Hieronder is een analyse op hoofdlijnen (in miljoenen) opgenomen van het voordelige jaarrekeningsaldo van € 1.901.893. Een meer gedetailleerde analyse is opgenomen bij de programma’s, waar een analyse op taakveld is opgenomen.
Programma 1 Bestuur voordelig € 2,5 mln. voordelig
Het voordeel wordt vooral bepaald door het incidenteel effect ten aanzien van de algemene uitkering (€ 2,8 mln.), te specificeren naar vrijval van de stelpost achteruitgang algemene uitkering (€ 1,3 mln.) en de inkomsten van de decembercirculaire 2021 (€ 1,5 mln.). De stelpost dient om het verwachte nadelig begrotingssaldo op reguliere activiteiten als gemeld in de bestuursrapportage 2021 zoveel mogelijk op te vangen. Voor een toelichting op de decembercirculaire, zie RIB nummer 9 van 24 februari 2022.
Verder is er een voordeel van € 0,4 mln. door meer OZB inkomsten (€ 0,3 mln.) dan begroot en vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren (€ 0,1 mln.)
Het nadelig effect op het programma is verantwoord op het taakveld overhead (€ 1,3 mln.), Het afgelopen jaar zijn door personeelsverloop extra vacatures ontstaan. We hebben meer gebruik moeten maken van externe (duurdere) inhuur. Een deel van deze kosten wordt onttrokken aan de coronareserve (€ 0,6 mln.). Per saldo resteert per saldo een nadeel van € 0,7 mln. Een uitgebreidere toelichting ten aanzien van de overhead is terug te lezen in de paragraaf bedrijfsvoering.
Programma 2 Veiligheid € 0,3 mln. voordelig
Het voordelig saldo heeft vooral betrekking op het taakveld openbare orde en veiligheid. Er is voordeel van € 0,2 mln. op de personeelslasten. Mede door de landelijke vraag i.v.m. handhaving coronamaatregelen, hebben we de openstaande formatieruimte niet geheel in kunnen vullen.
Het resterende voordelige effect van € 0,1 mln. zijn diverse kleinere voor- en nadelen. De helft hiervan komt door de latere aanbesteding van de opvang van zwerf- en wilde dieren.
Programma 3 Fysiek € 0,5 mln. voordelig
Binnen het programma Fysiek zijn voordelen op de overige lasten door vertraging in de uitvoering ten aanzien van verkeer, vervoer en openbaar groen (€ 2,1 mln.). Hierdoor wordt ook voor (€ 1,4 mln.) minder uit reserves onttrokken, voor civiele constructies (Evert Stokbrug) en Oostelijke vechtplassen. Voor verkeer, openbare verlichting, gebiedsgericht werken, groen, water, oevers, kades, natuur, speelterreinen en milieubeheer is er vooral sprake van vertraging door aanbestedingsprocedures, onderbezetting en corona. Het effect voor het rekeningsaldo bedraagt € 0,7 mln. Ook bij milieubeheer ontstaat door een vergelijkbare oorzaak een voordeel van € 0,2 mln. Per saldo een voordeel van € 0,9 mln.
Het nadeel binnen het programma betreft vooral het taakveld afvalstoffenheffing (€ 0,5 mln.) door vooral hogere en meer verwerkingskosten, waarvan € 0,2 mln. is toe te schrijven aan corona (hoger aanbod van afval). Per saldo een nadeel van € 0,3 mln.
Ook binnen het taakveld volkshuisvesting zijn diverse voordelige effecten, die een financieel neutraal effect hebben door de verrekening met de reserve en de balans. De voornaamste op dit taakveld is grondexploitatie. De vrije ruimte binnen de algemene reserve grondexploitatie bedraagt ultimo 2021 € 0,75 mln. De actuele ontwikkelingen van de diverse locaties zijn beschreven in de paragraaf grondbeleid.
In de toelichting bij het programma zijn ook meerdere administratief technische voor- en nadelen beschreven, zoals omzetting van de reserve onderhoud wegen (€ 8,6 mln.) naar een voorziening. Deze omzetting heeft per saldo een neutraal effect binnen het programma.
Het overige effect van € 0,1 mln. nadelig betreft diverse posten, waaronder ook diverse overschrijding op toegerekende personeelskosten en onderschrijdingen op kapitaallasten.
Programma 4 Sociaal € 3,4 mln. nadelig
Het nadelig saldo van het programma sociaal wordt veroorzaak door overschrijdingen op de jeugdzorg en de WMO (€ 3,8 mln.). Deze overschrijdingen hebben overwegend een structureel karakter. Zo is meer uitgegeven WMO voorzieningen collectief vervoer, hulpmiddelen en woningaanpassingen (€ 0,3 mln.) en huishoudelijke hulp (€ 0,6 mln.). Oorzaak van de hogere uitgaven is een toenemende vraag, die is toe schrijven aan meer inzet door vergrijzing, corona, het abonnementstarief (lage drempel) en een grotere ondersteuningsvraag. Ook zijn de tarieven voor dienstverlening gestegen. Dit effect was nog niet voorzien in de begroting 2021. Ook de hogere uitgaven voor WMO begeleiding (€ 0,4 mln.) en Jeugdzorg (€ 2,5 mln.) hebben een structureel karakter. Hiermee is bij de kadernota 2022 wel rekening gehouden.
Het nadeel van incidentele aard betreft eenmalige contractuele implementatiekosten voor de inrichting & opbouw van TIM Stichtse Vecht ( € 0,5 mln.).
De bijstandslasten (Participatiewet, IOAW/IOAZ) laten een voordeel zien van € 0,8 mln. ten opzichte van de begroting. We zijn er in geslaagd om het totaal aantal uitkeringen te verminderen. In 2021 is het klantenbestand in beeld gebracht en het instrumentarium aan participatietrajecten uitgebreid. Ook is er geïnvesteerd in onze werkgeversdienstverlening. Dit heeft er toe geleid dat we een fors voordeel op de bijstandslasten hebben gerealiseerd. Tegenover dit voordeel staan hogere uitgaven voor bijzondere bijstand en minimabeleid (€ 0,3 mln.).
Het resterende voordelige effect van € 0,3 mln. zijn diverse kleinere voordelen.
Programma 5 Samenleving € 1,9 mln. voordelig
De uitgaven met betrekking tot sportaccommodaties zijn € 0,3 mln. lager. Zo is op investeringsbijdragen in sportterreinen € 0,2 mln. minder uitgegeven, omdat velden het afgelopen jaar nog niet aan renovatie of vervanging toe waren. Voor het overige hebben we minder werk kunnen wegzetten voor het onderhoud van de buitensportvelden, omdat het maximumbudget van het raamcontract is bereikt. Hierdoor ontstaat een onderhoudsachterstand, die moet worden ingelopen. Wij hebben het afgelopen jaar ongeveer € 0,3 mln. minder uitgegeven dan geraamd, omdat, als gevolg van corona, diverse accommodaties langere tijd gesloten zijn geweest en daardoor de gebruikskosten lager zijn uitgevallen.
Op het taakveld economie is per saldo € 0,1 mln. over gehouden. Door her prioritering van de werkzaamheden en de coronacrisis, zijn werkzaamheden als uitvoering geven aan de toekomstvisie bedrijventerreinen en de aanpak Vitale Kernen naar 2022 verschoven. Aan de andere kant heeft de tijdelijke invulling van vacatures met externe inhuur meer gekost dan begroot.
Op het taakveld onderwijs is € 0,8 mln. over gehouden. Aan leerlingenvervoer is door corona en chauffeurstekort minder uitgegeven (€ 0,2 mln.). Voor de kosten die wij de afgelopen jaren hebben gemaakt voor het opzetten van een internationale schakelklas voor de regio is een incidentele bijdrage van bijna € 0,2 mln. ontvangen, die niet was begroot.
Op het gebied van huisvesting onderwijs is € 0,2 mln. niet uitgegeven, omdat het achterstallig onderhoud op de Buitenweg 312, dat nodig is voor de eigendomsoverdracht naar het schoolbestuur, nog niet volledig is uitgevoerd. De overige € 0,2 mln. betreft lagere uitgaven door minder subsidieaanvragen in het kader van de Lokaal Educatieve Agenda, het veel lager uitvallen van de kosten van een WOB-verzoek over de mogelijke vestiging van het Broecklandcollege op het sportcomplex en een resterend budget om het Integraal Huisvestingsplan Maarssenbroek (IHP) af te ronden.
Voor cultuur zijn door de coronamaatregelen activiteiten uit de verdeling cultuurgelden 2021 niet door kunnen gaan of is dit op een andere manier gebeurd. Hierdoor is ongeveer € 0,3 mln. minder uitgegeven.
Het resterende voordelige effect van € 0,1 mln. zijn diverse kleinere voordelen.