3 is de vrije ruimte in de AR in het geval de AR hoger is dan de door de raad vastgestelde maximum weerstandscapaciteit. De middelen uit schijf 3 kunnen worden ingezet voor actieve (beleids)keuzes. 

Als normratio voor het weerstandsvermogen (= de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit) heeft de raad een streefnorm tussen de 1,4 en 2,0 (ruim voldoende) bepaald. 

Voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s relevant die niet op een andere manier zijn ondervangen en die financiële gevolgen kunnen hebben. Als deze risico’s zich voordoen, dan worden ze opgevangen met het weerstandsvermogen.

Voor het opvangen van risico’s uit grondexploitaties geldt een ander regime. Voor die risico’s geldt de Algemene reserve grondexploitaties eerst als weerstandscapaciteit, pas daarna wordt de Algemene reserve aangesproken. De risico’s uit grondexploitaties actualiseren we jaarlijks bij de jaarrekening met een afzonderlijke risicoanalyse. De hoofdlijnen voor de grondexploitaties zijn opgenomen in de paragraaf Grondbeleid.

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

De gemeente heeft ten behoeve van de begroting 2024 de risico's geactualiseerd. De risico-inventarisatie uit de Jaarrekening 2022 vormde daarvoor de basis. Met de geactualiseerde inventarisatie is het benodigde weerstandsvermogen bepaald. Uit de risico-inventarisatie volgen voor de begroting 2024 in totaal 50 risico’s. Deze risico’s kennen een ingeschat financieel gevolg van € 25,3 mln. Met behulp van het risicomanagementsysteem Naris is het risicoprofiel bij de begroting 2024 bepaald op € 8,50 mln. Onderstaand taartdiagram geeft aan hoe de voor de begroting 2024 geïnventariseerde risico’s over de begrotingsprogramma’s zijn verdeeld (op basis van hun aandeel in de benodigde weerstandscapaciteit):  

 

Grootste risicogebieden

Terug naar navigatie - Grootste risicogebieden

Van de drie gebieden/domeinen die qua invloed op het weerstandsvermogen het grootst in omvang zijn, lichten wij de drie risico’s met de hoogste invloed alsmede de bijbehorende beheersmaatregelen toe. Voor het totaal aan risico’s verwijzen wij naar het overzicht aan het eind van deze paragraaf.

1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s
In de bedrijfsvoering heeft de gemeente te maken met organisatorische, financiële en technische risico’s. De drie grootste geïnventariseerde risico’s op dit onderdeel zijn:

Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening
Er is sprake van kwetsbaarheid in de continuïteit van de dienstverlening door een disbalans in de capaciteit en het ambitieniveau. De afgelopen jaren hebben we als organisatie te maken met een krap bemeten formatie. Dit zorgt voor kwetsbaarheid in de continuïteit van de taken van de organisatie. Er is momenteel binnen de organisatie sprake van een krappe bezetting, een hoog verloop, een hoog ziekteverzuim en daarnaast is er sprake van een krappe arbeidsmarkt.

Beheersmaatregelen: 
De ‘Organisatievisie Stichtse Vecht – Samen verder bouwen’ omvat de strategie, doelen en het tijdspad om verder aan het fundament te bouwen. Middels o.a. het concernplan, de domein- en teamplannen wordt perspectief aan de ambtelijke organisatie geboden ten aanzien van de verdere organisatieontwikkeling. Daarnaast is in de Kadernota 2024 formatie opgenomen voor versterking van het fundament, waardoor de disbalans tussen capaciteit en ambitie verkleind kan worden. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is wel dat vacatures worden ingevuld. Hiervoor is een recruitmentplan opgesteld. Tevens draagt het actieplan inzetbaarheid bij aan het versterken van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers en dus aan het verder reduceren van (beïnvloedbaar) verzuim.
Het leiderschapsprogramma is in 2023 afgerond en heeft bijgedragen aan het equiperen van het management om in te zetten op de relatie (koesteren en waarderen van medewerkers) en de taak.

Aansprakelijkstelling (juridisch) door inwoners, instellingen of bedrijven
Beheersmaatregel: 
Voor veel situaties is de gemeente verzekerd. Voor onvoorziene situaties, situaties waarvoor we niet verzekerd zijn en/of extra kosten maken indien een juridische procedure wordt gestart is een bedrag in de risico-inventarisatie opgenomen. 

Het risico op gijzeling van informatie of systemen / cybercrime
Het beschermen en beveiligen van gegevens, systemen en in het bijzonder persoonsgegevens is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de gemeente. Het gaat om gedrag van medewerkers, het inrichten van processen en procedures en techniek. Informatiebeveiliging is een combinatie van organisatorische en technische maatregelen én de toepassing daarvan. 

Beheersmaatregelen: 

  • Samen met een externe partij stellen we een organisatiebreed bedrijfscontinuïteitsplan op. Dit plan dient als basis voor het opzetten en implementeren van bedrijfscontinuïteitsmanagement in de organisatie. Met leveranciers moeten overeenkomsten (SLA, VWO) worden afgesloten die ervoor zorgen dat de dienstverlening in overeenstemming is met het informatiebeveiligingsbeleid en wettelijke bepalingen.
  • Informatiebeveiliging en privacy is een verplicht onderdeel van onboarding bij nieuwe medewerkers. Het cluster Leren & Ontwikkelen beziet de mogelijkheden van bijvoorbeeld e-learning in een totaalpakket voor verdere bewustwording bij medewerkers.
  • Omdat de VNG de dienstverlening van GGI-veilig voortijdig heeft beëindigd, moeten we ons gaan oriënteren naar een SIEM-SOC oplossing van een andere leverancier. Verder laten we, om inzicht in status en effectiviteit van beveiligingsmaatregelen te krijgen, jaarlijks een penetratietest (pentest) uitvoeren. Dit is een test door ethical hackers waarbij ze de systemen onderzoeken op kwetsbaarheden en zwakke plekken. Ook wordt er jaarlijks een uitwijktest gedaan. We simuleren dan dat de hoofdlocatie niet meer beschikbaar is, bouwen de uitwijklocatie op en functioneel beheerders testen of hun applicaties daar werken zoals verwacht. 

Informatiebeveiliging en het invoeren van maatregelen is een continu proces. We hebben zaken ingericht, maar er blijft altijd ruimte voor verbetering.

2. Fysiek
Binnen het programma Fysiek is sprake van risico’s die samenhangen met projecten, wetgeving, klimaatverandering en technische risico’s. De drie grootste risico’s die binnen dit programma spelen, zijn:

Kunstwerken (m.n. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken
Door het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van bruggen wordt de doorstroming beperkt en zijn kernen mogelijk niet of beperkt bereikbaar.

Beheersmaatregelen: 
We voeren noodreparaties uit en voor de civiele kunstwerken is een beheerbeleidsplan 2021-2025 opgesteld. Het plan is in maart 2021 vastgesteld door uw raad. Momenteel zijn wij bezig met het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan voor de bruggen, tunnels en geluidsschermen. Op basis hiervan kunnen onderhoudscontracten aanbesteed worden. Door gebrek aan capaciteit zijn de kademuren en de beschoeiingen nog niet geïnspecteerd (2023).

Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen)
Door een gebrek aan capaciteit vanwege het bereiken van de aanbestedingsgrenzen op raamcontracten en anderzijds het ontbreken van beheerplannen voor een aantal taakgebieden in het fysiek domein, is achterstand in onderhoud in de openbare ruimte ontstaan.

Beheersmaatregelen:
In 2020 zijn de wegen opnieuw geïnspecteerd. Deze inspectie vormde de basis voor het Beheerplan wegen 2021-2024. In 2023 zijn de nieuwe aanbestedingen voor elementen en asfalt succesvol afgerond. Vanuit de methodiek voor tweejaarlijkse nieuwe inspectie zal een gewijzigde langjarige planning opgesteld worden. Uit deze inspectie zal tevens blijken of de onderhoudsachterstand groter of kleiner geworden is. Het areaal en de status van de oeverbescherming is niet inzichtelijk en zal geïnspecteerd moeten worden, op basis waarvan een beheerplan wordt opgesteld. Mogelijk is er tot na afronding daarvan sprake van risicovolle situaties bij wegen langs het water.

Kockengen Waterproof
(Financiële) risico’s die voortvloeien uit het gebiedsproces, waarbij het zowel risico's betreft die samenhangen met de technische uitvoering in de openbare ruimte als ontwikkelingen (bijv. prijsontwikkelingen) die van invloed zijn op het  project. 

Beheersmaatregelen:
Voor de risico’s binnen het project Kockengen Waterproof kent de gemeente diverse beheersmaatregelen zoals:
-    We zijn alert op de wijze van aanbesteding,
-    We maken afspraken met leveranciers over te leveren materialen,
-    We onderzoeken in afstemming met het Hoogheemraadschap mogelijkheden om vervuiling van oppervlaktewater bij bronneren te voorkomen,
-    We informeren bewoners actief over nut en noodzaak en
-    Voor het verleggen van de huisaansluitingen is er een regeling getroffen. In overleg met bewoners wordt maatwerk geboden.

3. Sociaal
Binnen het programma Sociaal is sprake van financiële en politiek-bestuurlijke risico’s. Hierbij kan worden gedacht aan imagorisico’s, bijvoorbeeld dat een zorgvoorziening niet het gewenste effect heeft of als ambities van de gemeente niet haalbaar blijken te zijn. De grootste risico’s die op het domein zijn geïnventariseerd betreffen:

Toename beroep op gemeentelijke Wmo-voorzieningen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om hen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deelnemen aan de maatschappij. De vergrijzing en het zo lang mogelijk thuis blijven wonen maken dat er een groter beroep op voorzieningen wordt gedaan. Daarnaast blijven ook de hulpmiddelen en woningaanpassingen van thuiswonende cliënten met een WLZ-indicatie de verantwoording van de gemeente. Met name dure woningaanpassingen kunnen een zware druk op het budget leggen.  Deze factoren geven een financiële druk op de beschikbare ‘open einde’ budgetten.

Beheersmaatregelen: 
We sturen op het versterken en aanspreken van eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen, tezamen met het stimuleren van de samenredzaamheid in de samenleving. Daarnaast kijken wij met onder andere het ontwikkelen van de woonzorgvisie en aanbestedingen van voorzieningen hoe we het gebruik van de Wmo waar mogelijk kunnen voorkomen of anders kunnen organiseren.

Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget BUIG 
Bijstand is een openeinderegeling. Dit kan een overschrijding van de budgetten tot gevolg hebben. Een toename van het beroep op bijstand leidt tot hogere uitkeringslasten. Gemeenten ontvangen van het Rijk een budget voor het bekostigen van bijstandsuitkeringen. Ook aanpassing van het landelijk macrobudget voor het bekostigen van deze bijstandsuitkeringen kan leiden tot hogere/lagere baten ten opzichte van de in de begroting geraamde uitkering.

Beheersmaatregelen: 
Om de risico’s te beheersen voeren wij het actieplan Stichtse Vecht Werkt! uit. Tevens zetten wij in op gerichte acties als

  • voorliggende voorzieningen en preventieve activiteiten
  • doorverwijzing naar de keten (uitzendbureaus – werk / terug naar school / startkwalificatie)
  • inzet van social return
  • intensievere samenwerking met het werkgeversservicepunt Midden-Utrecht om vraag en aanbod bij elkaar te brengen en instroom in de bijstand te voorkomen
  • preventieve activiteiten gericht op het voorkomen van instroom
  • handhaving en vergroten van uitstroom door re-integratie activiteiten
  • monitoren van ontwikkelingen in het budget. Overschrijding van de uitgaven van meer dan 10% van het budget kan gecompenseerd worden door het Rijk.
Grootste risicogebieden Financieel gevolg (€ 1.000)
(inschatting o.b.v. risico-inventarisatie)
1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s (excl. verbonden partijen) € 11.050
2. Fysiek domein (excl. verbonden partijen) € 4.600
3. Sociaal domein (excl. verbonden partijen) € 4.300
Totaal 3 grootste risicogebieden € 19.950
Overige risico’s (waarvan verbonden partijen: € 1.350.000 en grex’en € 1.000.000) € 5.350
Totaal alle risico’s € 25.300

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen

Op de geïnventariseerde risico’s voeren we een risicosimulatie uit. Deze simulatie vindt plaats, omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 25,3 mln. niet wenselijk is. De risico’s treden immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang op. Uit deze simulatie volgt dat voor 90% zeker is dat we de risico’s kunnen opvangen met een bedrag van € 8,50 mln. Dat is de benodigde weerstandscapaciteit.

De beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de Algemene reserve (AR). In de Beleidsnotitie Algemene reserve is aangegeven dat de AR drie schijven kent, die bepalen hoe de beschikbare middelen uit de AR ingezet kunnen worden. De middelen uit schijf 1 en 2 (voor het opvangen van de geïnventariseerde risico’s, calamiteiten, tegenvallers op taakstellingen en negatieve rekeningsaldi) vormen de weerstandscapaciteit van de gemeente. De door de raad vastgestelde ratio weerstandsvermogen (1,4 - 2,0) bepaalt de bandbreedte voor de weerstandscapaciteit. Op basis van de benodigde weerstandscapaciteit van € 8,50 mln. geeft dit het volgende beeld:

Weerstandscapaciteit
- schijf 1 Minimale hoogte voor opvang geïnventariseerde risico’s (1,4 x € 8,50 mln., minimumnorm) € 11.900
- schijf 2 Deel AR voor opvang calamiteiten (bijv. onderhoud bruggen), taakstellingen SD en negatief rekeningsaldo € 5.100
Maximum weerstandscapaciteit (2 x € 8,50 mln.) € 17.000

De omvang van de Algemene reserve bedraagt eind 2023 naar verwachting € 13,6 mln. , waarbij rekening is gehouden met de benodigde onttrekking voor uitvoering van de Kadernota 2024. De omvang van de Algemene reserve ligt daarmee ca. € 1,7 mln. boven de minimumnorm voor de weerstandscapaciteit. Bij de Jaarrekening 2023 zal dit bedrag bijgesteld worden met het jaarresultaat 2023.

De ratio weerstandsvermogen, de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit, bedraagt:

Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandcapaciteit = € 13,6 mln / € 8,50 mln = 1,6

Ten opzichte van de risico-inventarisatie uit de Jaarrekening 2022 is de ratio weerstandsvermogen licht afgenomen (van 1,72 naar 1,6). Deze afname hangt met name samen met de afname van de Algemene reserve ten opzichte van de Jaarrekening 2022. Daarnaast geldt dat zich in beperkte mate wijzigingen in de risico's hebben voorgedaan. Het aantal risico's en het ingeschatte financiële gevolg is weliswaar nagenoeg gelijk  gebleven ten opzichte van de Jaarrekening 2022, de samenstelling is wel gewijzigd. De nieuwe risico's kennen een andere inschatting van kans op optreden en gevolg dan de vervallen risico's. Verder is bij een aantal van de bestaande risico's de kwantitatieve inschatting (kans op optreden en/of de gevolg) bijgesteld.  Deze factoren samen maken dat het benodigde weerstandsvermogen is toegenomen en per saldo de ratio ten opzichte van de Jaarrekening 2022 is afgenomen.

De ratio voldoet met 1,6 aan de door de raad vastgestelde norm ("ruim voldoende", zie toelichting hierna).  Het weerstandsvermogen is echter geen statisch gegeven. Beleidsontwikkelingen, nieuwe projecten of besluiten beïnvloeden het risicoprofiel van de gemeente waardoor het weerstandsvermogen aan fluctuaties onderhevig is. Risico's kunnen zich, ondanks het risicomanagement, altijd voordoen. Met het beschikbare weerstandsvermogen kent de gemeente, op dit moment, een voldoende weerstandscapaciteit om de financiële effecten van de huidige bekende risico’s op te vangen. Gelet op ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande onzekerheden blijven wij het weerstandsvermogen wel nadrukkelijk volgen.  

Voor het toetsen van de ratio weerstandsvermogen maakt gemeente Stichtse Vecht gebruik van de risicomatrix van de Universiteit Twente. Volgens de schaalindeling van deze matrix valt de ratio van 1,6 in de categorie B “Ruim voldoende”. 

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >= 2.0 Uitstekend
B 1.4 < 2.0 Ruim voldoende
C 1.0 < 1.4 Voldoende
D 0.8 < 1.0 Matig
E 0.6 < 0.8 Onvoldoende
F < 0.6 Ruim onvoldoende

Totaaloverzicht geïnventariseerde risico's Programmabegroting 2024

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht geïnventariseerde risico's Programmabegroting 2024

In onderstaande tabel zijn de geïnventariseerde gekwantificeerde risico's per programma weergegeven. De kolom ‘invloed’ geeft de impact van een risico op de benodigde weerstandscapaciteit weer (o.b.v. simulatie). In onderstaande tabel staat VP voor verbonden partijen en KWP voor Kockengen waterproof.

Risicogebeurtenis Kans Ingeschat Financieel Maximum Invloed (%)
Programma 1 Bestuur
Gemeentebrede risico's
Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening 90% 2.000 13,93%
Aansprakelijkstelling door inwoners, instellingen of bedrijven 50% 2.000 7,74%
Gijzeling van informatie of systemen 50% 2.000 7,71%
Beveiliging en uitval ICT in de organisatie 50% 1.000 3,87%
Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 70% 500 2,70%
Gemeente kan niet tijdig beschikken over het juiste materiaal of dienst 0,7 500 2,70%
Onvoldoende beschikking over kennis (bij bestaande medewerkers of door vertrek cruciale medewerkers) met betrekking tot aanbestedingsregels, waardoor mogelijk niet aan deze regels wordt voldaan. 0,7 500 2,69%
Onvoldoende borging van de authenticiteit van de gegevensvoorziening van de gemeente 50% 500 1,94%
Achterstand in dossiervorming- en vernietiging 70% 250 1,35%
Het niet of onvoldoende kunnen voldoen aan aanbestedingsregels door Stichtse Vecht of leveranciers 70% 250 1,35%
Fysieke bedreigingen voor mensen, informatie en bezittingen 30% 500 1,16%
Verval archieven door gebruikschade of schimmelvorming 30% 250 0,58%
Ontwikkeling organisatie 50% 50 0,19%
VP: Onvoldoende inzicht in informatiebeheer bij verbonden partijen 50% 50 0,19%
Het niet kunnen beschikken over een nieuwe financiële applicatie 10% 250 0,19%
Subtotaal 10.600 48,29%
Risico's algemene / financiële dekkingsmiddelen
Fraude financiële transacties 30% 500 1,16%
Totaal programma 1 11.100 49,45%
excl. Verbonden partijen (VP) 11.050 49,26%
Programma 2 Veiligheid
VP: Het onjuist reageren op een crisissituatie (VRU) 30% 1.000 2,30%
Ondermijning: aantreffen van misstanden waarbij directe actie noodzakelijk is, maar waar onze organisatie niet op ingericht is. 50% 500 1,95%
Totaal programma 2 1.500 4,25%
excl. Verbonden partijen (VP) 500 1,95%
Programma 3 Fysiek
Kunstwerken (m.n. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken 50% 1.000 3,86%
Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen) 50% 1.000 3,82%
Niet goed begaanbare wegen en ongevallen a.g.v. extreme weersomstandigheden en sneeuwval 50% 500 1,92%
KWP Aanspraak op nadeelcompensatieregeling KWP 90% 250 1,73%
KWP: Lozen van bronneringswater op oppervlaktewater 50% 250 0,97%
KWP: Prijsstijgingen in de uitvoering 50% 250 0,96%
VP: Druk op financieel perspectief recreatieschappen 50% 250 0,96%
Financiële herplaatsingsgarantie flexwoningen 10% 500 0,40%
Gemeentelijke garantstellingen woningcorporaties (achtervang WSW) 10% 500 0,38%
Verontreiniging van oppervlaktewater 10% 250 0,19%
Geen afvoer door een calamiteit aan de riolering 30% 50 0,11%
Omgevingswet: niet op elkaar aansluiten legesverordeningen (bestaand en nieuw) 10% 50 0,04%
Totaal programma 3 4.850 15,34%
excl. Verbonden partijen (VP) 4.600 14,38%
Programma 4 Sociaal
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen 90% 1.000 6,94%
Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig 50% 1.000 3,86%
Toename beroep op en stijging kosten jeugdhulp 70% 500 2,72%
Op gemeentelijk sturingsniveau onvoldoende sturingsmogelijkheden op trajecten jeugdigen 50% 500 1,93%
Energiecrisis en hogere kosten levensonderhoud 90% 250 1,74%
Extra uitvoeringskosten breed offensief 70% 250 1,34%
Inkoop essentiële functies: ontbreken van voldoende en adequate (lokale) alternatieven 50% 250 0,97%
Overbelasting en/of stoppen van vrijwilligers en/of mantelzorgers. 30% 250 0,58%
Incidenten op gebied van jeugdhulp 30% 250 0,57%
Toename beroep op minimaregelingen etc. 30% 50 0,12%
VP: Algemene risico's op de begroting van Kansis 10% 50 0,04%
Totaal programma 4 4.350 20,81%
excl. Verbonden partijen (VP) 4.300 20,77%
Programma 5 Samenleving
(Onderhouds)budgetten te realiseren schoolgebouwen niet toereikend om aan kwaliteitsaspecten te kunnen voldoen 50% 500 1,92%
Beëindiging landelijke subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 50% 250 0,96%
Lagere kwaliteit van onderhoud sportparken 50% 250 0,96%
Financiële problemen schoolbestuur openbaar onderwijs. 30% 250 0,57%
Onveilige schoolgebouwen 10% 500 0,39%
Ongelukken in zwem- en sportaccommodaties 10% 250 0,20%
Gemeentelijke garantstellingen aan (sport)verenigingen en instellingen van algemeen maatschappelijk nut 10% 250 0,20%
Financiële problemen schoolbesturen (bijzonder onderwijs) 10% 250 0,19%
Totaal programma 5 2.500 5,39%
Grondexploitaties 50% 1.000 4,75%
Totaal geïnventariseerde risico's 25.300 99,99%
NB Het totaal financieel gevolg en invloed voor de benodigde weerstandscapaciteit kunnen niet per programma met elkaar vergeleken worden. De verwachte kans dat een risico zich voordoet speelt hierbij ook een rol.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
Kengetallen Rekening Begroting Begroting Categorie A Categorie B Categorie C
2022 2023 2024 Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
Netto schuldquote 64% 78% 72% < 90% 90%-130% > 130%
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 63% 77% 72% < 90% 90%-130% > 130%
Solvabiliteitsratio 21% 22% 18% > 50% 20%-50% < 20%
Structurele exploitatieruimte 0,06% 1,55% 0,40% > 0% 0 < 0%
Grondexploitatie 0,22% -0,36% -0,79% < 20% 20%-35% > 35%
Belastingcapaciteit 102,07% 100,38% n.n.b. < 95% 95%-120% > 120%

Wat betekenen deze getallen?

Voor de kritische signaalwaarden is aansluiting gezocht bij de ‘Houdbaarheidstest gemeentefinanciën' van de VNG. Deze waarden geven aan of er sprake is van potentiële financiële stress op het betreffende gebied.

Netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen)
De netto schuldquote geeft indirect antwoord op de vraag of met het inkomen blijvend de schuldverplichtingen kunnen worden gedragen. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Bij een overschrijding van deze signaalwaarde is sprake van een erg hoge schuldendruk. Het is verstandig om al bij een netto schuldquote hoger dan 100% alert te zijn. 

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
De signaalwaarde voor de effectieve netto schuldquote bedraagt 120%. Als de effectieve netto schuldquote de individuele signaalwaarde overschrijdt, heeft de gemeente een erg hoge schuld. Het is verstandig om al bij een effectieve netto schuldquote hoger dan 90% alert te zijn.

Solvabiliteit
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om op lange termijn haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger het percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteit is gedaald door de verwachte toename van het investeringsvolume en de daarmee benodigde aan te trekken geldleningen.

Grondexploitatie
De boekwaarde van de grondexploitaties moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Stichtse Vecht heeft een beperkte grondpositie.

Structurele exploitatieruimte
Dit cijfer is ter ondersteuning om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een negatief cijfer houdt in dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Belastingcapaciteit
Dit cijfer geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde en wat de onbenutte belastingcapaciteit is. Als dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer (structurele) inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De signaalwaarde is 120% en is gerelateerd aan artikel 12 van de financiële verhoudingswet.

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor het in stand houden en op kwaliteit houden van kapitaalgoederen zijn langlopende investeringen en onderhoudsplannen nodig. Dit doen we door de toepassing van Assetmanagement. Assets zijn de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, ofwel de objecten groen, wegen, civiele kunstwerken etc. Assetmanagement is een systematische en gecoördineerde wijze van beheren. Het gaat hierbij vooral om de optimalisatie van de prestaties, de risico's en de kosten van de kapitaalgoederen in relatie tot de doelstellingen van de gemeente. We richten ons op het beheer over de gehele levensduur en kijken verder dan wat goed is voor de objecten zelf. We kijken naar wat goed is voor de organisatie en nog belangrijker, wat goed is voor inwoner/ de gebruiker.

Deze paragraaf bevat een toelichting op het beleidskader, kwaliteitsniveau, onderhoudsplan en de financiën van de volgende kapitaalgoederen:

  • Wegen
  • Civiele constructies
  • Openbare verlichting
  • Water en riolering
  • Groen
  • Speelterreinen
  • Gebouwen

Beleids- en beheerplannen

Terug naar navigatie - Beleids- en beheerplannen
Kapitaalgoederen Beheer-/beleidsplan Looptijd plan Achterstallig onderhoud
Wegen  Beheerplan wegen 2021-2024 Ja
Civiele constructies  Beheerbeleidsplan Civiele kunstwerken 2021-2025 Ja
Openbare verlichting Beleidsplan Openbare verlichting 2020 2020-2024 Ja
Water en Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2022-2026 Ja
Groen Bomenbeleid en structuurplan 2015-2035 Nee
Speelterreinen Beleidskader speelruimte en -voorzieningen 2014-2018 Ja
Gebouwen Nota Duurzaamheid; IVAB. 2020-2025 Nee

Kwaliteitsniveau openbare ruimte

Terug naar navigatie - Kwaliteitsniveau openbare ruimte

Om de kwaliteit te beoordelen, wordt gebruikt gemaakt van de Kwaliteitscatalogus van CROW. In deze catalogus worden vijf niveaus onderscheiden op het gebied van de technische kwaliteit van de openbare ruimte: A+, A, B, C en D. Hierbij staat kwaliteitsniveau A voor een hoog niveau en betekent kwaliteitsniveau D dat het niveau laag is en dat er achterstanden zijn. Onderdelen van de openbare ruimte met dit kwaliteitsniveau moeten op zeer korte termijn weer op kwaliteit gebracht worden.

Gemeente Stichtse Vecht hanteert verschillende kwaliteitsniveaus, afhankelijk van de locatie. Voor wegen en groen is het areaal van de gemeente Stichtse Vecht onderverdeeld in 3 deelgebieden. Voor kernen is kwaliteitsniveau B vastgesteld en voor het buitengebied en industriegebieden is niveau C vastgesteld. 

Kerncijfers openbare ruimte

Terug naar navigatie - Kerncijfers openbare ruimte

Een groot deel van de kapitaalgoederen zijn een onderdeel van de openbare ruimte van de gemeente. Onderstaande tabel geeft een beeld van de omvang van verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte.

Kerncijfers openbare ruimte (bron: GBI) 2023
Wegvakonderdelen 3.272.978 m2
Bomen 37.944 st
Gazon 653.373 m2
Overig gras 1.348.164 m2
Haag 52.352 m2
Cultuurlijke beplanting 333.597 m2
Natuurlijke beplanting 498.203 m2
Stalen en betonnen bruggen 143 st
Houten bruggen 51 st
Beweegbare bruggen 15 st
Rioolputten 16.636 st
Vrijvervalleiding 372.124 m2
Mechanische leidingen 226.640 m2
Kolken 22.649 st
Openbare verlichting (masten en armaturen) 12.257 st
Verkeerslichten 16 st
Speelplaatsen 255 st
Speeltoestellen 1.291 st
Sportvoorzieningen 60 st
Ondergrondse containers 666 st
Afvalbakken 1.111 st
Banken 886 st
Picknicktafels 50 st

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader
Op grond van de Wegenwet hebben wij de zorgplicht om onze wegen goed en verantwoord te beheren. Hieronder vallen de zorgplicht asfalt, elementen en half-verhardingen. In 2023 zijn de wegen opnieuw geïnspecteerd. Op basis van de resultaten uit de inspectie wordt het onderhoudsplan herijkt. Indien uit deze herijking blijkt dat nieuwe of aanvullende investerings- en onderhoudsbudgetten nodig zijn, dan zal dit via een separaat voorstel aan de raad worden voorgelegd. 

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud loopt daarbij via een voorziening. De dotaties aan en onttrekkingen uit deze voorziening zijn vastgelegd in het wegenbeheerplan en uitgewerkt in onderliggende uitvoeringsplanningen. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. 

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 420 € 420 € 420 € 420
Budget groot onderhoud in voorziening € 3.300 € 4.999 € 2.721 € 2.721
Dotatie voorziening € 2.699 € 2.699 € 2.699 € 2.699

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Civiele constructies

Beleidskader
Onder civiele constructies wordt verstaan tunnels, viaducten, bruggen, duikers, (aanleg)steigers, beschoeiing, kades, grondkeringen en geluidschermen. Het doel is om veilige verkeersroutes in stand te houden, een vrije doorgang voor de scheepvaart te garanderen en de waterhuishouding op peil te houden. Het beheer- en beleidsplan Civiele kunstwerken is vastgesteld door uw raad in 2021. Naast een beleidsmatig plan stellen we ook een meerjarig onderhoudsplan op. Daartoe zijn in 2022 de volgende assets geïnspecteerd:

  • verkeersbruggen;
  • beweegbare bruggen;
  • fietsbruggen;
  • voetgangersbruggen;
  • tunnels;
  • viaducten;
  • geluidschermen.

Speerpunt voor 2023 en 2024 is het in kaart brengen van de staat van de civiele kunstwerken en indien nodig het herijken van de beheer-/onderhoudsplannen.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud wordt gedekt door een reserve. De dotaties aan en onttrekkingen uit deze reserve zijn vastgelegd in het beheerplan en uitgewerkt in onderliggende uitvoeringsplanningen. Bij het opstellen van het nieuwe beheerplan zal ook een voorstel uitgewerkt worden voor de benodigde budgetten. De ramingen voor groot onderhoud in 2026 en 2027 zullen op basis van dat voorstel in de begroting verwerkt worden. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. 

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 231 € 254 € 254 € 254
Budget groot onderhoud gedekt door reserve € 414 € 966 € 0 € 0
Dotatie reserve € 921 € 893 € 893 € 893

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader
Het doel is een verkeersveilige, sociaal veilige en leefbare omgeving die voldoet aan de landelijke richtlijnen. Per 2019 zijn wij geheel verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het verlichtingsareaal. Op basis van het in 2020 door uw raad vastgestelde beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen is een bestek opgesteld en gegund. In 2023 worden de eerste deelopdrachten verstrekt. In de jaren 2023, 2024 en 2025 is jaarlijks circa € 1 mln. aan investeringen gepland om de masten en armaturen te vervangen. Hierbij worden de armaturen voorzien van energiezuinigere LED-verlichting. 

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 56 € 56 € 56 € 56

Water en riolering

Terug naar navigatie - Water en riolering

Beleidskader 
Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) heeft de gemeente een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten staat uitgewerkt in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het huidige GRP heeft een looptijd van 2022 tot en met 2026 en beschrijft de beleidsvoornemens op het gebied van Water en Klimaat en geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering. Ook de kosten van al deze facetten zijn hierin uitgewerkt. Integraal en risico-gestuurd werken spelen een belangrijke rol in het GRP en de uitvoering daarvan.

Financiën 
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van het GRP in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Er wordt een 100% kostendekkend tarief gehanteerd, waarbij alle kosten voor de rioleringszorg uit de rioolheffing worden gedekt. Bij de lasten maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringen. De kosten voor het jaarlijkse operationeel beheer en onderhoud vormen de exploitatiekosten. De investeringsactiviteiten zijn onderverdeeld in aanleg, vervanging en verbetering. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. Om schommelingen in de kosten op te vangen, maken we gebruik van een egalisatievoorziening, waardoor het tarief niet steeds aangepast hoeft te worden wanneer sprake is van een piek of dal in de uitgaven.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 1.361 € 1.364 € 1.372 € 1.372

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader
Onder groen verstaan we bomen, plantsoenen, gazons en andere velden in de openbare ruimte alsmede de paden in parken. Ook de begraafplaatsen en beschoeiingen scharen we hieronder. Voor groenvoorzieningen en onkruid en zwerfvuil op verhardingen wordt onderhoudsniveau B in de kernen en onderhoudsniveau C buiten de kernen gehanteerd. Voor Begraafplaatsen wordt onderhoudsniveau B gehanteerd. Bomen worden conform handboek bomen en de daaraan gekoppelde veiligheidsinspecties op beeld gehouden.
Het beleidskader wordt gevormd door de Omgevingsvisie, het Boombeleidsplan, de parkbeheerplannen, de landschapsontwikkelingsplannen en de regionale visie klimaatadaptie. 

In 2023 is nadruk gelegd op het reconstrueren van plantvakken. Daarnaast is in 2023 gewerkt aan het op peil brengen van het bomenbestand aan de vastgestelde kwaliteitseisen. Er is enige achterstand in het snoeien van bosplantsoen en het bomenbeheer. Deze kleine achterstanden kunnen grotendeels binnen de bestekken opgelost worden. Eind 2024 zijn deze achterstanden grotendeels verdwenen. De beschoeiingen worden in 2023 geïnspecteerd en vervolgens wordt er een raambestek opgesteld en aanbesteed. Belangrijkste speerpunt voor de komende jaren is om het groen (incl. bomen en parken) op het gewenste kwaliteitsniveau te krijgen. Dit kan naar verwachting grotendeels binnen de beschikbare budgetten gerealiseerd worden.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Op basis van een nieuwe aanbesteding in 2022 zijn in de begroting 2022 voor de periode 2022-2026 de exploitatiebudgetten herzien. Uit de ophanden zijnde herziening van de beleids- en beheerplannen volgt de komende jaren de herziening van de financiën. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 3.991 € 3.991 € 3.991 € 3.991

Speelterreinen

Terug naar navigatie - Speelterreinen

Beleidskader
De speelplekken worden ingericht volgens de kadernota Buiten spelen natuurlijk! De uitwerking van dit plan is in 2021 vastgelegd in de kwaliteitskaarten spelen. Het definitief vaststellen van de kwaliteitskaarten spelen staat in 2023 op de planning. In de definitieve versie van de kwaliteitskaarten wordt aandacht besteed aan het participatief inrichten van speelplekken met speeltoestellen en speelaanleidingen gericht op vergroening, natuur en klimaat.

Het onderhoud van de speeltoestellen vindt plaats volgens de richtlijnen Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Voor de speel- en sporttoestellen en valondergronden worden de normen van het WAS gehanteerd. Jaarlijks loopt de aannemer de speeltoestellen na en vindt inspectie door een onafhankelijke partij plaats. Op hun aanwijzingen worden reparaties uitgevoerd.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 315 € 315 € 315 € 315

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Beheer en onderhoud gemeentelijk vastgoed
Het niveau waarop het vastgoed in stand wordt gehouden is vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van vastgoed. Een instrument dat is gebaseerd op de Conditiemetingsmethodiek volgens NEN 2767. Het niveau waarop het onderhoud gemiddeld wordt gehouden is vastgesteld op conditieniveau 3. Dit onderhoudsniveau is sober en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de representatieve, publiekelijke objecten, zoals de gemeentekantoren en de aula’s op begraafplaatsen, hanteert de gemeente Stichtse Vecht een gemiddeld conditieniveau 2: Goed/representatief.  
Om maximaal uitvoering te geven aan het efficiënt en planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed, wordt bij aanbestedingen gekozen voor wat grotere, meerjarige clustercontracten waarbij de markt wordt uitgenodigd om mee te denken met de gemeente.

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed
In december 2021 is de eerste fase van het verduurzamingsplan goedgekeurd door uw gemeenteraad, het verduurzamingsplan bestaan uit drie fases van elk drie jaar tot 2029. Met als doel om voor 2030 een CO2-reductie te krijgen van 49%. Hiermee voldoet de gemeente Stichtse Vecht aan het klimaatbeleid van de rijksoverheid.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen voor gemeentelijk gebouwen terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Onderhoudsbudget in exploitatie € 531 € 531 € 531 € 531
Budget onderhoud in voorziening € 2.590 € 513 € 1.703 € 344

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financierings- of treasuryfunctie richt zich op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen en de financiële posities, inclusief de daaraan verbonden risico’s. De kaders voor uitoefening van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (kortweg: Wet fido) en vertaald in het Treasurystatuut gemeente Stichtse Vecht 2020. De beleidsmatige infrastructuur voor de financieringsfunctie van onze gemeente is hiermee vastgelegd.

Voor het inrichten van de financieringsfunctie stelt de Wet fido twee belangrijke beleidsmatige richtlijnen:

  • Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan uit hoofde van de publieke taak;
  • Het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen heeft een prudent karakter en is primair niet gericht op het genereren van extra inkomsten.

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

Gemeten over het begrotingsjaar lopen de reguliere baten en lasten synchroon. Dit laat onverlet dat lopende het begrotingsjaar positieve of negatieve posities ontstaan. Om (lopende en toekomstige) posities inzichtelijk te krijgen, maken wij gebruik van een liquiditeitsplanning. Deze planning stellen we periodiek bij.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid

Binnen de wettelijke kaders voert onze gemeente een risicomijdend financieringsbeleid. Het streven is erop gericht eventuele liquiditeitstekorten met kortlopende geldleningen te financieren en de kasgeldlimiet zo optimaal mogelijk te benutten.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Per 1 januari 2024 is de leningenportefeuille opgebouwd uit 16 langlopende geldleningen met een totale restschuld bij aanvang van het begrotingsjaar van afgerond € 110 mln. Dit is inclusief een destijds door de voormalige gemeente Breukelen doorgeleende geldlening aan de woningcorporatie Vecht en Omstreken (volledige aflossing in 2024).

Leningenportefeuille Restant hoofdsom (x € 1.000)
Leningenportefeuille per 1 januari 2023 123.093
Reguliere aflossingen 2023 -13.350
Leningenportefeuille per 31 december 2023 109.743
Reguliere aflossingen 2024 -12.356
Prognose nieuw op te nemen geldlening 2024 35.000
Leningenportefeuille per 31 december 2024 132.388

Beleggingen

Terug naar navigatie - Beleggingen

Sinds eind 2013 is de ministeriële Regeling schatkistbankieren decentrale overheden van kracht. De hoofdlijnen van het schatkistbankieren zijn verankerd in de Wet fido. De regeling verplicht decentrale overheden hun overtollige financiële middelen in de schatkist van het Rijk te beleggen, waardoor publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is. In het verlengde hiervan is het ook toegestaan overtollige financiële middelen te beleggen bij andere decentrale overheden waarmee geen toezichthoudende relatie wordt onderhouden.
Van het verplicht beleggen van overtollige middelen in ’s Rijks schatkist is een drempelbedrag vrijgesteld. Voor onze gemeente is het drempelbedrag berekend op € 3,6 mln.

Renteschema 2024

Terug naar navigatie - Renteschema 2024
Renteschema 2024 (x € 1.000)
Externe rentelasten over korte en lange financiering 2.568
Af: externe rentebaten -5
Totaal door te rekenen externe rente 2.563
Af: rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -4
Af: rentelasten door verstrekte leningen aan woningcorporaties -2
Bij: rentebaten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 2
Rente over eigen vermogen (kapitaaldekkingsreserves) 0
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 0
Aan taakvelden toe te rekenen rente (programma’s inclusief overzicht overhead) 2.559
Af: werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) -2.274
Renteresultaat op taakveld Treasury 285

Renteontwikkeling

Terug naar navigatie - Renteontwikkeling
  • Door de renteontwikkelingen is het rentepercentage, waarmee in de liquiditeitenplanning wordt gerekend voor nieuw aan te trekken leningen, verhoogd van 2% in de Begroting 2023 naar 3% in de Begroting 2024.
  • De interne renteberekening op investeringen is verhoogd van 0,5% in de Begroting 2023 naar 1% in de Begroting 2024.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

De Wet fido bevat instrumenten die de risico’s bij het lenen en beleggen van financiële middelen moeten beperken. De wet bepaalt onder meer dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten en garanties kunnen verlenen. De risico’s op kort- en langlopende geldleningen worden beperkt door de introductie van respectievelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een grens aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen en beoogt de budgettaire gevolgen van schommelingen in de rente op kortlopende geldleningen te beheersen. De limiet is gesteld op een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal.

Begrotingstotaal 2024 (x € 1.000) Percentage Kasgeldlimiet (x € 1.000)
183.205 8,5% 15.572

Renterisiconorm
De renteonzekerheid voor de lange termijn wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm vormt een kader voor een adequate spreiding van looptijden in de financieringsportefeuille, met als doel de portefeuille zodanig op te bouwen dat renterisico’s door renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate zijn beperkt.

Renterisiconorm 2024 2024 2025 2026 2027
(x € 1.000)
1 Berekening renterisico
1a Renteherzieningen - - - -
1b Betaalde aflossingen 12.356 11.413 11.141 10.732
A Renterisico (1 + 2) 12.356 11.413 11.141 10.732
2 Berekening renterisiconorm
2a Begrotingstotaal 183.205 180.211 176.481 176.939
2b Percentage 20% 20% 20% 20%
B Renterisiconorm 36.641 36.042 35.296 35.388
Toets (B - A)
B Renterisiconorm 36.641 36.042 35.296 35.388
A Renterisico 12.356 11.413 11.141 10.732
Ruimte renterisiconorm 24.285 24.630 24.156 24.656

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij willen een organisatie zijn die voortdurend verbetert, vernieuwt en bekijkt hoe de kwaliteit van onze medewerkers zo optimaal mogelijk kan worden ingezet. Dit vereist een goed functionerende bedrijfsvoering die de medewerkers en de organisatie optimaal ondersteunt in haar maatschappelijke taken. De bedrijfsvoering dient blijvend te voldoen aan de ontwikkelingen in de markt en de eisen van de samenleving.

Opleidingsprogramma

Terug naar navigatie - Opleidingsprogramma

Medewerkers zijn het belangrijkste kapitaal van onze organisatie, maar zeker ten tijde van een krappe arbeidsmarkt is het belangrijk om hen te koesteren. Dit wordt onder andere gedaan door te blijven investeren in de (persoonlijk) ontwikkeling van medewerkers. Er zal in 2024 inzet blijven op de individuele opleidingen, onboarding (eerste drie maanden van een nieuwe medewerker) kwaliteit bestuurlijke stukken en de leerlijn voor de omgevingswet. Daarnaast zal er waar nodig maatwerk zijn om teams te ondersteunen in hun leerbehoeften. Tot slot wordt het leerbeleid voor meerdere jaren verder uitgewerkt, om op deze manier kwaliteiten en ervaring in de organisatie optimaal in te zetten en doorlopend te ontwikkelen.

Human Resources

Terug naar navigatie - Human Resources

We blijven inzetten op de vier genoemde pijlers in het coalitieakkoord om het fundament verder te verstevigen. Onverminderd blijft de inzet om vacatures in te vullen met vaste medewerkers. Dit doen wij door in te zetten op arbeidsmarktcommunicatie, te gaan werken met een programma 'medewerver' (recruitment via het netwerk van medewerkers), het gebruik van een doelgroependashboard, activiteiten op LinkedIn en het optimaliseren van de kandidaat beleving. Bij lastig in te vullen posities wordt een bureau ingeschakeld. Verder is er veel aandacht voor het vergroten van de inzetbaarheid van medewerkers. Door te spreken over inzetbaarheid is er naast inzet op herstel extra aandacht voor preventie en vroegtijdige interventies bij dreigende uitval. Tot slot blijven we investeren in het koesteren van medewerkers, onder meer door het aanbieden van (persoonlijke) ontwikkelmogelijkheden, informele activiteiten en het verbeteren van processen en de samenwerking binnen en tussen teams. 

Het verbeteren en digitaliseren van de HRM-processen krijgt in 2024 verder vorm. In januari 2024 zal de overgang naar e-HRM plaatsvinden, dat bij zal dragen aan het op orde brengen van de basis en modern werkgeverschap.

Loonsom organisatie

Terug naar navigatie - Loonsom organisatie

In vergelijking met de primitieve begroting 2023 zijn de personeelskosten met € 7,0 mln. gestegen. De loonsom is met € 8 mln. gestegen en het inhuurbudget is € 1 mln. lager gepresenteerd. 

De loonsom is gestegen door indexatie en CAO ontwikkelingen (€ 3,3 mln.) en besluitvorming bij de kadernota over extra formatie (€ 4,7 mln.). De toename van de formatie wordt voor € 2,4 mln. gedekt door externe financieringsbronnen, zoals versnelling woningbouw (€ 1,2 mln.), functies omgevingswet (€ 0,35 mln.), Wet Open Overheid en BOA's (€ 0,15 mln.)  en de Specifieke uitkering capaciteit voor klimaat (€ 0,7 mln.). De investering in de formatie vanuit de algemene middelen bedraagt € 2,3 mln. en is gedaan voor fundament op orde (€ 1,3 mln.), Openbare orde en veiligheid (€ 0,3 mln.), Strategische advisering IHP (€ 0,1 mln.), Kikkerfort, gebiedsvisies en functieonderhoud (€ 0,2 mln.) en sociaal domein (€ 0,4 mln.).

Het inhuurbudget is € 1 mln. lager gepresenteerd in het overzicht, omdat het inhuurbudget uit 2023 betrekking heeft op inhuur buiten de loonsom en ook als zodanig wordt gepresenteerd (zie tabel indicatoren).

Toerekende personeelskosten 2023 2024
Programma 1 17.136 20.970
Programma 2 1.198 1.443
Programma 3 9.466 11.029
Programma 4 9.414 10.462
Programma 5 2.285 2.598
Totaal toegerekende personeelskosten 39.499 46.502
Verdeling naar kostensoort
Loonsom organisatie 32.179 39.869
Loonsom overig 5.577 5.865
Indirecte personeelskosten 720 768
Inhuurbudget 1.023
Totaal personeelskosten per kostensoort 39.499 46.502
Verplichte indicatoren Rijk P/E Bron R2022 B2023 B2024
Formatie per 1.000 inwoners P SV 6,2 6,2 6,8
Bezetting per 1.000 inwoners P SV 5,5 5,6 5,5
Apparaatskosten per inwoner P SV 337,00 324,53 386,63
Kosten externe inhuur als % van totale loonsom P SV 20,6% <10% <10%
Totale kosten inhuur externen (€ 1.000) P SV 6.833 1.024 1.489

Inkoop- en aanbesteding

Terug naar navigatie - Inkoop- en aanbesteding

Stichtse Vecht zet verder in op de doorontwikkeling van de inkoopfunctie binnen de gehele gemeente om in het belang van de inwoners doel- en rechtmatig in te kopen en contracten optimaal uit te nutten. Het doel is het inkoopproces verbeteren om de rechtmatigheid te verbeteren. Het duurzaam verbeteren van de inkoopfunctie en het inkoopproces volledig rechtmatig krijgen is een traject van meerdere jaren (in control statement). Hierbij worden de gemeentelijke speerpunten meegenomen; het stimuleren van lokale economie, Social Return (SROI), duurzaamheid en circulariteit. 

Dit betekent dat we een bezetting creëren die toereikend is om de gemeentelijke ambities te realiseren en de achterstanden in te lopen. We zetten activiteiten in op het vergroten van de bewustwording binnen de gehele organisatie van het belang van kwalitatief hoogwaardige inkoop conform wet- en regelgeving. Qua organisatie richten we een decentrale contractbeheer en -managementfunctie en decentrale inkoopplanning in met een regiefunctie voor het centrale inkoopteam. De samenwerking tussen verschillende rollen wordt geïntensiveerd.

Belangrijke speerpunten: de samenstelling van de inkoopbezetting met medewerkers in dienst van de gemeente, het implementeren van de nieuwe inkoopwerkwijze en het opzetten van de inkooporganisatie. 

Informatisering en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en Automatisering

In 2023-2024 migreren en moderniseren we het eigen datacenter naar dat van onze beheerpartij Centric op basis van een pay-per-use model. Hiermee mitigeren we het risico voor de organisatie dat verouderde server-hardware en software waarvan de support stopt met zich meebrengt.
 
In 2024 starten we ook de aanbesteding en implementatie van een nieuwe managed services provider om ons op langere termijn te ondersteunen bij beheer en doorontwikkeling van informatievoorziening en technologie (automatisering) van Stichtse Vecht.
 
Vanwege de aanstaande migratie van het datacenter is er even pas op de plaats gemaakt als het gaat om de cloudstrategie. Bij aanbestedingen en implementaties wordt echter nog wel uitgegaan van ‘SaaS tenzij’. "SaaS" staat voor Software as a Service. Gebruik van de cloud minimaliseert het beheer van IT en maximaliseert de innovatiekracht van gemeente Stichtse Vecht. Applicaties die we zullen gaan afnemen als dienst (SaaS) zijn in 2024 onder andere een e-HRM oplossing. Ook worden in 2024 voorbereiding getroffen voor de aanbestedingen en implementaties van het financiële en het burgerzaken systeem.

Intern voeren we een verbetertraject uit om ons contractmanagement en change management. De doelstelling is een verhoogde rechtmatigheid.
 
Op het gebied van data zetten we moderne programmatuur en technieken in voor het inwinnen, verwerken en analyseren van data, in aanvulling op het datawarehouse.  Zo gaan we door met het inrichten van een ‘data fabriek’ waarmee ‘API verbindingen' conform Common Ground gerealiseerd worden. Common Ground is een informatiekundige visie waarmee gemeenten collectief de informatievoorziening eenvoudiger, flexibeler en slimmer gaan inrichten. We bieden steeds meer presentaties en dashboards aan de organisatie aan om zowel de grip op de actuele werkzaamheden te verbeteren als de beleidsontwikkeling te ondersteunen.

Informatiebeleid en –beheer

Terug naar navigatie - Informatiebeleid en –beheer

In 2024 continueren we de implementatie van informatiebeheer beleid. Dit vindt doorlopend plaats door aansluiting op bestaande projecten voor het herijken van werkprocessen en/of systemen binnen de organisatie. Concreet betekent dit dat bij elke wijziging het proces volledig digitaal wordt ingericht, getoetst wordt aan actuele wetgeving en kwaliteitsnormen en keuzes en afspraken m.b.t. archivering vastgelegd worden. Voor 2024 staan onder andere de applicatie en processen van burgerzaken en financiën en de griffie informatie gepland. 

Resterende achterstanden in digitale vernietiging worden projectmatig opgepakt. In 2024 worden o.a. de meer complexe zaken vernietigd, zoals zaken met een procestermijn (bijv. de bewaartermijn van een vergunning gaat in op het moment dat de vergunning is verlopen). Hier is veel en zorgvuldig controlewerk voor nodig. Verder wordt dit jaar op basis van het kwaliteitssysteem informatiebeheer een eerste zelfevaluatie ingericht en uitgevoerd. Tevens wordt een project gestart om de eerste digitale archieven vanuit de gemeentelijke systemen over te brengen naar het e-depot (digitaal archief) van het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV).

De digitalisering van de bouwdossiers en overbrenging naar het RHCVV loopt nog enkele jaren door, naar verwachting tot en met 2029. In 2024 vindt een Europese aanbesteding voor digitalisering van de dossiers plaats. In 2023 is het gemeentearchief van de voormalige gemeente Loenen 2000-2010 bewerkt en vervroegd overgebracht naar het RHCVV. In de komende jaren worden ook de archieven van de voormalige gemeenten Breukelen en Maarssen uit dezelfde periode bewerkt en overgebracht. Dit duurt tot uiterlijk 2030.

Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Het belang en de noodzaak van informatiebeveiliging en gegevensbescherming blijft onverminderd hoog. Bijna dagelijks verschijnen er berichten in de media over personen en organisaties die worden getroffen door datalekken, hackers en cybercrime. Deze aanvallen, waarbij toegang tot data onmogelijk wordt gemaakt of data ongewenst op straat komt te liggen en de dienstverlening aan inwoners, organisaties en bedrijven in gevaar komt, treft ook gemeenten, zijn zeer ontwrichtend en leiden tot grote schade. 

Informatiebeveiliging en gegevensbescherming zijn onderwerpen die blijvend aandacht vragen. De gemeente is doorlopend bezig om de ICT veiligheid en digitale weerbaarheid op niveau te houden. Gestarte beveiligings- en verbeterprojecten, o.a. monitoring van het netwerk en herijken van continuïteitsplannen, worden voortgezet en/of uitgebreid. Daarbij hanteren we de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en volgen we relevante wetgeving zoals de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de Wpg (Wet politiegegevens).

Eind 2024 wordt de BIO een wettelijke verplichting en komt de BIO 2.0. Deze doorontwikkeling van de BIO is gebaseerd op o.a. een nieuwe richtlijn welke omgezet gaat worden in lokale wetgeving. In Nederland gaat deze wet NIB2 heten (Netwerk- en Informatiebeveiliging). Het is duidelijk dat deze wet voor de informatiebeveiliging van gemeenten gevolgen gaat krijgen. De verwachting is dat de kosten voor informatiebeveiliging, voor zowel mensen als middelen, in de komende jaren gaan toenemen. 

Doorlopend vindt er controle en monitoring plaats of bestaande maatregelen afdoende zijn en waar verbetering mogelijk is. Er worden testen uitgevoerd op de ICT-infrastructuur en op het gebied van bewustzijn voor informatiebeveiliging en privacy. Aandachtsgebieden blijven het bevorderen van de bewustwording en kennisontwikkeling en de borging van privacy in de gemeentelijke processen. Het is verder noodzakelijk om meer zicht op gegevensverwerkingen met een hoog risico voor betrokkenen te krijgen, zodat de nodige maatregelen getroffen kunnen worden.

Onderzoeksprogramma

Terug naar navigatie - Onderzoeksprogramma

De gemeente Stichtse Vecht kent verschillende onderzoeken met als doel daarvan te leren en werkwijzen te verbeteren. Dit betreft onder meer:

  • bijzondere onderzoeken zoals rechtmatigheidsonderzoeken;
  • artikel 213a-onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering;
  • overige audits, zoals de ENSIA, een periodieke IT-audit op de systemen en de jaarlijkse DigiD-audit.

Voor het doen van onderzoeken kent de gemeente de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Stichtse Vecht. In de verordening is de onderzoeksfrequentie, de manier waarop onderzoeken worden gepland en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd, vastgelegd. De verordening beoogt vooral het doen van zelfonderzoek. Ten behoeve van het uitvoeren van artikel 213a onderzoeken is in de Kadernota 2024 budget beschikbaar gesteld. 

Overheadkosten 2024

Terug naar navigatie - Overheadkosten 2024
Overheadkosten 2024 (x€1.000)
Bedrijfsvoering
Huisvesting organisatie 857
Interne dienstverlening 630
Bestuurlijke en juridische zaken 641
Financiën en control 253
Data en informatiemanagement 5.877
Mens en organisatie 1.488
Bedrijfsvoering samenleving 53
Publiekszaken en dienstverlening 31
Ruimte Regie en Ontwikkeling 267
Bedrijfsvoering Leefomgeving 238
Totaal bedrijfsvoering 10.335
Personeelslasten
Loonsom overhead 14.706
Indirecte personeelslasten 768
Totaal personeelslasten (loonkosten) 15.474
Totaal 25.809

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf

De Wet open overheid (Woo) trad op 1 mei 2022 in werking en vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In 2023 zijn in gemeente Stichtse Vecht 58 Wob/Woo-verzoeken ontvangen en afgehandeld.

Naast openbaarmaking op verzoek wordt nu op grond van artikel 3.1 Woo ook een actieve openbaarmaking van documenten door de organisatie verwacht. In 2023 betrof dat documenten die al openbaar werden gemaakt, zoals wet- en regelgeving, besluiten van algemene strekking, organisatiegegevens, raadstukken, besluitenlijsten en jaarplannen, verslagen en onderzoeken. De komende jaren wordt de openbaarmaking gefaseerd (categorie-gewijs) uitgebreid met de andere in de Woo benoemde informatiecategorieën.

Voor de implementatie van de Woo is een implementatieplan opgesteld dat in 2024 verder ten uitvoer wordt gebracht. Er is een extern bureau ingehuurd om het proces te begeleiden. Daarnaast is er een vaste Woo-coördinator aangesteld om het Woo-proces volledig in de organisatie te borgen. Voor de implementatie wordt een beroep gedaan op door het gemeentefonds beschikbaar gestelde middelen, zoals vastgelegd in de meicirculaire 2022.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Gemeenten voeren diverse taken uit om het publieke belang te behartigen. Een gemeente kan zelf bepalen hoe een gemeentelijke taak wordt uitgevoerd:  

  • door de taken zélf uit te voeren;
  • door het uitbesteden van taken aan een andere organisatie en
  • door het deelnemen aan een verbonden partij.

In het geval de gemeente de taken zelf uitvoert draagt de gemeente de financiële en alle bedrijfsvoeringsrisico’s. Het uitbesteden van taken kan door het verstrekken van subsidies of door het sluiten van contracten. Daarnaast kunnen taken in samenwerking met andere gemeenten worden uitgevoerd via ‘verbonden partijen’.  De gemeente Stichtse Vecht maakt voor de uitvoering van een aantal van haar taken gebruik van dergelijke samenwerkingsverbanden in de vorm van een verbonden partij. Deze paragraaf gaat in op de beleidsmatige en financiële relatie van de gemeente met deze verbonden partijen.


Wat verstaan we onder een verbonden partij?
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft in artikel 1 onder b aan dat onder een ‘verbonden partij‘ dient te worden verstaan: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. De gemeente heeft een bestuurlijk belang als ze zeggenschap heeft, door vertegenwoordiging in het bestuur of door middel van stemrecht. Een financieel belang heeft de gemeente als aan een verbonden partij middelen beschikbaar worden gesteld, die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij of als de gemeente aansprakelijk is voor een bedrag wanneer de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

De gemeente Stichtse Vecht heeft verbonden partijen in zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke vorm. De publiekrechtelijke vorm is een samenwerkingsverband dat gebaseerd is op de Wet gemeenschappelijke regelingen. Een gemeenschappelijke regeling (GR) is in principe 'verlengd lokaal bestuur'; verschillende gemeenten bundelen hun krachten en brengen de uitvoering van gemeentelijke taken onder in een gemeenschappelijke regeling.  In deze paragraaf vindt u informatie over de gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente deel van uitmaakt.

Naast samenwerking binnen verschillende gemeenschappelijke regelingen kent de gemeente Stichtse Vecht ook privaatrechtelijke verbonden partijen, zoals vennootschappen en stichtingen. Ook deze partijen komen in deze paragraaf aan de orde.


Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten voor het samenwerken in verbonden partijen zijn in de nota Verbonden partijen opgenomen. Aan de basis voor het samenwerken met verbonden partijen staat de vraag hoeveel invloed de gemeente (nog) wil uitoefenen. De nota geeft verder een afwegingskader voor de vorm van samenwerking. Ook zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de raad en het college in de nota benoemd.

Uitgangspunten voor samenwerking zijn (op hoofdlijnen):

  • het verhogen van de kwaliteit van beleid en de uitvoering en/of dienstverlening in relatie tot de ambitie;
  • het voorkomen van formatieve kwetsbaarheid zodanig dat kwaliteit, continuïteit en beschikbaarheid van onze dienstverlening is gegarandeerd;
  • het beheersen en/of besparen van kosten;
  • door samenwerking worden resultaten bereikt die de gemeente zonder deze samenwerking niet zou bereiken;
  • het vergroten van bestuurlijke en organisatorische slagkracht;
  • het spreiden van risico’s.

 

Toelichting verbonden partijen
In de programma’s zijn de verbonden partijen aangegeven die bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente. In deze paragraaf komen het algemeen belang en de voorgeschreven (financiële) gegevens op grond van de BBV per verbonden partij aan de orde. Daarbij is per samenwerkingsvorm een tekstuele beschrijving opgenomen met het doel van de verbonden partij en, voor zover van toepassing, relevante ontwikkelingen voor 2024, gevolgd door een overzicht met de (financiële) gegevens per verbonden partij. Als bij een verbonden partij sprake is materiële risico’s die niet of onvoldoende door de verbonden partij zelf met maatregelen zijn ondervangen, nemen we deze mee in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Bij de financiële gegevens merken we op dat in het overzicht de cijfers uit de (concept) begroting 2024 van een verbonden partij zijn overgenomen, die voor zienswijze zijn aangeboden, voor zover deze op het moment van het opstellen van deze paragraaf beschikbaar waren. Naast de informatie in deze paragraaf is de raad gedurende het jaar ook op reguliere cyclusmomenten via de P&C-documenten van de verbonden partijen geïnformeerd. 

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Publiekrechtelijke verbonden partijen
In de sturing van de verbonden partijen maken we een onderscheid in een meer en minder intensievere aansturing richting raad en informatievoorziening. Dit hangt af van de strategische waarde, de beleidsrijkheid en de mate van politieke of financiële risico’s. Wij maken hierbij onderscheid in een A-categorie waarvoor die intensivering geldt en een B-categorie waarvoor dat niet geldt. Verbonden partijen die hetzij strategisch belangrijk of beleidsrijk zijn of verhoogde risico’s kennen, krijgen een intensievere aansturing en informatievoorziening (A-categorie).

1. Gemeenschappelijke regelingen - categorie A:
Onder categorie A vallen de volgende verbonden partijen : Veiligheidsregio (VRU); Plassenschap Loosdrecht e.o.; Recreatieschap Stichtse Groenlanden; Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU); GGD regio Utrecht (GGDrU).
2. Gemeenschappelijke regelingen - categorie B:
Onder categorie A vallen de volgende verbonden partijen : Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen; Afval Verwijdering Utrecht (AVU); Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU).

Privaatrechtelijke verbonden partijen
3. Vennootschappen en coöperaties:
Vennootschappen waar wij in deelnemen zijn : Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Vitens.
4. Stichtingen en verenigingen:
Stichtingen waar wij een belang in hebben zijn de Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) en de Stichting Urgentieverlening West Utrecht.

Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2

Binnen de VRU werken de 26 Utrechtse gemeenten samen op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke) crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening om zo te komen tot een veiligere regio Utrecht. Nadere toelichting over de majeure projecten is te vinden in programma 2 Veiligheid. 
Op 30 mei 2023 is de nieuwe bestuursagenda 2024 - 2027 aangenomen door de raad. De vier hoofdthema's zijn:

-    Toekomst bestendige brandweerzorg
-    Veilige en gezonde Leefomgeving
-    Great place to work
-    Versterking crisisbeheersing

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Veiligheidsregio (VRU) Burgemeester AB: stemrecht steminvloed: 6% € 22.485 € 67.460 € 0 € 4.595
    Aandeel in totale begroting: 4,0% € 22.994 € 73.530

Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3

Terug naar navigatie - Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3

De deelnemers van het Plassenschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio.

Het beheer en onderhoud van de eigendommen van het Plassenschap is tot en met 31 december 2022 uitgevoerd door Recreatie Midden Nederland. Per 1 januari 2023 heeft de gemeente Wijdemeren het beheer van het areaal van het Plassenschap Loosdrecht e.o. overgenomen van RMN.  De gemeente Wijdemeren verzorgt het beheer voor het Plassenschap, maar stemt keuzes die gemaakt moeten worden af met de ambtelijke vertegenwoordigers van de vier deelnemers; provincie Utrecht, provincie Noord-Holland, de gemeenten Stichtse Vecht en Wijdemeren. Het jaar 2023 vormde een transitieperiode en is gebruikt om de gemeente Wijdemeren als nieuwe beheerder vertrouwd te maken met het werkgebied en de kapitaalgoederen, de risico’s van beheer en onderhoud in kaart te brengen, werkprocessen op te zetten en het opstellen van het vierjarig Uitvoeringsplan.  In 2024 zal vanuit het Uitvoeringsplan een werkplan opgesteld en uitgevoerd worden.  Het werkplan geeft concreet aan wanneer en waar, welke werkzaamheden worden uitgevoerd.  

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Plassenschap Loosdrecht e.o.  Collegelid, Raadsleden AB en DB: stemrecht Steminvloed: 25% € 650 -  

€ 7.034 -

€ 0 € 356
    Aandeel in totale begroting 17,76%   € 581 € 7.742

Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. - Programma 3

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. - Programma 3

De deelnemers van het recreatieschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Het recreatieschap had de uitvoering van zijn werkzaamheden belegd bij uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland. Besloten is, de uitvoeringsorganisatie RMN te liquideren per 31 december 2022 en het recreatieschap om te vormen tot een ander samenwerkingsverband met een ‘lichtere’ structuur. Per 1 januari 2023 zijn de taken van RMN overgegaan naar de gemeente Wijdemeren, Staatsbosbeheer (taakuitvoering als uitvoeringsorganisatie) en de provincie Utrecht (bestuursondersteuning). Het jaar 2023 geldt als transitiejaar om de samenwerking goed te organiseren. In 2024 moet de organisatie optimaal functioneren.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o.  Raadslid, Collegelid AB en DB: stemrecht Steminvloed: 10%  € 4.004 - € 5.578 - € -1.255 € 185
        Aandeel in totale begroting:  5,5%  € 3.491 € 6.066

Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) - Programma 3

De Omgevingsdienst Regio Utrecht voert voor 15 gemeenten adviserende en uitvoerende taken uit op de gebieden van omgeving, milieu en duurzaamheid. Een van de belangrijkste ontwikkelingen voor 2024 is de geplande inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging bouwen. Daarnaast onderzoeken ODRU en RUD een steviger perspectief voor samenwerking. 

Niet ondervangen risico's:
We hebben te maken met onzekerheid over de financiële impact van de Omgevingswet. Het is mogelijk dat de nieuwe taken (waaronder bodemtaken), die naar onze gemeente komen en die de ODRU namens ons uit gaat voeren, gaan zorgen voor een structurele stijging van de bijdrage waar mogelijk geen volledige dekking vanuit het Rijk tegenover staat. 
Daarnaast heeft ODRU een taakstelling opgenomen in de Begroting 2024. Deze taakstelling komt voort uit de uittreding van gemeente Montfoort en hiermee wordt voorkomen dat andere deelnemers meer moeten bijdragen. Mogelijk haalt ODRU deze taakstelling niet. 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin '24 - eind '24) Vreemd vermogen (begin '24 - eind '24) Financieel resultaat (eind 2024) Bijdrage SV 2024
Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 6% € 315  € 3.171 € 0 € 2.130
    Aandeel in totale begroting: 10,2% € 809 € 3.160

 

GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4

Terug naar navigatie - GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4

Het doel van de GGDrU is het bevorderen van de Volksgezondheid en het voorkomen van ziekten door het verrichten van preventieve interventies. GGDrU voert een groot aantal wettelijke taken uit. In 2024 zet de GGDrU extra in op betere arbeidsvoorwaarden, informatievoorziening- en technologie en Jeugdgezondheidszorg om aan de wettelijke taken te kunnen blijven voldoen. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
GGD regio Utrecht (GGDrU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 6% € 2.004  € 19.736 € 0 € 3.109
    Aandeel in totale begroting: 5,4 % € 1.603 € 18.942

Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - Programma 5

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - Programma 5

Het RHCVV heeft een tweeledig doel, te weten (1) archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten en (2) het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties. Het RHCVV continueert in 2023 de inhoudelijke beleidskeuzes uit de businesscase 2018 en de beleidsvisie 2020-2024. Het RHCVV heeft daarbij de volgende focus:

  • archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten
  • het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties
  • met deelnemende gemeenten voorbereiden/overbrengen (digitale) archieven naar het e-depot
  • uitbreiden en doorontwikkelen digitale dienstverlening voor burgers en ambtenaren
  • nieuwe (archief)wetgeving implementeren.

Naar aanleiding van het uittreden van gemeente Weesp is een bestuurlijke toekomstverkenning uitgevoerd en begin 2023 afgerond. De toekomstverkenning heeft voor de langere termijn duidelijk gemaakt, welke middelen nodig zijn voor een vitaal RHCVV, dat voldoende geëquipeerd is voor de wettelijke taakuitvoering voor de drie deelnemende gemeenten en hun inwoners. De uitkomsten hiervan worden ter besluitvorming voorgelegd aan de bestuurlijke organisaties van de gemeenten in september 2023. Het verschil is middels een reservering verwerkt in de Programmabegroting 2024.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen  Burgemeester AB: stemrecht Steminvloed 33,3% € 462  € 250 € 0 € 701
    Aandeel in totale begroting: 42,5% € 300 € 250

Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

De AVU is sinds 1984 de regie- en kennisorganisatie voor de duurzame en kosteneffectieve verwerking van door de Utrechtse gemeenten bij huishoudens ingezamelde afvalstromen.

  • Daar waar inzameling en transport van afvalstoffen door de AVU aan derden is uitbesteed, zullen contracten tijdig worden aanbesteed. Indien deze activiteiten middels dienstverlenings-overeenkomsten worden verzorgd, zal de AVU ook deze overeenkomsten tijdig en in overleg met de partners verlengen.
  • De AVU draagt zorg voor de tijdige aanbesteding van de verwerkingscontracten van de aan de AVU in beheer overgedragen afvalstromen.
  • Er worden voor 2024 geen wijzigingen voorzien in de regelgeving omtrent de afvaldeelstromen die van invloed kunnen zijn op de lopende contracten en op de begroting.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed 6% € 100 - € 14.000 - € 0 € 2.732
    Aandeel in totale begroting: 5,5% € 100 € 14.000

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) - Programma 1

Terug naar navigatie - Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) - Programma 1

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug en Zeist en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De BghU heft en int belastingen namens haar deelnemers en stelt de hoogte van de WOZ-waarden vast voor alle onroerende zaken in deze gemeenten.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat (eind 2024) Bijdrage SV 2024
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Collegelid DB: stemrecht Steminvloed 6% € 481  € 4.604  € 0 € 1.121
    Aandeel in totale begroting: 6% € 381 € 5.484

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

Terug naar navigatie - NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

De NV Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank verstrekt krediet tegen lage tarieven waarmee de bank duurzaam bijdraagt aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger, c.q. duurzaam bijdraagt aan de publieke taak. De gemeente Stichtse Vecht bezit 29.523 aandelen in BNG.

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) *) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder

€ 4.615 -

€ 4.615

€ 107.459 -

€ 107.459

€ 0

 

€ 0

*) Geen begroting 2024. Cijfers komen uit Jaarverslag 2022.

Vitens - Programma 5

Terug naar navigatie - Vitens - Programma 5

Het winnen, produceren, distribueren en leveren van drinkwater is de primaire taak van Vitens. Klanten kunnen vertrouwen op de leveringszekerheid van drinkwater, een optimale kwaliteit en een zo laag mogelijke prijs (Vitens heeft de laagste drinkwaterprijs van Nederland). Vitens staat de komende jaren voor een grote investeringsopgave. De investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid nu en in de toekomst van voldoende en schoon drinkwater. De gemeente Stichtse Vecht is aandeelhouder en bezit 58.097 aandelen Vitens (1% van het totaal).

Door toenemende onzekerheden als gevolg van economische ontwikkelingen, de effecten van klimaatverandering en de wens om de tarieven meer variabel te maken, is Vitens genoodzaakt vanaf 2024 een aantal uitgangspunten voor de begroting te wijzigen. Dit met als doel de financieringspositie binnen de geldende regelgeving zo optimaal mogelijk te kunnen versterken.  
Wijzigingen in de uitgangspunten:

  •  Vitens zal voor de kosten voor droogteschade scenario's doorrekenen en de financiële impact van het worst case scenario meenemen in het jaarplan.
  • Het vastrecht wordt op verzoek van de aandeelhouders in 2024 zover mogelijk verlaagd rekening houdend met de regelgeving.
  • De onzekerheid in de afzet is het afgelopen jaar toegenomen. Vitens zal diverse scenario's doorrekenen voor de afzet en de financiële impact van het worst case scenario meenemen in het jaarplan om te borgen dat de afzet wordt gerealiseerd.

Deze uitgangspunten leiden tot tariefstijging voor 2024 en verder en vergroten de kans op overwinst. Vitens dient vanuit de geldende regelgeving overwinsten terug te geven aan de klant, wat kan leiden tot tariefschommelingen van jaar tot jaar. Over de jaren heen ondervindt de klant hier geen nadeel van. Vanwege de investeringsopgave waar Vitens voor staat, ziet Vitens naar verwachting de komende jaren geen ruimte om dividend uit te keren aan haar aandeelhouders. 

 

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024

Vitens *)

Collegelid

Stemrecht als aandeelhouder

(Stichtse Vecht heeft 58.097 aandelen dit 1% van het totaal)

€ 684,8

€ 724,1

€ 1.537,0-

€ 1.682,2

€ 35,8 0

*) Geen begroting. Cijfers komen uit Financieel Jaarplan 2023-2027 (datum: 24 oktober 2022)

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

De doelstelling van Stichting MEC betreft het organiseren van Natuur en Milieu Educatieactiviteiten in de gemeente Stichtse Vecht, met als belangrijkste doelgroep het basisonderwijs. Activiteiten en samenwerkingen die vanuit het MEC Maarssen plaatsvinden, staan opgenomen in nieuwsbrieven en op de website van de OdrU. Er worden door de OdrU onder andere leskisten samengesteld waarmee de basisscholen lessen op het gebied van Natuur- en Milieueducatie kunnen geven. Daarnaast worden tentoonstellingen gehouden en excursies georganiseerd.

Naam 

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) Collegelid

Voorzitter Steminvloed 

40%

€ 103 - € 2 - € 0

Maakt deel uit van de bijdrage aan OdrU

      € 103 € 2

Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) - Programma 3

De SUWU is een gemeenschappelijke regeling van zes gemeenten in de regio Utrecht West. Het doel van de stichting is het beslissen op ingediende aanvragen voor een woonurgentie in het kader van de Huisvestingsverordening. 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Stichting Urgentieverlening West Utrecht  Collegelid Stemrecht in AB € 28 n.v.t. € 0 € 22
      € 28  

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de verplichte paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe onze gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. Daarnaast wordt in deze paragraaf de grondprijzenbrief voor komend jaar vastgesteld.

Nota grondbeleid

Terug naar navigatie - Nota grondbeleid

In de Nota grondbeleid staan de beleidsuitgangspunten van het grondbeleid. Het uitgangspunt hierbij is om niet te kiezen voor één bepaalde vorm van grondbeleid, maar dit per locatie of project te bezien. Per project maken we de afweging of de wij de grond zelf in ontwikkeling nemen of dat we de afwikkeling gedeeltelijk dan wel geheel overlaten aan een marktpartij. Hiervoor is een afwegingskader geschreven, waarin we beoordelen of het initiatief wenselijk is, of het financieel haalbaar is, of de financiële risico’s ten opzichte van de financiële middelen acceptabel zijn en of voldoende kennis en capaciteit binnen de onze gemeente beschikbaar is.

Wij kiezen ten aanzien van het te voeren grondbeleid voor maatwerk en marktwerking. In de praktijk betekent dit dat wij overwegend een faciliterend grondbeleid voeren.

Algemene reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Algemene reserve grondexploitatie

Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie voegen we bij afsluiting toe aan de Algemene reserve grondexploitatie. Bij voorzienbare tekorten treffen we een voorziening. In principe wordt de gehele winst van een grondexploitatie genomen bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij het mogelijk is om op verantwoorde wijze al vooruitlopend op de afsluiting een deel winst te nemen. Voorwaarde is dat daadwerkelijk sprake is van gerealiseerde winsten in de grondexploitatie en dat we die uit oogpunt van verantwoorde bedrijfsvoering (rekening houdend met nog te realiseren kosten en opbrengsten) ook opnemen. Daarbij volgen we de standpunten zoals opgenomen in de Notitie BBV grondexploitatie 2019 over tussentijdse winstneming.

Als college hebben wij de bevoegdheid om een werkbudget uit de Algemene reserve grondexploitatie aan te wenden voor de eerste plan- en onderzoekskosten bij ruimtelijke ontwikkelingen. Na het operationeel verklaren van het betreffende project met de vaststelling van de grondexploitatie brengen we de kosten ten laste van de grondexploitatie en vloeien de eerder anticiperend uitgegeven gelden vanuit de grondexploitatie terug naar de reserve grondexploitatie. De omvang van de Algemene reserve grondexploitatie is vastgesteld op minimaal € 200.000 en maximaal € 600.000. Indien het saldo van de reserve grondexploitatie hoger is, romen we de waarde af naar de Algemene reserve, en als het saldo lager is, vullen we het aan vanuit de Algemene reserve

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Grondexploitatie is een risicodragende activiteit, die vraagt om adequate analyse en beheersing van deze risico’s. Bij het opstellen van een exploitatieberekening stellen we daarom ook een risicoanalyse op. Bij de jaarlijkse actualisering van de exploitatieberekening actualiseren we ook de risicoanalyse.
Een financieel uitgangspunt bij grondexploitaties is het realiseren van een sluitende exploitatie, waarin alle kosten worden verhaald op het project.

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondexploitaties

Vastgestelde grondexploitaties:

Haarrijnweg 5 te Maarssen 
Op 2 november 2021 heeft de gemeenteraad het stedenbouwkundig plan en de ontwikkelstrategie vastgesteld voor de realisatie van woningen op deze locatie. Ook is een grondexploitatie geopend voor de uitvoering van dit plan. Bij het ontwikkelen van woningen aan de Haarrijnweg 5 gaan we uit van: 

  • grondgebonden woningen (toegankelijk vanaf het straatniveau)
  • 17 woningen op deze locatie
  • 6 woningen in de sociale huur voor de doelgroep maatschappelijke opvang en beschermd wonen (MOBW)
  • 7 (huur)woningen voor middeninkomen
  • 4 woningen voor de verkoop in het vrije segment

Samen met de betrokken partijen en omwonenden is een beeldkwaliteitsplan voor de woningen uitgewerkt. Met Portaal is een overeenkomst gesloten voor de realisatie van de 6 MOBW-woningen en de 7 huurwoningen. De 4 vrije kavels zullen worden aanbesteed. In juni 2023 heeft het college van B&W het ontwerp bestemmingsplan vastgesteld. De aanbesteding voor het voorbelasten en het bouwrijp maken van het gehele terrein kan in gang kan worden gezet. Uitvoering van de werkzaamheden is vooralsnog ingepland in Q1 2024.

Fetha 3, 14 en 16 te Vreeland 
Het gezondheidscentrum van de STAG, het dorpshuis in Vreeland en de gymzaal aan de Fetha 3, 14 en 16 zijn sterk verouderd en niet duurzaam. De gemeente wil deze gebouwen graag onderbrengen in een nieuw multifunctioneel centrum. Ook is er ruimte om 5 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen op de plek waar het huidige STAG-gebouw staat. De gemeente onderzoekt, samen met omwonenden, de mogelijkheden voor nieuwbouw op deze locatie. De gemeenteraad heeft in juni 2022 het conceptontwerp vastgesteld en een extra voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld om het conceptontwerp verder uit te werken tot een definitief ontwerp. In juli 2022 is de grondexploitatie voor deze planontwikkeling door de gemeenteraad akkoord bevonden. 

Zodra het definitieve ontwerp en de grondexploitatie gereed zijn worden deze opnieuw aan de gemeenteraad voorgelegd ter vaststelling, waarna gestart kan worden met de planologische procedure.


Harmonieplein Maarssen 
Voor de gebiedsontwikkeling Harmonieplein is een stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit gaat uit van realisatie van een aantrekkelijk dorpsplein voor Maarssen-dorp met levendige functies. Daaromheen worden drie deelplannen ontwikkeld. Deelplan Zuid betreft woningbouw en is eigendom van een ontwikkelaar. Deelplan Kindcentrum zorgt voor huisvesting van twee scholen, een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en BSO. Deelplan Noord is eigendom van ons en bestaat uit woningbouw op de verdieping en horeca en maatschappelijke en commerciële voorzieningen in de plint. In het plan wordt gezocht naar een goede oplossing voor verkeersafwikkeling en voldoende parkeerplaatsen. Binnen de voorliggende grondexploitatie van de gebiedsontwikkeling Harmonieplein zijn de voorbereidingskosten, de inbrengwaarde van de bibliotheek en de inrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied gedekt met opbrengsten uit de woningen en appartementen in de ontwikkeling.

Voor de gebiedsontwikkeling worden drie afzonderlijke bestemmingsplannen gemaakt. Twee van de drie plannen zijn in 2020 in procedure gebracht. Deze twee bestemmingsplannen hebben we opgesteld in samenspraak met de klankbordgroep. Het bestemmingsplan Kindcentrum is in 2021 vastgesteld en onherroepelijk geworden. De omgevingsvergunning voor de bouw is verleend en het Kindcentrum is reeds opgeleverd. Het ontwerpbestemmingsplan Zuidblok heeft ter inzage gelegen en verwachten we in het najaar voor besluitvorming aan de raad aan te bieden. Vervolgens is het de bedoeling om het noordblok aan te besteden. Uit de aanbesteding moet een ontwikkelaar volgen die een plan maakt voor het noordblok. Daarnaast doorlopen we het participatietraject voor een ontwerp van de openbare ruimte.


Veenkluit te Tienhoven 
Dit project betreft het herhuisvesten van dorpshuis De Veenkluit en de gymzaal naar het naastgelegen leegstaande onderwijsgebouw en het herinrichten van het openbaar gebied eromheen. De vrijgekomen locatie van het dorpshuis wordt herontwikkeld tot zeven woningen. Dit geeft inkomsten vanuit grondverkoop aan de grondexploitatie en moet voor de gehele herontwikkeling leiden tot een budgetneutraal resultaat.

Het huidige dorpshuis en de gymzaal zijn in eigendom van de Stichting Dorpshuis Tienhoven/Oud-Maarsseveen e.o. en moeten verworven worden. De stichting investeert dit bedrag weer in de nieuwbouw van voorheen OBS ’t Palet naar een nieuw dorpshuis. De overige kosten bestaan voornamelijk uit bouwkosten en plankosten. De opbrengsten bestaan vooral uit grondverkoop aan een ontwikkelaar en bijdragen vanuit Onderwijs en het dorpshuis zelf. Op 1 juli 2020 heeft uw raad ingestemd met een nieuwbouwvariant van het dorpshuis en de gymzaal. De aanbesteding voor de bouw is in juli 2023 afgerond. De bouwwerkzaamheden zullen in oktober 2023 aanvangen. 


Afvalscheidingsstation te Breukelen
In het derde kwartaal van 2023 wordt het nieuwe bestemmingsplan in procedure gebracht voor het Afvalscheidingsstation en de overige functies zoals de Gemeentewerf, Kansis Groen, Circulair Ambachtscentrum en het Gronddepot. In het laatste kwartaal van 2023 staat de start van de voorbelasting gepland wat ongeveer driekwart jaar in beslag zal nemen. Parallel daaraan starten begin 2024 de aanpassingen van de huidige Corridor. Verkeerskundige maatregelen zoals de aanleg van een fietspad-voetpad zijn noodzakelijk voor de komst van de nieuwe functies. Onder voorbehoud van een voorspoedige voorbelastingsperiode en bestemmingsplanwijzing zal in het derde kwartaal van 2024 de bouw van het nieuwe Afvalscheidingsstation starten.
De oplevering van het nieuwe complex en de nieuwe infrastructuur staat gepland voor het eerste kwartaal van 2025.

 

Grondexploitaties administratief geopend:
Hieronder volgt een opsomming van de grondexploitaties die administratief zijn geopend. Hiervoor is nog geen bestemmingsplan vastgesteld voor de gewijzigde bestemming.

Kuyperstraat te Maarssen 
Deze ontwikkellocatie ligt aan de Kuyperstraat in Maarssen. In het plangebied heeft de Kardinaal Alfrinkschool gestaan. Doordat de functie schoollocatie is komen te vervallen hebben wij plannen om deze locatie te ontwikkelen tot woningbouwlocatie met als uitgangspunt sociale huur. Voor de Kuyperstraat wordt op basis van een eerder door uw raad genomen realisatiebesluit met Portaal verder gewerkt aan de planontwikkeling. Die wordt planologisch verankerd in een bestemmingsplan waarvan de procedure wordt doorlopen. Het college zal in het laatste kwartaal 2023 een besluit inzake ontwerpbestemmingsplan nemen. Afspraken worden met Portaal vastgelegd in een anterieure overeenkomst. 

Zogwetering te Maarssen 
Eind januari 2019 heeft uw raad een voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeente (Wvg) opgelegd op de percelen van de rioolwaterzuivering en een perceel van een particulier aan de Machinekade in Maarssen. Op de Machinekade rust inmiddels geen voorkeursrecht meer. In 2019 zijn we een participatietraject met bewoners gestart om te komen tot een nota van uitgangspunten. Wij hebben de Concept-structuurvisie vastgesteld en ter inzage gelegd. In Q4 van 2021 is de Concept-structuurvisie ter vaststelling aangeboden aan uw raad en unaniem vastgesteld. Op basis van de structuurvisie is een stedenbouwkundig programma van eisen opgesteld en is deze in 2022 vastgesteld door het college. Samen met vertegenwoordigers van de wijk zijn verschillende modellen stedenbouw besproken en is een voorkeur uitgesproken voor een stedenbouwkundige hoofdopzet. Onderhandelingen over de aankoop van de rioolzuivering zijn nog gaande. In een grondexploitatie brengen we de verwachte opbrengsten en kosten in beeld.

 

Overige ontwikkellocaties:
Hieronder volgt een opsomming van de overige ontwikkellocaties. Voor deze locaties is nog geen bestemmingsplan vastgesteld voor de gewijzigde bestemming.

’t Kockenest Kockengen 
De voormalige basisschool ’t Kockenest ligt aan de Koningin Julianaweg en de Prinses Margrietweg in Kockengen. Doordat de schoolfunctie met het vertrek van de basisschool is komen te vervallen, komt deze locatie in aanmerking voor herontwikkeling tot woningbouwlocatie. Eind 2016 is het voormalige schoolgebouw gesloopt. Woningstichting Vecht en Omstreken heeft plannen voor een appartementencomplex in de sociale huursector op deze locatie. De anterieure overeenkomst is in Q2 2023 ondertekend.  Het plan wordt planologisch verankerd in een bestemmingsplan waarvan de procedure wordt doorlopen. Het college zal in het laatste kwartaal 2023 een besluit inzake ontwerpbestemmingsplan nemen. Hierbij zal ook een informatieavond worden georganiseerd voor de buurt. 

Daalse Hoek Maarssen
De Daalse Hoek bestaat uit grond en opstallen die in eigendom zijn van onze gemeente. De gebouwen die op de Daalse Hoek staan, zijn technisch en esthetisch verouderd. In 2019 hebben we grond en opstallen van stichting Reinaerde aangekocht, waarna één van de verouderde schoolgebouwen is gesloopt. Ook KBS De Pionier en de gymzaal zijn onderdeel van het plangebied.
In 2018 is een stedenbouwkundig plan in bestuurlijke procedure gebracht. Er bleek onvoldoende draagvlak te zijn voor dit plan, voornamelijk vanwege bezwaren van omwonenden met betrekking tot de geluidsimpact van de nieuw te bouwen school. Begin 2022 is besloten een tweede locatie voor De Pionier op te nemen in het stedenbouwkundige plan van Zuilense Vecht. Het betekent dat de nieuw te bouwen school op Daalse Hoek kleiner wordt. Als er voldoende capaciteit is, wordt een nieuw stedenbouwkundig plan voor Daalse Hoek opgezet waarin ook middenhuur een plaats krijgt. Het project ligt momenteel stil vanwege het ontbreken van personeel.

Zuilense Vecht te Maarssen
In opdracht van de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht is een gebiedsvisie opgesteld voor Sportief Park Zuilense Vecht. Op 6 maart 2018 heeft uw raad deze Gebiedsvisie Zuilense Vecht vastgesteld. Door een open, groene verbinding te maken in samenhang met de omliggende buurten kunnen we een nieuwe groenstructuur creëren, die bijdraagt aan de groeiende behoefte aan sporten, bewegen en recreëren (ook buiten verenigingsverband om) en aan de ontmoetingsfunctie. De min of meer verouderde sportparken die we nu monofunctioneel gebruiken, richten we compacter, toekomstbestendig en multifunctioneel in. We voegen woningen toe, buiten de rode contour, vanwege de behoefte hieraan, om de bestaande wijken te verbinden en om de plannen financieel mogelijk te maken. Woningbouw is geen doel op zich, maar een afgeleide van de wens het sportpark te moderniseren.
De provincie keurt dit bouwen buiten de rode contour alleen goed als aan de voorwaarde wordt voldaan dat er naast een modern sportpark óók de genoemde kwalitatief goede verbinding komt tussen de beide gemeenten. Als dat niet gebeurt, en we bezuinigen op de kwaliteit van lint en sport, werkt men niet mee aan het bouwen buiten de rode contour.

Een extern stedenbouwkundig bureau heeft voor beide gemeenten de Gebiedsvisie uitgewerkt tot een maatvast Gebiedsplan. Hierin wordt inzicht gegeven in het uiteindelijke woningbouwprogramma, de kosten en opbrengsten en de gemeenschappelijke ruimtelijke uitgangspunten voor de hoofdonderdelen Sportief park, het lint en de woningbouwvlekken.
In het Gebiedsplan is het gebied uitgewerkt tot een samenhangend geheel. Het gebied vormt zowel een groene buffer als een aantrekkelijke verbinding tussen beide gemeenten. Het sportieve park wordt open en toegankelijk gemaakt. De nieuwe woongebieden sluiten op een vanzelfsprekende manier aan op de bestaande bebouwing én op het sportieve park en vormen zo een sociale en ruimtelijke schakel. Het Gebiedsplan bevat een nieuwe langzaamverkeerverbinding met voorzieningen voor sport, spel en ontmoeting. In het Gebiedsplan is duurzaamheid een speerpunt: het gaat hier om energie, materiaalgebruik en ecologie.
De hoofdlijnen en leidende principes van het Gebiedsplan zijn uitgewerkt in een Stedenbouwkundig plan van eisen (SPvE) en een Inrichtingsplan van eisen (IPvE). Het SPvE en IPvE zijn door uw raad inmiddels vastgesteld. Om het Gebiedsplan te kunnen realiseren moeten de geldende bestemmingsplannen in zowel Stichtse Vecht als Utrecht herzien worden. Het uitgangspunt is dat Stichtse Vecht en Utrecht gezamenlijk en gelijktijdig de bestemmingsplanprocedure doorlopen. Elke gemeente stelt voor haar eigen grondgebied een nieuw bestemmingsplan vast.

In 2024 zal het definitief ontwerp inrichtingsplan voor het sportieve park bestek gereed worden gemaakt waarna de aanbestedingsprocedure kan worden opgestart. In 2024 zal ook verder uitvoering worden gegeven dan wel worden gestart met het bouwrijpmaken van de ondergrond voor de nieuwe clubaccommodaties van VVMaarssen / DWSM, de tennisvereniging Luck Raeck en de onderwijsvoorziening. In 2024 wordt ook de bouw van de nieuwe clubaccommodatie voor VVMaarssen / DWSM opgestart. Na realisatie daarvan kan ook een aanvang worden gemaakt met het bouwrijpmaken van de woningbouwlocatie. Ten behoeve van de woningbouwlocatie zal een tenderprocedure worden opgestart.


Planetenbaan – Het kwadrant 
Op 3 juni 2020 heeft uw raad het stedenbouwkundig kader en randvoorwaarden Planetenbaan en Het Kwadrant vastgesteld. Dit kader en randvoorwaarden bieden de basis voor verdere uitwerking van een nieuw op te stellen bestemmingsplan en PlanMER (milieu-effectrapportage). Hiervoor volgen we de gebruikelijke procedures van de Wet op de ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. Op basis van de randvoorwaarden zijn op 27 september 2023 de ontwikkelkaders vastgesteld wordt naar verwachting in de raadscyclus van november de grondexploitatie voorgelegd voor besluitvorming. 
De gemeente heeft zelf geen grondeigendom in het plangebied met uitzondering van de openbare ruimte tussen de deelgebieden. Met initiatiefnemers zijn gesprekken gaande over de stedenbouwkundige invulling, het programma, de juridische contracten en het bijdragen aan het gebiedsfonds voor de integrale ontwikkeling van Planetenbaan en Het Kwadrant.

Naar verwachting wordt het ontwerp bestemmingsplan voor 1 december 2023 ter inzage gelegd. En bieden we het bestemmingsplan en PlanMER eind Q1 2024 voor vaststelling aan uw raad aan.


Haagstede 
In maart 2023 zijn door de projectontwikkelaar van Haagstede diverse vergunningaanvragen, ten behoeve van de woningbouw, de parkzone en verkeersontsluiting ingediend. Parallel aan deze aanvraag, is op 15 juni 2023 de verkoop van fase 1 van de woningen gestart. De verkoop is verdeeld in 2 fasen. Verwachting is dat fase 2 aansluitend aan de bouw van fase 1 zal worden gerealiseerd. De bouwrijpmaak periode zal naar verwachting in 2023 worden afgerond. Begin 2024 kan er dan daadwerkelijk gestart worden met de bouw van de woningen uit fase 1. De eerste woningen en bijbehorend openbaargebied, worden naar verwachting in 2024 opgeleverd.


Nieuwbouw Broeckland College 
In maart 2023 is de tijdelijke huisvesting voor de theorielessen van het Broeckland College in gebruik genomen. Daaropvolgend is gestart met de sloop van het huidige schoolgebouw. Het gedeelte waarin de praktijklessen worden gegeven, blijft gedurende de gehele bouwperiode in gebruik. In juli 2023 is gestart met de eerste bouwwerkzaamheden. Naar verwachting wordt het nieuwe schoolgebouw in oktober 2024 opgeleverd. 
Aansluitend op de ingebruikname van de school, zal de tijdelijke huisvesting (op het huidige schoolplein en op handbalveld 2 van HV Nijenrodes) worden verwijderd. Ook zullen de praktijklokalen worden afgebroken en wordt het schoolplein ingericht. In Q1 2025 zullen alle werkzaamheden worden afgerond. 

 

Meerjarenplanning
De onderstaande tabel geeft inzicht in de geprognosticeerde totale cashflows van opbrengsten en kosten (rode staven) en in het totale resultaat (blauwe lijn) van de huidige vastgestelde grondexploitaties over meerdere jaren. 



Grondprijzenbrief

Terug naar navigatie - Grondprijzenbrief

Met de vaststelling van de grondprijzenbrief leggen wij de manier van grondprijsbepaling vast, vaste prijzen voor sociale woningbouw, niet-commerciële voorzieningen en snippergroen. Daarnaast nemen we de tarieven voor kostenverhaal en kostencategorieën mee. De grondprijzenbrief is onderdeel van de Nota grondbeleid en wordt jaarlijks geactualiseerd in de paragraaf Grondbeleid van de begroting.  

Type Methode van grondprijsbepaling Prijs
Projectmatig woningbouw Residuele grondwaarde met als ondergrens minimale grondquote van 25%
Vrije kavels Per locatie bepaald
Kavels ten behoeve van de sociale huur Kavels worden vrij van opstallen en verharding opgeleverd. Kabels, leidingen en groen worden verwijderd. De grond wordt schoon naar functie geleverd. Dit betekent dat uit bodemonderzoek blijkt dat de bodemgesteldheid geschikt is voor de functie. Daarnaast wordt vooraf bij verdachte locaties een archeologisch onderzoek uitgevoerd. De ambtelijke uren (plankosten) voor de bestemmingsplanprocedure zijn in de kavelprijs verwerkt. Op de grondprijzen voor sociale woningbouw wordt de methodiek van de stapelings- of hoogtefactor toegepast. Het aantal woonlagen bepaalt de hoogtefactor voor het geheel.
Kavels voor sociale huurwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 met een maandhuur tot lage aftoppingsgrens € 19.075 per kavel
Kavels voor sociale huurwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 met een maandhuur tot hoge aftoppingsgrens € 20.165 per kavel
Sociale huurwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 met een maandhuur tot liberalisatiegrens € 22.454 per kavel
Kavels voor betaalbare koopwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 Residuele methode met als ondergrens
€ 21.800 per kavel
Snippergroen Zie nota restgroen € 206 per m²; projectprijs €141 per m²
Reststroken bij ontwikkellocaties tot 100 m² € 600 per m² met een minimale koopsom van € 5.614 per transactie
Nutsvoorzieningen € 281 per m² excl. BTW
Tuin bij woonboten van 0-250 m² € 206 per m²
Tuin bij woonboten 250-500 m² € 112 per m²
Tuin bij woonboten voor het gedeelte vanaf 250 m² tot 500 m² Middels taxatie te bepalen
Gemeentelijk kostenverhaal bij initiatieven van derden
Initiatieven die meeliften bij bestemmingsplanactualisatie € 8.993
Categorie 1 Complexiteit tussen 0 en 10 % € 18.203
Categorie 2 Complexiteit tussen 10 en 25 % € 34.880
Categorie 3 Complexiteit tussen 25 % en 50 % € 60.686
Categorie 4 Complexiteit tussen 50 % en 75 % € 104.531
Categorie 5 Complexiteit tussen 75 % en 100 % € 133.743