Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf beschrijven wij onze beleidsvoornemens in 2023 voor de lokale heffingen en de leges. Ook beschrijven we de lokale belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Meer detailinformatie is te vinden in de diverse belastingverordeningen die 20 december 2022 door de raad zijn vastgesteld.

We onderscheiden de volgende heffingen:

1. Retributies

Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten van de dienstverlening verhalen op de aanvrager die om de dienstverlening vraagt. Retributies zijn leges, gelden of heffingen. Deze zijn niet wettelijk voorgeschreven. Retributies zijn gerelateerd aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Deze mogen maximaal kostendekkend zijn.

Onze gemeente heft de volgende retributies:
• Afvalstoffenheffing                         • Marktgelden
• Rioolheffing                                         • Lijkbezorgingsrechten
• Kadegelden                                         • Overige leges en rechten


2. Belastingen
Belastingen zijn heffingen waarvan de opbrengst bestedingsvrij is. Met de ongebonden heffingen, een algemeen dekkingsmiddel, is de gemeente beperkt in het aantal belastingen dat ze mag heffen. Deze zijn limitatief genoemd in de artikelen 216 tot en met 228 van de Gemeentewet. De gemeente is, rekening houdend met de landelijke monitoring op de stijging van de onroerendezaakbelasting (OZB) en de inkomstenmaatstaf in het Gemeentefonds, vrij in de vaststelling van de hoogte van het tarief. Het OZB-tarief van gemeente Stichtse Vecht is hoger dan het landelijk gemiddelde. Het valt daarmee in de landelijk voorgeschreven categorie 'meest risicovol' voor dit kengetal. Dit betekent dat Stichtse Vecht minder ruimte heeft om de OZB-inkomsten te verhogen, dan gemeenten met een tarief dat lager ligt dan het landelijk gemiddelde. 

Onze gemeente heft de volgende belastingen:
• Onroerendezaakbelasting               • Precariobelasting
• Roerendezaakbelasting                     • Toeristenbelasting
• Hondenbelasting                                   • Forensenbelasting
• Parkeerbelasting

Kwijtschelding
Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen als sprake is van het geheel of gedeeltelijk ontbreken van draagkracht. Hiervoor geldt de 100% kwijtscheldingsnorm (= bijstandsnorm). Ook kleine ondernemers kunnen kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet in aanmerking voor kwijtschelding.
Kwijtschelding is mogelijk voor de OZB-woningen in eigendom, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. De basis voor het kwijtscheldingsbeleid is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt overgegaan tot automatische kwijtschelding.

Oninbaar
In de ramingen van de opbrengsten van riool-, afval- en onroerendezaakbelastingen houden we er rekening mee dat een deel van de opgelegde vorderingen oninbaar zijn. Een vordering is oninbaar wanneer een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke manier in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Bijvoorbeeld voor wanneer de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is, zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.

Retributies

Terug naar navigatie - Retributies

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2023 zijn de volgende specifieke beleidsvoornemens vastgesteld:

  • De ontwikkeling van de rioolheffingen volgt de kostenontwikkeling van de gemeentelijke 
    rioleringsactiviteiten. De programmering van deze activiteiten is  vastgelegd in het 
    gemeentelijk rioleringplan (GRP) 2022-2026
  • Leges en heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn
  • Waar mogelijk is het inflatiepercentage van 3,1% toegepast in de berekeningen.


Afvalstoffenheffing

Wij hebben de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening aan de gebruiker van een perceel voor de verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing is volledig kostendekkend. De programmering van deze activiteiten is vastgelegd in het Grondstoffenplan 2016 - 2022. 

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel betalen een vast bedrag aan rioolheffing. De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering. Zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater);
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater);
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater);
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2023 is het volgende specifieke beleidsvoornemen geformuleerd:

  • Wij kiezen ervoor de gemeentelijke belastingen te verhogen met het inflatiepercentage van 3,1%.

Overzicht tarieven en opbrengsten

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven en opbrengsten
Heffing Tarief 2023 Begroting na wijziging 2023 Rekening 2023
Gebonden heffingen (retributies) *€ 1.000 * € 1.000
Afvalstoffenheffing 8.135 8.213
Eenpersoonshuishouden € 216,84
Meerpersoonshuishouden € 328,54
Rioolheffing 7.440 7.026
0 t/m 75m3 water € 185,34
76 t/m 150m3 water € 251,55
151 t/m 300m3 water € 371,86
>300m3 water, extra voor elke 100m3 water € 91,77
Kadegelden - 86
Per dag, zonder stroom, per meter € 1,04
Per dag, met stroom, per meter € 1,35
Marktgelden 81 58
Standplaats op een warenmarkt/kraam € 9,93
Lijkbezorgingsrechten 518 557
Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Huwelijk en partnerschap 150 196
Paspoorten 18+ € 77,87 211 358
Paspoorten 18- € 58,89
Identiteitskaarten 18+ € 70,38
Identiteitskaarten 18- € 37,99
Rijbewijzen € 48,15 269 266
Overige documenten (uittreksel) 58 56
Naturalisatie 55 109
Omgevingsvergunningen 1.864 5.460
Ongebonden heffingen (belastingen)
OZB
Eigenaren woningen 0,08371% 10.291 10.828
Eigenaren niet-woningen 0,20758% 2.072 2.290
Gebruikers niet-woningen 0,15570% 1.327 1.489
RZB
Eigenaren woningen 0,08371% 81 75
Hondenbelasting 284 288
Eerste hond € 69,85
Tweede en iedere volgende hond € 92,94
Per kennel € 166,40
Parkeerbelasting 59 86
Scheendijk-Noord, per 14 minuten € 0,21
Scheendijk-Noord per dag € 3,09
Scheendijk-Noord vergunning € 209,81
Precariobelasting 100 81
(Water)toeristenbelasting € 1,70 298 765
Forensenbelasting 0,21072% 142 148
Totaal 33.436 38.435

De genoemde tarieven zijn gebaseerd op de belastingverordeningen 2023 en de daarop gemaakte tariefswijzigingen.

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

Kostendekkendheid afval en riolering
Bij het opstellen van de begroting nemen we de door uw raad vastgestelde beleidsdocumenten als uitgangspunt. Voor de afvalstoffenheffing is dit met name het Grondstoffenplan 2016 - 2022 en voor de rioolheffing het gemeentelijk rioleringplan (GRP) 2022-2026. In de begroting bepalen we of de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Hierbij wordt gekeken welke uitgaven en inkomsten drukken op de producten afval en riolering. In de jaarstukken berekenen we achteraf of deze tarieven ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Bij een te lage kostendekkendheid doen we een beroep op de daarvoor gevormde egalisatievoorziening. Bij een kostendekkendheid boven de 100% moet het overschot in de egalisatievoorziening worden gestort. Hierdoor kunnen we grote investeringen in de toekomst opvangen zonder grote schommelingen in de tarieven.

Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolrecht

Kostendekkendheid 2023 Kostendekkendheid 2023
Afvalstoffenheffing x€ 1.000 Rioolrecht x€ 1.000
Product afval: Product riolering:
kosten 7.953 kosten 4.904
inkomsten (excl. heffingen) -138
Netto kosten 7.815 Netto kosten 4.904
Toe te rekenen kosten: Toe te rekenen kosten:
overhead 97 overhead 31
uren 368 uren 660
straatreiniging, kwijtschelding, btw 2.136 straatreiniging, kwijtschelding, btw 1.430
Totaal toe te rekenen kosten 2.601 Totaal toe te rekenen kosten 2.122
Totaal kosten 10.416 Totaal kosten 7.026
Opbrengst heffingen 8.213 Opbrengst heffingen 7.026
Totaal kosten - opbrengsten -2.203 Totaal kosten - opbrengsten 0
Afval Riolering
Het kostendekkingspercentage voor afval bedraagt op basis van de baten en lasten 79%. Het kostendekkingspercentage voor riolering bedraagt op basis van de baten en lasten 100% en is gebaseerd op de huidige GRP. Het verschil doteren wij aan de egalisatievoorziening riolering en is verwerkt binnen het programma Fysiek’.

Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten
Onze gemeente heeft 8 gemeentelijke begraafplaatsen die wij onderhouden en exploiteren. Onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van de begraafplaatsen voor het jaar 2023. Hierin zijn de inkomsten verkregen uit onder andere grafrechten en begravingen. Deze inkomsten worden vergeleken met de kosten voor het onderhoud, de exploitatie en de personeelskosten (exclusief overhead) van de begraafplaatsen. 

Kostendekkendheid 2023 lijkbezorgingsrechten
Kosten 579
Opbrengst heffingen 557
Kostendekkendheid 96,2%

Kostendekkendheid burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Bij het opstellen van de begroting 2023 zijn wij voor de tarieven uitgegaan van de belastingverordening 2022. Eind 2022 heeft het Rijk de maximale tarieven voor onder andere reisdocumenten en rijbewijzen gepubliceerd. Dit zijn meegenomen bij de definitieve vaststelling van de belastingverordening 2023.

Kostendekkendheid 2023 burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Kosten 2.268
Opbrengst heffingen 878
Kostendekkendheid 38,7%

Kostendekkendheid omgevingsvergunningen
De legesopbrengst omgevingsvergunningen en de daarmee verband houdende kosten zijn in 2023 geïndexeerd met 3,1% ter compensatie van de inflatie. 

Kostendekkendheid 2023 omgevingsvergunningen
Kosten 3.375
Opbrengst heffingen 5.488
Kostendekkendheid 162,6%

Lokale belastingdruk

Terug naar navigatie - Lokale belastingdruk

De lokale belastingdruk is in 2023 ten opzichte van 2022 iets toegenomen. Deze toename is vooral gelegen in de tariefaanpassingen voor de inflatie 3,1%. Hieronder de analyse:

Lokale belastingdruk 2021 2022 2023
Gemiddelde WOZ – waarde 359.000 385.000 439.000
OZB – eigenarendeel 355,80 356,26 367,47
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) 322,56 319,61 328,54
Rioolheffing (tot 150 m3) 249,06 246,87 251,55
Ontwikkeling lastendruk 927,42 922,74 947,56
% stijging t.o.v. voorgaande jaar 6,45% -0,50% 2,69%

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Bij de uitvoering van haar taken heeft gemeente Stichtse Vecht te maken met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben. Het is daarom van belang dat we beschikken over een buffer om deze gevolgen, als ze zich voordoen, op te kunnen vangen. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing gaan we in op de mate waarin de gemeente in staat is om met de beschikbare middelen de financiële gevolgen van geïdentificeerde risico’s op te vangen. Dat bepaalt het weerstandsvermogen van de gemeente. Aandacht voor het weerstandsvermogen voorkomt dat grote risico’s leiden tot het bijstellen van de uitvoering van programma's of dwingen tot bezuinigingen. Het weerstandsvermogen is daarmee een graadmeter voor de financiële positie van de gemeente.

Naast het weerstandsvermogen kent de gemeente ook andere indicatoren die een beeld geven voor de financiële positie. Bijvoorbeeld cijfers over solvabiliteit, netto schuldquote en structurele exploitatieruimte. Deze kengetallen geven de gevoeligheid van de financiële positie voor financiële ontwikkelingen aan. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor om informatie over de financiële kengetallen op te nemen in de cyclusdocumenten. Omdat dit voor alle gemeenten geldt, maakt dit ook het vergelijken van gemeenten onderling mogelijk.

Uitgangspunten risicomanagement

Terug naar navigatie - Uitgangspunten risicomanagement

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen zijn beschreven in de nota 'risicomanagementbeleid Stichtse Vecht', de herziene nota 'risicomanagementbeleid' en de beleidsnotitie 'Algemene reserve'. In het risicomanagementbeleid wordt een risico omschreven als ‘een onzekere gebeurtenis die een effect kan hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente’. Risicomanagement is geen afzonderlijke activiteit, maar maakt deel uit van de (management)processen. 

Om inzicht te krijgen in de gemeentelijke risico's, inventariseren wij deze periodiek. Daarnaast passen we mogelijke beheersmaatregelen toe om de mogelijke gevolgen van risico's te verkleinen. De geïnventariseerde risico’s worden twee keer per jaar geactualiseerd: bij de begroting en bij de jaarrekening. Dit geldt niet voor de risico's die samenhangen met grondexploitaties, die worden jaarlijks bij de jaarrekening geactualiseerd. De actualisatie van de risico’s bij de jaarrekening vond plaats met het laatst vastgestelde risicoprofiel uit de Begroting 2024 als uitgangspunt. Op basis van de actualisatie is vervolgens het benodigde weerstandsvermogen bepaald.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande beleid. Het weerstandsvermogen bestaat uit twee onderdelen: de risico’s en de weerstandscapaciteit.

In de beleidsnotitie Algemene reserve is vastgelegd dat het beschikbare weerstandsvermogen wordt gevormd door de algemene reserve (AR). De algemene reserve is opgebouwd uit 3 schijven:

•    Schijf 1: de minimale omvang van het weerstandsvermogen voor het opvangen van geïnventariseerde risico’s.

•    Schijf 2: het deel van de AR dat bestemd is voor het opvangen van bijvoorbeeld calamiteiten of een negatief rekeningsaldo.

•    Schijf 3: de vrije ruimte in de AR wanneer de AR hoger is dan de door de raad vastgestelde maximum weerstandscapaciteit.

 
Als normratio voor het weerstandsvermogen (de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit) heeft de raad een streefnorm tussen de 1,4 en 2 (ruim voldoende) bepaald. 

Bij de actualisatie voor de jaarrekening zijn zoals aangegeven ook de grondexploitaties meegenomen. Voor de risico’s die samenhangen met grondexploitaties kent de gemeente een ander beleid. De gemeente beschikt daarvoor in eerste instantie over de algemene reserve grondexploitaties als buffer, pas daarna wordt de gemeentebrede algemene reserve aangesproken. Voor de risico’s uit grondexploitaties laten wij jaarlijks een externe risicoanalyse uitvoeren om de ontwikkeling van de risico's te volgen. Uit deze analyse blijkt dat de gesignaleerde risico’s maximaal € 1,95 miljoen bedragen. In de grondexploitaties is ter dekking van risico’s al een bedrag van € 0,98 miljoen aan onvoorzien opgenomen. Er rest dus een risicoreservering van € 0,97 miljoen . Het risicodeel van de algemene reserve grondexploitaties voorziet voor € 0,2 miljoen in de benodigde risicoafdekking. Het resterende bedrag van  € 0,77 miljoen nemen we als risico mee in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. De hoofdlijnen voor de risico’s binnen de grondexploitaties zijn opgenomen in de paragraaf Grondbeleid.

Terugblik grootste risicogebieden begroting 2023

Terug naar navigatie - Terugblik grootste risicogebieden begroting 2023

Naast het actualiseren van de risico's, blikken we in de jaarrekening ook kort terug op de in de Begroting 2023 benoemde risico’s uit de grootste risicogebieden. Het gaat om de volgende risico’s: 

1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s
In de bedrijfsvoering heeft de gemeente te maken met organisatorische, financiële en technische risico’s. De drie grootste geïnventariseerde risico’s op dit onderdeel zijn:

Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening
In 2023 is er nog steeds sprake van kwetsbaarheid in de continuïteit van de organisatie door een disbalans in de capaciteit en ons ambitieniveau. Om de gevolgen voor de dienstverlening van de organisatie te beperken is gebruikgemaakt van inhuur. Voor de overige genomen maatregelen om dit risico terug te brengen verwijzen we naar de paragraaf Bedrijfsvoering, met onder andere een terugblik op ziekteverzuim en inhuur.  

Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven
Voor veel situaties is de gemeente verzekerd. In de volgende gevallen is er een bedrag in de risico-inventarisatie opgenomen: onvoorziene situaties, situaties waarvoor we niet of deels verzekerd zijn en/of extra kosten maken wanneer een juridische procedure wordt gestart.

Het risico op gijzeling van informatie of systemen / cybercrime

Om het risico op  digitale dreigingen (zoals hacks of ransomware) te beperken treft de gemeente technische en organisatorische maatregelen. Stichtse Vecht volgt daarbij onder meer de richtlijnen van de overheid. Daarnaast implementeren we in 2024 Siem Soc (Security information & event management, security operations center). Dit systeem bewaakt de IT-omgeving pro-actief. Verder voeren wij jaarlijks penetratie- en uitwijktesten uit. Aanvullend ontwikkelen we op basis van (mogelijke) bevindingen een roadmap.  Er zijn in 2023 geen incidenten die invloed hebben op de dienstverlening.

2. Sociaal
Binnen het programma 'Sociaal' is sprake van financiële en politiek-bestuurlijke risico’s. Denk hierbij aan imagorisico’s, bijvoorbeeld een zorgvoorziening zonder gewenst effect of gemeentelijke ambities die niet haalbaar blijken (bijvoorbeeld door het ontbreken van genoeg sturingsmogelijkheden op gemeentelijk niveau). De drie grootste geïnventariseerde risico’s in de begroting 2023:

Toename beroep op gemeentelijke Wmo-voorzieningen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om inwoners zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deel nemen aan de maatschappij.  De toenemende vergrijzing en het zo lang mogelijk thuis blijven wonen maakt dat er een groter beroep op (Wmo-)voorzieningen wordt gedaan.  Met name dure woningaanpassingen kunnen een zware druk op het budget leggen. Deze factoren geven een financiële druk op de beschikbare 'open einde'-budgetten. De begroting is hier vanaf 2023 op aangepast.
 
In december 2023 is door de raad het Wmo-transformatieplan vastgesteld, met daarin een scala aan beheersmaatregelen. De eerste effecten hiervan worden in de loop van 2024 zichtbaar.  We sturen daarbij op het versterken van -en aanspreken op- de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van mensen. Tegelijkertijd geven we de aanbieders meer ruimte om te doen wat nodig is. Daarnaast kijken we met onder andere de uitwerking van de woonzorgvisie en de aanbesteding van voorzieningen hoe we het gebruik van de Wmo waar mogelijk kunnen voorkomen of anders kunnen organiseren. Daarin werken we nauw samen met het voorveld.

Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget BUIG 
Bijstand is een openeinderegeling. Dit kan een overschrijding van de budgetten tot gevolg hebben. Een toename van het beroep op bijstand leidt tot hogere uitkeringslasten. Gemeenten ontvangen van het Rijk een budget voor het betalen van bijstandsuitkeringen. Ook aanpassing van het landelijk macrobudget van deze bijstandsuitkeringen kan leiden tot hogere of lagere uitgaven ten opzichte van de in de begroting geraamde uitkering. 
Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt is het aantal bijstandsaanvragen niet toegenomen. Dit geldt ook voor de mogelijke effecten van corona in 2023, die bij het opstellen van de begroting 2023 nog onzeker waren . Ook corona had in 2023 geen invloed op het aantal bijstandsaanvragen. Wel zijn de uitkeringslasten licht hoger dan geraamd door verhoging van de uitkeringen als gevolg van inflatie. Daar tegenover staat een hogere dan geraamde bijdrage van het Rijk (BUIG), waardoor per saldo sprake is van een geringe afwijking.

Toename beroep op en stijging kosten jeugdhulp
Het risico voor de toename in kosten voor jeugdhulp heeft zich in 2023 voorgedaan. In programma 4 'Sociaal' in het onderdeel 'Wat hebben wij daarvoor gedaan in 2023', is bij de beschrijving van de mijlpalen van TIM Stichtse Vecht een toelichting opgenomen hoe er op dit risico wordt gestuurd. 

3. Fysiek
Binnen het programma 'Fysiek' is sprake van risico’s die samenhangen met projecten, klimaatverandering en techniek. Bij het opstellen van de Begroting 2023 waren de 3 grootste risico’s binnen dit domein:

Achterstand onderhoud fysiek domein (asfalt, elementenverharding en bermen) 
Door gebrek aan capaciteit en anderzijds het ontbreken van beheerplannen voor een aantal taakgebieden in het fysiek domein, is achterstand in onderhoud in de openbare ruimte ontstaan.  In 2020 zijn de wegen geïnspecteerd. Deze inspectie vormde de basis voor het Beheerplan wegen 2021-2025. In 2023 is een nieuwe inspectie uitgevoerd welke leidt tot een gewijzigde langjarige planning. Uit deze inspectie is gebleken dat de onderhoudsachterstand over het algemeen iets kleiner geworden is:  de kwaliteit van asfaltverharding is nagenoeg gelijk gebleven, de kwaliteit van elementenverharding is sterk verbeterd echter is de onderhoudsachterstand nog steeds te hoog (onderhoudsachterstand van 19% naar 16%).  
Verder is het areaal en status van de oeverbescherming geïnspecteerd, op basis waarvan een beheerplan is opgesteld. Mogelijk is er tot na afronding daarvan sprake van risicovolle situaties bij wegen langs het water.

Kunstwerken (m.n. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken
Het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van kunstwerken beperkt de doorstroming en mogelijk zijn kernen niet of beperkt bereikbaar. Als beheersmaatregel is het beheerbeleidsplan civiele kunstwerken 2021-2025 opgesteld. Het plan is in maart 2021 vastgesteld door de raad. In het verlengde hiervan kunnen onderhoudscontracten aanbesteed worden. Momenteel vindt de voorbereiding daarvoor plaats.  De verwachting is dat de aanbestedingen in het 3e kwartaal 2024 op de markt komen en in het 4e kwartaal tot gunning kan worden overgegaan. In 2023 zijn de beschoeiingen geïnspecteerd. 

Gebiedsontwikkeling Bisonspoor 
Ten aanzien van het project gaven wij bij de begroting 2023 aan een financieel risico te zien omdat in het verleden uitgaven van de reconstructie van de Safariweg meegenomen waren in het project. Het gevolg hiervan was een tekort voor de aanleg van de openbare ruimte binnen het project.  Bij de bestuursrapportage 2023 is het tekort door uw raad vastgesteld en is het project Bisonspoor gesloten.

 

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

De gemeente heeft voor de jaarrekening 2023 de risico-inventarisatie geactualiseerd. De basis daarvoor vormde de meest recente risico-inventarisatie: de begroting 2024. Met de geactualiseerde inventarisatie is het benodigde weerstandsvermogen bepaald. Uit de risico-inventarisatie volgen voor de jaarrekening 2023 in totaal 45 risico’s. Deze risico’s kennen een ingeschat financieel gevolg van  € 23,25 miljoen . Met behulp van het risicomanagementsysteem Naris is het risicoprofiel bij het opstellen van de jaarrekening 2023 bepaald op € 7,35 miljoen. 

Grootste risicogebieden (bedragen *€ 1.000) Financieel gevolg
(inschatting o.b.v. risico-inventarisatie)
1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s (excl. verbonden partijen) € 8.500
2. Fysiek domein (excl. verbonden partijen) € 5.350
3. Sociaal domein (excl. verbonden partijen) € 4.300
Totaal 3 grootste risicogebieden € 18.150
Overige risico’s (waarvan verbonden partijen: € 1.350 en grex’en € 1.000) € 5.100
Totaal alle risico’s € 23.250

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen

Op de geïnventariseerde risico’s voeren we een risicosimulatie uit. Deze simulatie vindt plaats omdat het reserveren van het maximale bedrag van  € 23,25 miljoen niet realistisch is: de risico’s treden immers niet allemaal tegelijkertijd en in hun maximale omvang op. Deze simulatie laat zien dat we voor 90% zeker de risico’s kunnen opvangen met een bedrag van  € 7,35 miljoen: de benodigde weerstandscapaciteit.

De beschikbare weerstandscapaciteit wordt gevormd door de algemene reserve (AR). In de beleidsnotitie 'Algemene reserve' is aangegeven dat de AR 3 schijven kent, die bepalen hoe de beschikbare middelen uit de AR ingezet kunnen worden. De middelen uit schijf 1 zijn bestemd voor het opvangen van de geïnventariseerde risico’s. De middelen uit schijf 2 kunnen we inzetten om calamiteiten, tegenvallers op taakstellingen en negatieve rekeningsaldi op te vangen. De middelen uit schijf 3 kunnen worden ingezet voor actieve (beleids)keuzes. De schijven 1 en 2 samen vormen de weerstandscapaciteit van de gemeente. De door de raad vastgestelde ratio weerstandsvermogen (1,4 - 2,0) bepaalt de bandbreedte voor de weerstandscapaciteit. Op basis van de benodigde weerstandscapaciteit van  € 7,35 miljoen geeft dit het volgende beeld:

Weerstandscapaciteit (bedragen * € 1.000)
- Schijf 1: minimale hoogte voor opvang geïnventariseerde risico’s (1,4 x € 7,35 mln) € 10.290
- Schijf 2: deel voor opvang calamiteiten (bijv. onderhoud bruggen), taakstellingen SD en negatief rekeningsaldo (0,6 x € 7,35 mln) € 4.410
Maximum weerstandscapaciteit (2 x € 7,35 mln) € 14.700

De omvang van de algemene reserve bedraagt eind 2023 € 15,99 miljoen. Het ratio weerstandsvermogen, de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit, bedraagt op basis hiervan:

Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandcapaciteit = € 15,99 mln / € 7,35 mln = 2,18.  

De ratio ligt daarmee boven de streefnorm. Dit betekent dat er ruimte is in schijf 3 van € 1,3 mln (€ 16 mln - € 14,7 mln).

De ratio is ten opzichte van de begroting 2023 gestegen. Deze stijging is met name een gevolg van een hogere omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit, die bij de begroting 2023 een omvang van € 13,46 miljoen kende ten opzichte van € 15,99 miljoen eind 2023. Daarnaast is ten opzichte van de begroting 2023 het aantal geïnventariseerde risico’s gedaald (met 6 risico’s). Op de financiële omvang van het totaal aan risico’s had dit ook (een beperkt) effect. Die daalde van € 24 miljoen naar € 23,25 miljoen. De wijzigingen in het risicoprofiel leiden per saldo tot een benodigde weerstandscapaciteit van € 7,35 miljoen ten opzichte van een € 7,84 miljoen in de begroting.

De ratio weerstandsvermogen voldoet aan de door de raad bepaalde norm. Met de beschikbare weerstandscapaciteit kent de gemeente, op basis van de bij de jaarrekening 2023 geactualiseerde risico's, een voldoende weerstandscapaciteit om deze op te kunnen vangen wanneer ze zich voordoen. Het risicoprofiel van de gemeente is echter geen statisch gegeven. In de dynamische omgeving waarin de gemeente haar taken uitvoert, kan het risicoprofiel veranderen en kunnen zich nieuwe risico’s voordoen, ondanks ons risicomanagement. Gelet op de ontwikkelingen en onzekerheden blijven we het weerstandsvermogen dan ook nadrukkelijk volgen. En voeren we bij het opstellen van de begroting 2025, naast de risico-afwegingen die in de besluitvorming plaatsvinden, wederom een actualisatie van de risico's uit. Om een beeld te geven van de fluctuaties in de ratio weerstandsvermogen is in onderstaande tabel het verloop in de afgelopen 5 jaar weergegeven:

Ratio weerstandsvermogen per jaar Ratio begroting Ratio Jaarrekening
2019 1,67 1,81
2020 1,83 1,8
2021 1,75 1,56
2022 1,67 1,72
2023 1,72 2,18

Voor het toetsen van de ratio weerstandsvermogen maakt gemeente Stichtse Vecht gebruik van de risicomatrix van de Universiteit Twente. Volgens de schaalindeling van deze matrix vallen de ratio's bij de jaarrekening 2023 in de categorie 'Ruim voldoende' respectievelijk 'Uitstekend'.

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >= 2.0 Uitstekend
B 1.4 < 2.0 Ruim voldoende
C 1.0 < 1.4 Voldoende
D 0.8 < 1.0 Matig
E 0.6 < 0.8 Onvoldoende
F < 0.6 Ruim onvoldoende

Totaaloverzicht geïnventariseerde risico's Jaarrekening 2023

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht geïnventariseerde risico's Jaarrekening 2023

In onderstaande tabel zijn de geïnventariseerde gekwantificeerde risico's per programma weergegeven. De kolom ‘invloed’ geeft de impact van een risico op de benodigde weerstandscapaciteit weer (o.b.v. simulatie). In onderstaande tabel staat VP voor verbonden partijen en KWP  voor Kockengen waterproof.

Overzicht geïnventariseerde risico's (bedragen *€ 1.000) Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Programma 1 Bestuur
Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven 50% 2.000 9,06%
Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 50% 1.000 4,51%
Uitval ICT (Infrastructuur) 50% 1.000 4,48%
Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening 50% 1.000 4,48%
Documentaire informatievoorziening niet tijdig, kwalitatief conform (wettelijke/beleids) richtlijnen beschikbaar dan wel vernietigd 50% 1.000 3,02%
Onvoldoende beschikking over kennis (bij bestaande medewerkers of door vertrek cruciale medewerkers) met betrekking tot aanbestedingsregels, waardoor mogelijk niet aan deze regels wordt voldaan 50% 500 2,24%
Het niet tijdig kunnen beschikken over juiste materialen of diensten 50% 500 2,23%
Gijzeling van informatie of systemen 70% 250 1,57%
Ongewenste toegang tot panden 30% 500 1,35%
Het niet hebben voldaan aan aanbestedingsregels door Stichtse Vecht of leveranciers 50% 250 1,12%
Het niet kunnen beschikken over een nieuwe financiële applicatie 10% 50 0,04%
Subtotaal (incl. VP 50 in risico documentaire informatievoorziening) 8.050 34,10%
Risico's algemene / financiële dekkingsmiddelen
Fraude financiële transacties 30% 500 1,36%
Totaal programma 1 8.550 35,46%
Overzicht geïnventariseerde risico's (bedragen *€ 1.000) Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Programma 2 Veiligheid
Ondermijning 70% 500 3,14%
VP: Het onjuist reageren op een crisissituatie (VRU) 30% 1.000 2,70%
Totaal programma 2 1.500 5,84%
excl. Verbonden partijen (VP) 500 3,14%
Overzicht geïnventariseerde risico's (bedragen *€ 1.000) Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Programma 3 Fysiek
Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken 50% 1.000 4,49%
Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding, bermen) 50% 1.000 4,48%
KWP: Prijsstijgingen in de uitvoering 50% 1.000 4,47%
Niet goed begaanbare wegen en ongevallen a.g.v. extreme weersomstandigheden en sneeuwval 50% 500 2,24%
KWP Aanspraak op nadeelcompensatieregeling KWP 90% 250 2,03%
VP: Druk op financieel perspectief recreatieschappen 90% 250 2,02%
KWP: Lozen van bronneringswater op oppervlaktewater 50% 250 1,13%
Gemeentelijke garantstellingen woningcorporaties (achtervang WSW). 10% 500 0,46%
Financiële herplaatsingsgarantie flexwoningen 10% 500 0,45%
Verontreiniging van oppervlaktewater 10% 250 0,23%
Geen afvoer door een calamiteit aan de riolering 30% 50 0,13%
Omgevingswet: niet op elkaar aansluiten legesverordeningen (bestaand en nieuw) 10% 50 0,04%
Totaal programma 3 5.600 22,17%
excl. Verbonden partijen (VP) 5.350 20,15%
Overzicht geïnventariseerde risico's (bedragen *€ 1.000) Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Programma 4 Sociaal
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen 90% 1.000 8,10%
Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig 50% 1.000 4,51%
Toename beroep op en stijging kosten jeugdhulp 70% 500 3,16%
Op gemeentelijk sturingsniveau onvoldoende sturingsmogelijkheden op trajecten jeugdigen 50% 500 2,24%
Energiecrisis en hogere kosten levensonderhoud 90% 250 2,02%
Gevolgen wijziging Participatiewet vanwege verbeteringen in o.a. de regeling loonkostensubsidie (uitvoeren breed offensief) 70% 250 1,58%
Inkoop essentiële functies: ontbreken van voldoende en adequate (lokale) alternatieven 50% 250 1,12%
Incidenten op gebied van jeugdhulp 30% 250 0,67%
Overbelasting en/of stoppen van vrijwilligers en/of mantelzorgers. 30% 250 0,67%
Toename beroep op minimaregelingen 30% 50 0,13%
VP: Algemene risico's op de begroting van Kansis 10% 50 0,04%
Totaal programma 4 4.350 24,24%
excl. Verbonden partijen (VP) 4.300 24,20%
Overzicht geïnventariseerde risico's (bedragen *€ 1.000) Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Programma 5 Samenleving
(Onderhouds)budgetten te realiseren schoolgebouwen ontoereikend om aan kwaliteitsaspecten te kunnen voldoen 50% 500 2,24%
Onveilige schoolgebouwen 30% 500 1,34%
Lagere kwaliteit van onderhoud sportparken 50% 250 1,13%
Beëindiging landelijke subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 50% 250 1,13%
Financiële problemen schoolbestuur openbaar onderwijs. 30% 250 0,68%
Gemeentelijke garantstellingen aan (sport)verenigingen en instellingen van algemeen maatschappelijk nut. 10% 250 0,23%
Ongelukken in zwem- en sportaccommodaties 10% 250 0,22%
Totaal programma 5 2.250 6,97%
Grondexploitaties
Grondexploitaties (totaal) 50% 1.000 5,29%
Totaal geïnventariseerde risico's 23.250 99,97%

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
Kengetallen Rekening Begroting Rekening Signaalwaarden
2022 2023 2023 Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
Netto schuldquote 64% 78% 69% < 100% 100%-130% > 130%
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 63% 77% 68% < 90% 90%-120% > 120%
Solvabiliteitsratio 21% 22% 19% > 20% 0%-20% < 0%
Structurele exploitatieruimte 0,06% 1,55% 1,76% > 0% 0 < 0%
Grondexploitatie 0,22% -0,36% 0,72% < 20% 20%-35% > 35%
Belastingcapaciteit 102,07% 100,38% 100,38% < 95% 95%-120% > 120%

Wat betekenen deze getallen?

Voor de kritische signaalwaarden is aansluiting gezocht bij de ‘Houdbaarheidstest gemeentefinanciën' van de VNG. Deze waarden geven aan of er sprake is van potentiële financiële stress op het betreffende gebied.

Netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen)

De netto schuldquote geeft indirect antwoord op de vraag of met het inkomen blijvend de schuldverplichtingen kunnen worden gedragen. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Bij een overschrijding van deze signaalwaarde is sprake van een erg hoge schuldendruk. Het is verstandig om al bij een netto schuldquote hoger dan 100% alert te zijn. 

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)

De signaalwaarde voor de effectieve netto schuldquote bedraagt 120%. Als de effectieve netto schuldquote de individuele signaalwaarde overschrijdt, heeft de gemeente een erg hoge schuld. Het is verstandig om al bij een effectieve netto schuldquote hoger dan 90% alert te zijn.

Solvabiliteit

Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om op lange termijn haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger het percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. 

Grondexploitatie

De boekwaarde van de grondexploitaties moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is een de looptijd van meerdere jaren. Wanneer de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Stichtse Vecht heeft een beperkte grondpositie.

Structurele exploitatieruimte

Dit cijfer biedt ondersteuning bij de beoordeling van de structurele ruimte van een gemeente om de eigen lasten te dragen. Of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een negatief cijfer betekent dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

 

Belastingcapaciteit

Dit cijfer laat zien hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Daarnaast toont het onze onbenutte belastingcapaciteit. Bij een laag percentage kan de gemeente meer (structurele) inkomsten uit belastingen verwerven. De signaalwaarde is 120% en is gerelateerd aan artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet.

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor het in stand houden en op kwaliteit houden van kapitaalgoederen zijn langlopende investeringen en onderhoudsplannen nodig. Dit doen we door de toepassing van Assetmanagement. Assets zijn de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, ofwel de objecten groen, wegen, civiele kunstwerken etc. Assetmanagement is een systematische en gecoördineerde manier van beheren. Het gaat hierbij vooral om de optimalisatie van de prestaties, de risico's en de kosten van de kapitaalgoederen in relatie tot de gemeentelijke doelstellingen. We richten ons op het beheer over de gehele levensduur en kijken verder dan wat goed is voor de objecten zelf. We kijken naar wat goed is voor de organisatie en nog belangrijker, wat goed is voor inwoner: de gebruiker.
Deze paragraaf bevat een toelichting op het beleidskader en de financiën van de volgende kapitaalgoederen:

  • Wegen
  • Civiele constructies
  • Openbare verlichting
  • Water en riolering
  • Groen
  • Speelterreinen
  • Gebouwen

Voor deze kapitaalgoederen zijn onderhoudsplannen aanwezig, met daarin beschreven de gewenste kwaliteitsniveaus. Hieronder wordt getoond wat de looptijd daarvan is en wat de status is van het onderhoud. In onderstaande tabel is zichtbaar dat het onderhoudsplan voor de speelterreinen moet worden geactualiseerd. Verder is er sprake van achterlopen op regulier onderhoud bij 5 kapitaalgoederen. In 2023 zijn er voorbereidingen getroffen  om dit in te lopen in 2024 en verder.

Kapitaalgoederen Beheer-/beleidsplan Looptijd plan Achterstallig onderhoud
Wegen  Beheerplan wegen 2021-2024 Ja
Civiele constructies  Beheerbeleidsplan Civiele kunstwerken 2021-2025 Ja
Openbare verlichting Beleidsplan Openbare verlichting 2020 2020-2024 Ja
Water en Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2022-2026 Ja
Groen Bomenbeleid en structuurplan 2015-2035 Nee
Speelterreinen Beleidskader speelruimte en -voorzieningen 2014-2018 Ja
Gebouwen Nota Duurzaamheid; IVAB. 2020-2025 Nee

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader

Op grond van de Wegenwet hebben wij de zorgplicht om onze wegen goed en verantwoord te beheren. Hieronder vallen de zorgplicht asfalt, elementen en half-verhardingen. In 2020 zijn de wegen opnieuw geïnspecteerd. Deze inspectie vormt de basis voor het door de raad in juli 2021 vastgestelde beheerplan 'Wegen 2021-2025'. We vertalen het wegenbeheerplan naar concrete uitvoeringsmaatregelen.

Financiën

In het meerjareninvesteringsplan zijn investeringen voor vervanging van wegen opgenomen. Daarnaast zijn in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks onderhoud. Voor het planmatig onderhoud is een voorziening Wegen ingericht.

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Civiele constructies

Beleidskader

Civiele constructies zijn tunnels, viaducten, bruggen, duikers, (aanleg)steigers, beschoeiing, kades, grondkeringen en geluidschermen. Het doel is om veilige verkeersroutes in stand te houden, een vrije doorgang voor de scheepvaart te garanderen en de waterhuishouding op peil te houden. Het beheer- en beleidsplan ‘Civiele kunstwerken’ is vastgesteld door de raad in 2021. Naast een beleidsmatig plan stellen we ook een meerjarig onderhoudsplan op. Daarvoor zijn in 2022 de volgende assets geïnspecteerd:

  • Verkeersbruggen
  • Beweegbare bruggen
  • Fietsbruggen
  • Voetgangersbruggen
  • Tunnels
  • Viaducten
  • Geluidschermen

Door gebrek aan capaciteit worden de beschoeiingen en kademuren in het eerste kwartaal van 2023 geïnspecteerd. 
Het meerjarig onderhoudsplan is in het  tweede kwartaal van 2023 beschikbaar gekomen.

Financiën

In het meerjareninvesteringsplan hebben we de benodigde investeringen voor de civiele constructies opgenomen. Daarnaast hebben we in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks beheer en onderhoud.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader

Het doel is een verkeersveilige, sociaal veilige en leefbare omgeving die voldoet aan de landelijke richtlijnen. Per 2019 zijn wij geheel verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het verlichtingsareaal. Op basis van het in 2020 door de raad vastgestelde beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen is een bestek opgesteld. Dit bestek is inmiddels gegund. De eerste deelopdrachten zijn in uitvoering.

Financiën

In het meerjareninvesteringsplan zijn de benodigde investeringen voor de verduurzaming van de huidige installatie opgenomen. Daarnaast zijn in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks en planmatig onderhoud.

Water en riolering

Terug naar navigatie - Water en riolering

Beleidskader

Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) heeft de gemeente een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hoe de gemeente invulling geeft aan deze zorgplichten staat in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP).
Het huidige GRP beschrijft de beleidsvoornemens op het gebied van water en klimaat en geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering. Ook geeft het inzicht in de kosten van al deze onderdelen voor de periode 2022-2026 en de belangrijke rol van integraal en risicogestuurd werken.


Financiën

We hanteren een 100% kostendekkend tarief, waarbij alle kosten voor de rioleringszorg uit de rioolheffing worden gedekt. Bij de lasten maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringen. De kosten voor jaarlijkse operationeel beheer en onderhoud vormen de exploitatiekosten. De investeringsactiviteiten zijn onderverdeeld in aanleg, vervanging en verbetering. Om schommelingen in de kosten op te vangen maken we gebruik van een egalisatievoorziening, waardoor het tarief niet steeds aangepast hoeft te worden als sprake is van een piek of dal in de uitgaven.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader

Onder groen verstaan we bomen, plantsoenen, gazons en andere velden in de openbare ruimte en de paden in parken. Het doel is handhaving van de voorgeschreven kwaliteit. Beheerbelangen zijn leefbaarheid, ecologie, klimaatadaptie, landschap en cultuurhistorie. Deze belangen spelen ook een belangrijke rol bij wegbermen, groene oevers en watergangen, maar deze vallen qua begrotingssystematiek niet onder groen. Het beleidskader wordt gevormd door de Omgevingsvisie, het Boombeleidsplan, de parkbeheerplannen, de landschapsontwikkelingsplannen en de regionale visie klimaatadaptie.

De aangekondigde herziening van het beleidskader als Groenstructuurplan is in 2023 nog niet opgestart. 
In 2023 is 6.000 m2 aan plantvakken gereconstrueerd, waarmee ca. 20% van de achterstand is weggewerkt. Er zijn ca. 300 bomen vervangen.

Financiën

Op grond van de nota ‘Beheer kapitaalgoederen’ zijn in de voorjaarsnota 2016 middelen beschikbaar gesteld voor vervangingsinvesteringen voor kapitaalgoederen. Ook zijn in de begroting (exploitatie)budgetten opgenomen voor het reguliere (dagelijks-jaarlijks) onderhoud (IBOR). In 2022 is een nieuwe aanbesteding voor groen uitgevoerd en daarom zijn in de begroting 2022 voor de periode 2022-2026 de exploitatiebudgetten aangepast.
Vanuit het investeringsbudget ‘Nota Kapitaalgoederen’ zijn bovengenoemde plantvakken gereconstrueerd en zijn bomen vervangen.
Alle jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden zijn binnen de beschikbare budgetten uitgevoerd.

Speelterreinen

Terug naar navigatie - Speelterreinen

Beleidskader

De speelplekken worden ingericht volgens de kadernota ‘Buiten spelen natuurlijk!’. Het actueel maken van dit plan is gestart in 2023 en wordt in 2024 afgerond. In deze verbeterde versie is aandacht voor de spreiding van de herinrichting van speelplekken en de vergroening van speelplekken.  De speeltoestellen moeten veilig te gebruiken zijn en de speelplaatsen worden duurzaam en klimaatadaptief ingericht. Het onderhoud van het groen op en rond de speelplaatsen vindt plaats volgens de nota ‘Beheer kapitaalgoederen’. Het onderhoud van de speeltoestellen vindt plaats volgens de richtlijnen ‘Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen’. Jaarlijks loopt de aannemer de speeltoestellen na en vindt inspectie door een onafhankelijke partij plaats. Op hun aanwijzingen worden reparaties uitgevoerd.


Financiën

In het geactualiseerde meerjareninvesteringsplan zijn investeringen opgenomen voor het renoveren van speelplaatsen. Daarnaast zijn in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks beheer en onderhoud. Ook is een bedrag beschikbaar voor reconstructie en herinrichting.

Sportterreinen

Terug naar navigatie - Sportterreinen

Beleidskader

Buitensportaccommodaties zijn kapitaalgoederen die onder het programma ‘Sport’ vallen. Zoals vastgesteld in de sport- en beweegnota, faciliteren wij een verantwoord basisniveau van een gevarieerd sport- en beweegaanbod door betaalbare en toegankelijke sportaccommodaties. We stimuleren dat de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud verder wordt overgedragen aan de gebruikers.

Financiën 

In de begroting hebben we budgetten opgenomen voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties en voor vervangingsbijdragen aan derden. We besteden deze budgetten in overeenstemming met de Kadernota sport. 

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Beheer en onderhoud gemeentelijk vastgoed
Beheerplannen vastgoed 

Het niveau waarop het vastgoed in stand wordt gehouden is vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van vastgoed. Dit instrument is gebaseerd op de ‘Conditiemetingsmethodiek’ volgens NEN 2767. Het gemiddelde onderhoud is vastgesteld op conditieniveau 3. Dit onderhoudsniveau is sober en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de representatieve publiekelijke objecten, zoals de gemeentekantoren en de aula’s op begraafplaatsen, hanteren we een gemiddeld conditieniveau 2: goed/representatief.  

De meerjarenonderhoudsplannen voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille zijn in 2020 herijkt. In 2023 is een jaarplan gemaakt om uitvoering te geven aan het planmatig onderhoud. Om maximaal uitvoering te geven aan het efficiënt en planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed, wordt bij aanbestedingen gekozen voor grotere meerjarige clustercontracten, waarbij we de markt uitnodigen om met ons mee te denken.


Verduurzaming gemeentelijk vastgoed

Aan de hand van de ‘Vastgoednota Stichtse Vecht’ is de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed in 2023 verder aangepakt. Leidend hierin is het ‘Uitvoeringsplan verduurzaming gemeentelijk vastgoed’. De 21 vastgoedobjecten (onze kernvoorraad) die benoemd zijn in dit plan hebben de focus. 
De verduurzaming aan de hand van de mogelijke quick wins van de objecten is volgens plan uitgevoerd, al dan niet na inspectie van de ODRU. 
Voorbeelden hiervan zijn:
•    De vervanging van de PL- en TL-verlichting door LED in o.a. bibliotheek Kockengen, fietsenstalling GAK en ’t Kikkerfort.
•    Het realiseren van isolatie van leidingwerk, appendages en ventilatiekanalen in o.a. ’t Kikkerfort, GAK en Sporthal Kockengen.
•    Het installeren en analyseren van een Energie Monitoring Systeem bij de grootste energieverbruikers. 

Bij een deel van de voorraad, o.a. Goudestein zolder, sporthal Kockengen en het GAK zijn de voorbereidingen voor de overgang naar LED-verlichting in 2023 gestart. Dit geldt ook voor het plaatsen van PV-panelen op het dak van Kansis in Breukelen.
Uiteraard zijn en worden grootschalige verbeteringen/aanpassingen zo dicht mogelijk gepland bij de natuurlijke onderhoudsmomenten. Daar waar verduurzaming onderdeel uitmaakt van een groter geheel (o.a. renovatie of verbouwing) is het opzetten van een totaalproject vanzelfsprekend. Dit geldt voor ca. een kwart van de kernvoorraad.

 

 Afstoten gemeentelijk vastgoed

We streven naar een compacte en strategisch waardevolle vastgoedportefeuille, die bijdraagt aan onze maatschappelijke beleidsdoelstellingen. Om richting te geven aan deze ambitie is in november 2020 de ‘Vastgoednota 2020’ vastgesteld. Als onderdeel hiervan is ook een portefeuilleplan opgesteld, waarbij het vastgoedperspectief per object is vastgesteld. 

Verzelfstandiging sportaccommodaties

Zoals in de ‘Vastgoednota 2020’ aangegeven onderzoeken we de mogelijkheden voor het verzelfstandigen van de vastgoedcategorie binnen- en buitensport. In 2022 is gestart met het scenario onderzoek. Afgelopen jaar is na scenarioafweging gekozen voor de oprichting van een joint venture met SRO. De voorbereidingen zijn gestart en naar verwachting wordt de exploitatie en het beheer en onderhoud van de sportaccommodaties per 1-1-2025 overgedragen naar de joint venture. Het eigendom blijft in handen van de gemeente. 

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De kaders voor uitoefening van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de ‘Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)’ en vertaald in het ‘Treasurystatuut Gemeente Stichtse Vecht 2020’. De paragraaf Financiering in de jaarrekening geeft inzicht in hoe de gemeente met haar financiële middelen is omgegaan.

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

Op het gebied van financieren en beleggen stelt de Wet fido de volgende beleidsrichtlijnen:

1.    Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan op grond van de publieke taak.
2.    Een tijdelijk teveel aan financiële middelen wordt verstandig uitgezet en is primair niet gericht op het verkrijgen van extra inkomsten.
Het financieringsbeleid is in 2023 binnen de Wet fido uitgevoerd.

Ontwikkeling leningportefeuille

Terug naar navigatie - Ontwikkeling leningportefeuille

In 2023 zijn er geen langlopende geldleningen aangetrokken en is er één langlopende geldlening afgelost. Per 31 december 2023 is de leningportefeuille opgebouwd uit 16 langlopende geldleningen. De totale restschuld bedraagt € 109,7 miljoen.

 

Leningportefeuille (bedragen* € 1.000) Bedrag
Leningportefeuille per 31 december 2022 123.093
Aflossingen 2023 -13.350
Nieuw aangetrokken leningen 2023 0
Leningportefeuille per 31 december 2023 109.743

Beleggingen

Terug naar navigatie - Beleggingen

Sinds eind 2013 is de ‘ministeriële regeling schatkistbankieren decentrale overheden’ van kracht. De hoofdlijnen van het schatkistbankieren zijn vastgelegd in de Wet fido. De regeling verplicht decentrale overheden om hun overtollige financiële middelen in de schatkist van het Rijk te beleggen, waardoor publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is. In het verlengde hiervan is het ook toegestaan om overtollige financiële middelen te beleggen bij andere decentrale overheden, waarmee geen toezichthoudende relatie wordt onderhouden.
Van het verplicht beleggen van overtollige middelen in de Rijksschatkist is een drempelbedrag vrijgesteld. Voor onze gemeente is het drempelbedrag berekend op € 3,8 miljoen.

Renteschema 2023

Terug naar navigatie - Renteschema 2023
Renteschema (bedragen * € 1.000) Bedrag
Externe rentelasten over korte en lange financiering 1.892
Af: externe rentebaten -126
Totaal door te rekenen externe rente 1.766
Af: rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -7
Af: rentelasten door verstrekte leningen aan woningcorporaties -17
Bij: rentebaten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 17
Bij: rente over eigen vermogen (kapitaaldekkingsreserves) -
Bij: rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) -
Bij: aan taakvelden toe te rekenen rente (programma’s inclusief overzicht overhead) 1.759
Af: werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) -1.306
Renteresultaat 453

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

De Wet fido beperkt de risico’s bij het lenen en beleggen van financiële middelen. De wet bepaalt onder andere dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten en garanties kunnen verlenen. De risico’s op kort- en langlopende geldleningen worden beperkt door de introductie van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een grens aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen. Dit moet de gevolgen van renteschommelingen op het budget van kortlopende geldleningen onder controle houden. Deze limiet is in 2023 niet overschreden. 

Kasgeldlimiet 2023 (bedragen * € 1.000) Q1 - 2023 Q2 - 2023 Q3 - 2023 Q4 - 2023
Omvang begroting na wijziging 190.782 190.782 190.782 190.782
Grondslagpercentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 16.216 16.216 16.216 16.216
Kas- en banksaldi -627 -159 352 -843
Kortlopende financiering: kasgeldleningen o/g - -4.667 -1.333 -5.333
Kortlopende uitzettingen: schatkistbankieren (SKB) 10.189 1.274 1.188 2.042
Kortlopende uitzettingen: decentrale overheden - - - -
Ruimte binnen kasgeldlimiet 25.778 12.664 16.423 12.082

Renterisiconorm

De renteonzekerheid voor de lange termijn wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm zorgt voor een passende spreiding van looptijden in de financieringsportefeuille, met als doel een portefeuille met beperkte renterisico’s, door renteaanpassing en herfinanciering van leningen.

Renterisiconorm 2023 Begroting Rekening
(bedragen * € 1.000) 2023 2023
A Renterisiconorm (20% begrotingstotaal) 38.156 38.156
B Renterisico (aflossingen + renteherzieningen) 12.428 13.350
(A-B) Ruimte onder renterisiconorm 25.728 24.807

Bedrijfsvoering

Regulier

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij willen een organisatie zijn die voortdurend verbetert en vernieuwt. Een organisatie die nadenkt over wat beter kan en hoe de kwaliteit van onze medewerkers zo optimaal mogelijk kan worden ingezet. Dit vraagt om een goed functionerende bedrijfsvoering, die blijvend voldoet aan de ontwikkelingen in de markt.

Lerende organisatie

Terug naar navigatie - Lerende organisatie

De organisatie bevordert een cultuur van continu ontwikkelen en het verbeteren van mensen en processen. Daarbij maken we onder andere gebruik van de Plan-Do-Control-Act-cyclus (PDCA-cyclus) en periodieke evaluatiemomenten. Zo verbeteren en optimaliseren we de processen doorlopend. Een voorbeeld van procesverbetering is de planning & control-cyclus (P&C-cyclus). Daarnaast spreken we met de raad over (sturen op) de effecten van continu verbeteren vanuit de bestuurlijke ambities. Aan de menskant zetten we in op het bevorderen van de gewenste houding en gedrag van medewerkers en leidinggevenden. Dit doen we door het creëren van een omgeving waarin leermomenten bespreekbaar zijn en waar van elkaar en met elkaar geleerd wordt. Ook stimuleren en faciliteren we medewerkers om zich voortdurend te blijven ontwikkelen en verbeteren. Daarbij sturen en ondersteunen leidinggevenden vanuit de principes van dienend leiderschap (inspireren, motiveren, faciliteren en eigenaarschap).

Human Resources

Terug naar navigatie - Human Resources

In lijn met het coalitieakkoord ‘Bouwen aan een stevig fundament voor Stichtse Vecht’ is in 2023 ingezet op het steeds meer ‘in control’ brengen van de organisatie volgens de drie strategische doelen: ‘Koesteren en waarderen’, ‘Wij versterken het fundament’ en ‘De opgaven zijn leidend’. In de tweede helft van 2023 is daar het strategische doel ‘Dienstverlening versterken’ aan toegevoegd.

Recruitment en ontwikkeling
Om de instroom van personeel een extra impuls te geven ondernamen we diverse initiatieven: het ambassadeursprogramma ‘de Medewerver’, waarbij medewerkers beloond worden als ze uit hun eigen kring nieuwe medewerkers aandragen en een traineeship programma met de samenwerkende gemeenten (netwerkorganisatie van gemeenten; U10 m.u.v. gemeente Utrecht). De externe zichtbaarheid is vergroot door regelmatig artikelen op social media te posten, waarin medewerkers als ambassadeurs onze gemeente als aantrekkelijk werkgever promoten. Bovendien benaderen onze recruiters de markt actief om potentiële kandidaten te enthousiasmeren voor functies bij Stichtse Vecht.
Het onboardingsprogramma blijkt een effectief en goed gewaardeerd middel om nieuwe medewerkers te verwelkomen en te helpen bij het ‘wortelen’ in de organisatie. In het kader van koesteren en waarderen hebben we ook dit jaar blijvend geïnvesteerd in de ontwikkeling van medewerkers en leidinggevenden. Zo is het leiderschapsprogramma afgerond en hebben veel medewerkers de training ‘Verbetering kwaliteit bestuurlijke stukken’ gevolgd. Daarnaast is de training ‘Leiderschap in samenwerking’ gestart en is gestart met een uitgebreid opleidingsprogramma voor de omgevingswet. In 2023 daalde de uitstroom naar 65 medewerkers tegenover 88 medewerkers in 2022. Van het aantal vacatures in 2023 is 20% vervuld door eigen medewerkers (interne doorstroom).


Vitaliteit en welzijn
In Q1 en Q2 is een aantal langdurige verzuimdossiers afgesloten. De stijging in Q3 en Q4 is te wijten aan medisch onvermijdelijk lang verzuim (zoals kanker) en daarna aan seizoensgebonden verzuim (griep en verkoudheid). Om het verzuim verder terug te brengen volgden leidinggevenden trainingen. Daarnaast is de providerboog (samenwerking tussen de gemeente en externe partijen, gericht op de bevordering van de gezondheid van medewerkers) actiever ingezet door de arbodienst, HR en het management. Dit alles heeft positief bijgedragen aan een daling van het ziekteverzuim: 6,2% in 2023 ten opzichte van 7,8% in 2022. Een daling van 1,6%. De grootste daling is te zien in het lang verzuim (43 – 365 dagen) en in het verzuim langer dan twee jaar. Meer informatie over verzuim is opgenomen in het ‘sociaal jaarverslag 2023’.
In 2023 is 2DAYSMOOD als nieuwe technologie voor het periodiek uitvoeren van medewerkersonderzoek voorbereid. Bij 2DAYSMOOD ligt de nadruk op het meten van medewerkersbetrokkenheid en werkgeluk. In Q1 2024 is de eerste meting gestart.


HR-fundament versterkt
In 2023 is de overgang naar een nieuw e-HRM systeem voorbereid. Met e-HRM worden vrijwel alle HRM processen voor HR, management en medewerkers geautomatiseerd, gedigitaliseerd, geoptimaliseerd en vereenvoudigd. Per 1 januari 2024 is de eerste fase van de implementatie gerealiseerd. In 2024 worden alle overige modules ingericht en gestart en gaan we gefaseerd over naar een eigentijdse en efficiënte manier van werken. Verder is de aanbesteding voor de inhuur van externen afgerond en dat resulteerde in Q4 tot de implementatie van de inhuurdesk. Op basis van een raamovereenkomst met één vaste partij is de rechtmatigheid voor alle nieuwe inhuur geborgd, wordt er een eenduidige kwaliteitsmaatstaf gebruikt en worden managers ontzorgd.

Kengetallen

1. Indicator indienst en uitdienst 2023

Grafiek 1: aantal medewerkers indienst en uitdienst per kwartaal (excl. externe inhuur)

Grafiek 1: aantal medewerkers indienst en uitdienst per kwartaal (excl. externe inhuur)

2. Indicator verzuimduur 2023

Grafiek 2: verzuimpercentage per kwartaal gerangschikt naar type verzuimduur

Grafiek 2: verzuimpercentage per kwartaal gerangschikt naar type verzuimduur

3. Trendlijn verzuimduur 2022-2023

Grafiek 3: trendlijn procentuele verzuimduur per kwartaal i.r.t. 2022

Grafiek 3: trendlijn procentuele verzuimduur per kwartaal i.r.t. 2022

4. Indicator ziekteverzuim 2022 en 2023 in relatie tot GVN (Gemeentelijke verzuimnorm (voor gemeenten van vergelijkbare omvang))

Grafiek 4: verzuimpercentage SV per kwartaal i.r.t. de gemeentelijke verzuimnorm

Grafiek 4: verzuimpercentage SV per kwartaal i.r.t. de gemeentelijke verzuimnorm

5. Trendlijn ziekteverzuim Stichtse Vecht i.r.t. GVN*

Grafiek 5: meerjaren-trendlijn jaarlijks verzuimpercentage SV i.r.t. de gemeentelijke verzuimnorm

Grafiek 5: meerjaren-trendlijn jaarlijks verzuimpercentage SV i.r.t. de gemeentelijke verzuimnorm

Loonsom organisatie

Terug naar navigatie - Loonsom organisatie

Voor de uitvoering van onze taak beschouwen en benutten we de loonsom (of personeelslasten) en inhuur voor vacatures en ziekte als één geheel. Afwijkingen ten opzichte van de begroting worden niet afzonderlijk beoordeeld en toegelicht per programma of taakveld, maar in deze paragraaf Bedrijfsvoering op het totale budget voor personeel, inhuur voor vacatures en ziekte. 

De totale begrote loonsom is € 41,1 miljoen. De gerealiseerde loonsom van de organisatie is € 42,9 miljoen en bestaat uit ca. 392 FTE aan medewerkers direct werkzaam onder de directie in de teams van de organisatie. De gerealiseerde loonsom overig van € 6,2 miljoen bestaat onder andere uit de loonkosten voor de griffie, het college, de raad en de medewerkers van 't Kikkerfort.

De indirecte personeelslasten bestaan onder andere uit reiskosten, overwerk, onregelmatigheidstoeslag, aan- en verkoop van verlof, etc.

De verdeling van de loonsom (of personeelslasten) naar de programma’s volgde zoveel mogelijk de verdeling in de begroting van 2023 en is terug te vinden in de financiële analyse per programma als toegerekende personeelslasten. De aansluiting is te zien in onderstaande tabel.

Specificatie Loonsom/personeelslasten 2023 Begroot Werkelijk
Loonsom organisatie 34.553 28.394
Loonsom overig 5.626 6.194
Indirecte personeelslasten 720 541
Inhuur ten laste van de loonsom 238 7.784
Totaal Loonsom\personeelslasten 41.136 42.912
Toerekening personeelslasten per programma 2023 Begroot Werkelijk
Programma 1 18.951 18.976
Programma 2 1.220 1.247
Programma 3 9.084 10.270
Programma 4 9.551 10.002
Programma 5 2.330 2.417
Totaal toegerekende personeelslasten 41.136 42.912

In de ‘Bestuursrapportage 2023’ prognosticeerden we, op grond van de cijfers tot en met juni, € 2,1 miljoen extra uitgaven op de loonsom. We gaven aan dat dit het bedrag benaderde van het extra inhuurbudget (als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt) van € 2 miljoen, zoals in de begroting van 2023 is opgenomen. Ook spraken we de verwachting uit dat de overschrijding zich in een bandbreedte tussen € 1,2 miljoen en € 3,2 miljoen zou gaan bewegen. De onderkant van de bandbreedte werd bepaald door uitgaven die niet ten laste van de loonsom (inhuur voor vacatures of ziekte) horen te komen, maar daar wel zijn verantwoord. De bovenkant van de bandbreedte werd bepaald door verlengingen van inhuuropdrachten tot het eind van het jaar, waarmee in de Bestuursrapportage 2023 nog geen rekening mee is gehouden. In de Bestuursrapportage 2023 prognotiseerden we, op basis van de cijfers over het eerste halfjaar, een overschrijding op de loonsom van € 85.000.

Het afgelopen jaar gaven we bijna € 0,6 miljoen minder aan loonsom en inhuur (voor vervanging in verband met vacatures en ziekte) uit dan begroot. Deze onderbesteding is het gevolg van een onderbesteding van € 0,8 miljoen op het, voor het project ‘versnelling woningbouw’, toegekende formatiebudget van € 1,2 miljoen. Het extra formatiebudget kwam per 1 mei 2023 beschikbaar. Het volledig invullen van deze vacatures duurt, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt, langer dan wenselijk. 

Analyse loonsom 2023 Begrote loonsom Salarissen Inhuur Extra dekking loonsom en inhuur Inkomsten Saldo loonsom % inhuur van de loonsom
Totaal 41.136 35.128 7.784 -2.000 -317 -540 18,92%

Inhuur buiten de loonsom

Naast de inhuur ten laste van de loonsom (vervanging ziekte en vacatures) huren we ook in op uitvoering van activiteiten (inhuur buiten de loonsom). De inhuur buiten de loonsom is in de jaarrekening verantwoord onder de overige lasten. In onderstaande tabel zijn zowel de overige lasten als de inhuur buiten de loonsom per programma weergegeven.

Analyse overige lasten Inhuur buiten loonsom
Prog nr. Begroot Werkelijk Verschil Begroot Werkelijk Verschil
1. Bestuur 16.906 17.654 748 90 2.506 2.416
2. Veiligheid 5.371 5.667 296 26 -26
3. Fysiek 34.974 28.633 -6.341 1.861 2.215 354
4. Sociaal 59.022 63.364 4.342 126 1.785 1.659
5. Samenleven 14.496 15.147 651 51 402 351
Totaal 130.769 130.465 -304 2.153 6.908 4.755

De inhuur buiten de loonsom heeft ten opzichte van begroting op de kostensoort inhuur een overschrijding van € 4,8 miljoen. De totale overige lasten zijn in totaal € 0,3 miljoen lager dan begroot. In de financiële analyse bij de programma's bij het onderdeel overige lasten, zijn de belangrijkste afwijkingen nader toegelicht als op taakveldniveau sprake is van een over- of onderschrijding. 

De voornaamste afwijkingen tussen realisatie en begroting voor inhuur buiten de loonsom zijn:
•    inhuur vanwege het project ‘inkoopoptimalisatie’: € 1,0 miljoen (programma 1 ‘Bestuur’);
•    inhuur vanwege het project ‘migratie datacenter’: € 0,3 miljoen (programma 1 ‘Bestuur’);
•    inhuur voor omgevingsvergunningen, omgevingswet en andere ontwikkelprojecten: € 1,1 miljoen (programma 3 ‘Fysiek’). 

Hier tegenover staan deels hogere ontvangen leges omgevingsvergunningen.
•    inhuur in verband met de regeling voor opvang van Oekraïners: € 0,6 miljoen (programma 4 ’Sociaal’);
•    inhuur voor de re-integratie en uitvoering van de opvang van nieuwkomers: € 0,5 miljoen (programma 4 ‘Sociaal’);
•    inhuur voor jeugdvoorzieningen en thuishulp: € 0,5 miljoen (programma 4 ‘Sociaal’);
•    diverse overige afwijkingen: € 0,8 miljoen.

Inkoop- en aanbesteding

Terug naar navigatie - Inkoop- en aanbesteding

In 2022 namen we diverse maatregelen om het inkoopproces te verbeteren en onrechtmatigheden in inkoop en aanbestedingen aan te pakken. Deze inspanningen zijn voortgezet in 2023. Hiervoor is een grondige analyse uitgevoerd van onrechtmatigheden bij leveranciers die facturen van meer dan 200.000 euro hebben ingediend in de afgelopen vier jaar. Concrete acties, zoals het tijdig starten van aanbestedingen, zijn ondernomen om deze onrechtmatigheden te verminderen. Om toekomstige onrechtmatigheden te voorkomen, zijn lopende contracten geïdentificeerd en verwerkt in de bronsystemen en is een domeinoverstijgende inkoopplanning opgesteld. Daarnaast besteedde we aandacht aan het verbeteren van de informatievoorziening en van ondersteunende applicaties, waaronder de migratie van Negometrix (3) naar Mercell (4). De herinrichting van de applicatie, inclusief Mercell en Zaaksysteem heeft als primair doel het inkoopproces beter te beheersen.

Daarnaast is de drempelwaarde voor het inkoopstartformulier verhoogd naar € 50.000, zodat inkoop meer tijd heeft voor grotere strategische aanbestedingen. Processen voor aanbestedingen, zowel enkelvoudig als meervoudig en Europees, zijn gedetailleerd beschreven en adequaat ingericht. De capaciteit is vergroot door het aanstellen van contractmanagers en (externe) inkopers. Een nauwere samenwerking tussen inkoop, contractmanagers en de domeinen is gestart voor een effectievere afstemming. Deze gezamenlijke inspanningen leidde tot een geoptimaliseerde basis van het inkoopproces en uiteindelijk tot het bereiken van de gestelde doelen voor 2025.

Informatisering en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en Automatisering

In 2023 migreerden we het datacenter succesvol. Van het eigen datacenter in het gemeentekantoor, naar die van de leverancier. Deze migratie, inclusief modernisering van de digitale werkplek, waarborgt de continuïteit van de bedrijfsvoering van de gemeente en stelt ons in staat om door te ontwikkelen met behulp van cloud-technologie.

Via reguliere processen (bijvoorbeeld volgens de aanbestedingsplicht) brachten we applicaties naar de cloud. Voor onder andere Burgerzaken en HRM zitten we nog in dit proces. Daarnaast implementeerde we succesvol de vernieuwde telefonieomgeving.

De governance van de IT Service Management (ITSM)-processen is verbeterd door procesomschrijvingen. Ook besteedde we veel aandacht aan een gecontroleerde uitvoering van wijzigingen in de informatievoorziening. Ook is er een duidelijk proces neergezet voor incidentbeheer, om verstoringen snel te verhelpen. Functioneel applicatiebeheerders worden daar actief bij betrokken en in begeleid.

Ook implementeerden we een vernieuwde werkwijze, waarmee de intake van nieuwe projecten met een IV/IT-component gecontroleerd wordt uitgevoerd en creëerden we meer inzicht in de roadmap van toekomstige projecten en ontwikkelingen. Dit alles draagt bij aan de eerder gestarte werkwijze volgens een ‘CIO Office’, dat in 2024 wordt doorontwikkeld.

Moderne programma’s en technieken voor datagedreven werken is ingezet voor het inwinnen, verwerken en analyseren van data. Dit in aanvulling op het dataplatform, dat de afgelopen periode steeds meer is gevuld. Hierbij is rekening gehouden met het GGM (Gemeentelijk Gegevensmodel) dat voldoet aan de ‘Common Ground principes’. Met deze werkwijze maken we steeds meer onderzoeken & analyses, rapportages en dashboards toegankelijk voor de organisatie. Op die manier krijgen we als organisatie steeds meer grip op de actuele werkzaamheden en wordt de beleidsontwikkeling ondersteund.

Informatiebeleid en -beheer

Terug naar navigatie - Informatiebeleid en -beheer

Een bewaarstrategie informatiebeheer is opgesteld, waarin de aanpak voor het duurzaam toegankelijk bewaren van informatie is vastgelegd. De implementatie van informatiebeheer en -beleid vindt plaats, door aansluiting op bestaande projecten voor het herijken van werkprocessen en/of systemen binnen de organisatie (archivering by design). Concreet betekent dit dat bij elke wijziging het proces volledig digitaal wordt ingericht, getoetst aan actuele wetgeving en kwaliteitsnormen, keuzes en afspraken voor archivering worden vastgelegd. In 2023 betrof dit onder andere HRM en Burgerzaken informatie.

De digitalisering van de bouwdossiers en de overdracht aan het ‘Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen’ (RHCVV) loopt nog enkele jaren door, naar verwachting tot en met 2028. In 2023 is een grote stap in de bewerking gemaakt, zodat we in 2024 kunnen digitaliseren. Daarnaast is in kaart gebracht welke analoge werkzaamheden tot 2030 plaats moeten vinden en zijn deze gepland. 
Het e-depot (digitaal archief RHCVV) is in gebruik, waarnaar we in de toekomst het digitale archief kunnen overbrengen. Ter voorbereiding op de pilot ‘aansluiting vanuit het Zaaksysteem’, zijn de eerste verkennende gesprekken gevoerd met leveranciers en RHCVV.

Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Informatieveiligheid en gegevensbescherming worden door de sterk toenemende digitalisering steeds belangrijker. Inwoners en bedrijven verwachten een betrouwbare overheid, die op een zorgvuldige en veilige manier met informatie omgaat. Stichtse Vecht speelt hierin een belangrijke rol. Een goede informatieveiligheid draagt bij aan een hogere kwaliteit en continuïteit van de bedrijfsvoering en dienstverlening.

We zetten in op het doorlopend versterken van informatieveiligheid en gegevensbescherming met technische en organisatorische maatregelen. Hierdoor groeien we in volwassenheid naar de normen van de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en de wettelijke verplichting vanuit de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming).
Bewustwording en het goed beveiligen van persoonsgegevens en informatie is belangrijk. We voerden meerdere campagnes, waaronder een ‘phishingtest’. Nieuwe medewerkers volgden een (verplichte) training ‘Informatieveiligheid en gegevensbescherming’. Bij bewustwording ligt de focus, naast het vergroten van kennis, vooral op houding en gedrag.

Het afgelopen jaar waren er geen incidenten met invloed op de dienstverlening. We hebben de jaarlijkse verplichte audit ‘Eenduidige Normatiek Single Informatie (ENSIA)’ over 2022 met goed gevolg afgerond. 
Omdat privacy, gegevensbescherming, het voorkomen van datalekken en informatiebeveiliging meer aandacht en inzet vergt, is hiervoor extra capaciteit ingehuurd.

In 2022 heeft de gemeente als boa-werkgever de vanuit de Wet politiegegevens (Wpg) verplichte externe audit laten uitvoeren. De audit, onderdeel van de Wpg, beoordeelt periodiek hoe boa-werkgevers zoals gemeente Stichtse Vecht met persoonsgegevens omgaan. Voor de met een onvoldoende beoordeelde criteria is in het 4e kwartaal van 2023 door een externe auditor een hercontrole uitgevoerd. De resultaten daarvan worden uiterlijk in februari 2024 met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gedeeld.

Onderzoeksprogramma

Terug naar navigatie - Onderzoeksprogramma

Gemeente Stichtse Vecht kent verschillende onderzoeken waar we van leren en onze werkwijzen door kunnen verbeteren, zoals:

•    bijzondere onderzoeken zoals rechtmatigheidsonderzoeken;
•    artikel 213a-onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering;
•    overige audits, zoals de ENSIA, een periodieke IT-audit op de systemen en de jaarlijkse DigiD-audit.

Voor de uitvoering van onderzoeken gebruiken we de ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Stichtse Vecht’. Hierin is de onderzoeksfrequentie, de manier waarop onderzoeken worden gepland en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd vastgelegd. De verordening beoogt vooral het doen van zelfonderzoek. Vanwege het in het coalitieakkoord aangegeven speerpunt om vanaf 2023 het fundament op orde en de organisatie weer 'in control' te brengen volgens de reguliere jaarlijkse onderzoeken en audits (zoals de ENSIA, DigiD- audit en rechtmatigheidsonderzoeken/VIC's), zijn er voor 2023 geen aanvullende onderzoeken uitgevoerd. Deze waren ook niet gepland voor 2023. Voor 2024 is voor het uitvoeren van artikel 213a-onderzoeken afzonderlijk budget beschikbaar gesteld. 

Overheadskosten

Terug naar navigatie - Overheadskosten
Overheadkosten 2023 Begroting 2023 na wijziging Rekening 2023 Saldo 2023
Bedrijfsvoering
Bestuurlijke en Juridische zaken 652 479 -173
Data en Informatiemanagement 4.129 5.295 1.166
Financiën en Control 163 208 45
Huisvesting organisatie 767 1.178 411
Interne Dienstverlening 527 557 30
Mens en Organisatie 1.874 1.293 -580
Totaal bedrijfsvoering 8.112 9.010 899
Personeelslasten
(Inhuur) Loonsom overhead 14.406 14.176 -230
Indirecte personeelslasten 747 744 -3
Totaal personeelslasten 15.153 14.920 -233
Eindtotaal 23.265 23.931 666

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf

Op 1 mei 2022 trad de Wet open overheid (Woo) in werking, ter vervanging van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verving. Voor de implementatie van de Woo wordt een beroep gedaan op de door het gemeentefonds beschikbaar gestelde middelen, zoals vastgelegd in de ‘Mei-circulaire 2021’ van de VNG. Deze financiële middelen omvatten zowel incidentele als structurele bronnen.

In 2023 zijn er 32 Woo-verzoeken ingediend en behandeld. Daarvan zijn er, mede door capaciteitsbeperkingen, 12 binnen de geldende termijn van 6 weken afgehandeld. Als vervanging voor de extern ingehuurde Woo-juristen wierven we in 2023 een vaste Woo-jurist, die start per februari 2024. Deze functionaris gaat ook bijdragen aan het behandelen van Woo-verzoeken binnen de gestelde termijn.

Onderdeel van de Woo-implementatie is het gefaseerd publiceren van 11 informatiecategorieën, waarvan de actieve ontsluiting  vanuit de organisatie wordt vereist volgens de Woo. Naast de categorieën die al op de website van Stichtse Vecht worden gepubliceerd, zoals organisatiegegevens, agenda en raadsbesluiten, zijn nu twee andere categorieën in voorbereiding: Woo-verzoeken en convenanten.

Twee categorieën worden voorbereid om in Q1 en Q2 van 2024 live te gaan. Het is noodzakelijk om in het Zaaksysteem via een koppeling met Datamask (anonimiseringstool) informatie te genereren. Vervolgens leggen we een tweede koppeling tussen het Zaaksysteem en de gemeentelijke website, om de diverse categorieën te publiceren op open.stichtsevecht.nl.

De categorieën op open.stichtsevecht.nl worden door een nog aan te stellen Woo-redacteur gelinkt aan de nationale Woo-Index. Deze is vergelijkbaar met het gemeenteblad op Overheid.nl en daarnaast specifiek gericht op de Woo.

Toelichting rechtmatigheidsverantwoording

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Vanaf dit verslagjaar (2023) neemt het college van B&W een rechtmatigheidsverantwoording op in de jaarrekening. Hiermee leggen we verantwoording af over de naleving van regels die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. Op basis van 3 criteria toetsten we in hoeverre we volgens de financiële wet- en regelgeving (financieel rechtmatig) handelden. Alleen over verschillen groter dan € 50.000 wordt verslag gedaan. Wanneer uit controles het totaal van de financiële onrechtmatigheden onder de 3% van de totale begroting blijkt, hoeft in deze toelichting geen verslag worden gedaan. Dit is op alle drie de criteria van toepassing.

Criteria
De volgende criteria zijn onderdeel van de rechtmatigheidsverantwoording en daarop toetst de gemeente zichzelf op financiële rechtmatigheid:

  1. Begrotingscriterium
    De gemeente controleert of zij binnen de afgesproken begroting is gebleven, met een ondergrens van € 50.000. Deze controle wordt uitgevoerd voor de baten, de lasten en de investeringen met elkaar te vergelijken. Een verschil groter dan € 50.000 ten opzichte van de begroting is onrechtmatig. Bijvoorbeeld doordat er meer is uitgegeven of ontvangen. Daarop geldt één uitzondering: als de gemeenteraad gedurende het jaar op de hoogte is gesteld van het verschil is het rechtmatig en hoeft dit niet meegenomen te worden in de verslaglegging. Zoals hieronder is te zien, worden alle verschillen verzameld op programmaniveau. Deze programma's komen overeen met de genoemde programma's in het jaarverslag. In de kadernota ‘Rechtmatigheid van de commissie BBV’ staan de uitgangspunten voor de begrotingsrechtmatigheid. Ook worden richtlijnen gegeven, onder andere over wanneer de begrotingsonrechtmatigheid door de accountant in het rechtmatigheidsoordeel moet worden betrokken
  2. Voorwaardencriterium
    Het voorwaardencriterium gaat over de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. Deze eisen zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en gaan over aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
  3. Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium
    Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium controleert of de gemeente geen misbruik heeft gemaakt van gemeentelijke gelden en eigendommen.

Wat zijn de kaders van de gemeenteraad

Terug naar navigatie - Wat zijn de kaders van de gemeenteraad

In de rechtmatigheidsverantwoording moet het college afwijkingen opnemen die boven de door de gemeenteraad vastgestelde verantwoordingsgrens uitkomen. Afwijkingen zijn fouten (dus het niet naleven van wet- en regelgeving) en/of posten waarvan bij het college onduidelijkheid bestaat over de rechtmatigheid. Voor de jaarrekening 2023 heeft de gemeenteraad de verantwoordingsgrens vastgesteld op 3% van de totale begroting. De gemeenteraad sprak daarnaast met het college af dat financiële onrechtmatigheden vanaf € 50.000 (de rapportagegrens) in de paragraaf Bedrijfsvoering worden toegelicht. Deze toelichting wordt alleen gegeven wanneer de onrechtmatigheden in totaal meer dan 3% bedraagt van de totale begroting .

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording en de paragraaf Bedrijfsvoering zijn opgesteld volgens de kadernota ‘rechtmatigheid van de commissie BBV’ en de financiële- en controleverordeningen van onze gemeente. Daarnaast geldt het door de gemeenteraad op 5 maart 2024 vastgesteld normenkader.

Bevindingen begrotingscriterium

Terug naar navigatie - Bevindingen begrotingscriterium

Het begrotingscriterium geeft de grenzen aan van de lasten in de door de raad geautoriseerde begroting. Het gaat hierbij om de exploitatie, investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand komen.
Hieronder lichten wij de afwijkingen toe vanaf € 50.000.  Daarnaast noemen we maatregelen om fouten en onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen.

In de tabel hieronder presenteren we de afwijkingen op programma niveau, waarna er in de toelichting wordt aangegeven of de afwijkingen groter dan € 50.000 al dan niet acceptabel zijn. Dit is getoetst aan het daarvoor vastgestelde normenkader. Het totaal van de  'niet acceptabele' afwijkingen wordt verantwoord in de rechtmatigheidsverantwoording. 

Een belangrijk aspect bij deze beoordeling is of afwijkingen tijdig met een begrotingswijziging zijn aangepast en/of tijdig zijn gemeld aan de gemeenteraad. De algemene gedragslijn in Stichtse Vecht is dat afwijkingen gedurende het jaar niet leiden tot een begrotingswijziging. Er is één regulier moment voor een begrotingswijziging gedurende het jaar en dat is in september als de raad de Bestuursrapportage vaststelt, waarin de afwijkingen zijn toegelicht op basis van peilmoment 1 mei. Er wordt dan een begrotingswijziging gemaakt van budget neutrale wijzigingen en afwijkingen, die bij elkaar budget neutraal zijn en er redelijke mate van zekerheid is dat de afwijking zich ook zal voordoen. Hierbij betrekken we ook de gedragslijn van de afgelopen jaren waarbij afwijkingen na de Bestuursrapportage worden gemeld in de jaarrekening.

In het normenkader gelden 5 categorieën om te bepalen of een onrechtmatigheid al dan niet acceptabel is. Deze 5 categorieën zijn: 

 

1. Begrotingsafwijkingen welke passen binnen het beleid

Acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd.
      • Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten.
      • Begrotingsafwijkingen die ontstaan zijn door een gewijzigde regelgeving ten opzichte van de begroting.

Niet acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen die ten onrechte niet eerder aan de raad zijn gemeld.

2. Begrotingsafwijkingen welke niet passen binnen het beleid

Acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen die voorafgaand aan het uitvoeren van het beleid met instemming van de gemeenteraad tot stand zijn gekomen.

Niet acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen die niet voorafgaand aan de vaststelling van het beleid de instemming van de gemeenteraad hebben of ter kennis van de gemeenteraad zijn gebracht.

 

3. Administratieve fouten

Acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen veroorzaakt door een administratieve fout of autonome ontwikkeling, die na correctie per saldo geen begrotingsafwijking opleveren.

Niet acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen door het verantwoorden in een verkeerd boekjaar.

 

4. Grondexploitaties

Acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen die geen afwijking veroorzaken in de totale kosten en opbrengsten van de laatst vastgestelde exploitatieopzet.

Niet acceptabel zijn:

      • Begrotingsafwijkingen die een afwijking veroorzaken in de totale kosten en opbrengsten van de laatst vastgestelde exploitatieopzet en daarin opgenomen konden worden.

 

5. Investeringen
Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren

Acceptabel zijn:

      • Hogere afschrijvings- en financieringslasten in volgende jaren.
      • Kostenoverschrijding op investeringskredieten door aanbestedingen, indexering of andere marktomstandigheden bij gelijkblijvend beleid.

Niet acceptabel zijn:

      • Kostenoverschrijding op investeringen door wijziging in beleid.
Sald: Realisatie t.o.v. Begroting na wijzigingen:
Lasten (x1.000) Baten (x1.000)
Overschrijding Onderschrijding Overschrijding Onderschrijding
P1 - Bestuur 893 - 6.524 -
P2 - Veiligheid 320 - 5 -
P3 - Fysiek - 10.080 - 6.088
P4 - Sociaal 5.276 - 2.527 -
P5 - Samenleving 945 - - 109
Saldi 7.434 10.080 9.056 6.197
Investeringen 1.414 - - -
Totaal 8.848 10.080 9.056 6.197

Toelichting programma's

 

Programma 1 - Bestuur
Lasten
De overschrijding van € 0,9 mln bestaat vooral uit overschrijdingen op de taakvelden 0.2 Burgerzaken (€ 0,9 mln), 0.4 Overhead (€ 3,4 mln), 0.5 Treasury (€ 0,9 mln) en een onderschrijding op taakveld 0.8 Overige lasten (€ 4,6 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.                                

De overschrijding op 0.2 Burgerzaken bestaat voornamelijk uit hogere lasten voor Verkiezingen en een overschrijding op de loonsom. Beide zijn genoemd de Berap 2023 en zijn als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1.
De overschrijding op 0.4 Overhead bestaat voornamelijk uit migratie datacenter (€ 1,0 mln), ICT software/applicaties (€ 0,6 mln), lasten gemeentekantoor (€ 0,4 mln) en uit een overschrijding op de loonsom t.b.v. de optimalisatie van het inkooptraject (€ 1,0 mln). Over de optimalisatie van het inkooptraject is de raad meermaals geinformeerd, o.a. via de "Staat van de organisatie". Daarnaast is er de Kadernota 2024 nieuwe formatie toegekend waarmee deze overschrijding vanaf 2024 opgevangen wordt binnen de begroting. De overige afwijkingen zijn in de Berap 2023 gemeld. Op basis daarvan zijn alle overschrijdingen op 0.4 Overhead als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1.                                
De overschrijding op 0.5 Treasury bestaat volledig uit rentelasten, dit is genoemd de Berap 2023 en is als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1.                                
De onderschrijding op 0.8 Overige lasten bestaat uit diverse stelposten, waaronder de stelpost overschrijding loonsom (€ 2,0 mln). Alle stelposten zijn opgenomen in de Berap 2023 en zijn als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1.
Alle hierboven genoemde afwijkingen zijn geclassificeerd als acceptabel onder Cat. 1. Dit houdt in dat: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".

 

Baten
De overschrijding van € 6,5 mln bestaat vooral uit 0.6 Belastingen (€ 1,0 mln), 0.7 Algemene uitkering (€ 3,8 mln) en 0.8 Overige baten (€ 1,7 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat er één afwijking ter grootte van € 1,0 mln als niet acceptabel wordt aangemerkt.

De overschrijding op 0.6 Belastingen bestaat uit hogere baten OZB Belasting, doordat de werkelijke WOZ waardestijging hoger was dan geraamd bij vaststelling van de verordening 2023 (december 2022).  De BGHU heeft  de afwijking na de vaststelling van de Berap 2023 door het college gerapporteerd aan de gemeente. Op grond van de gedragslijn in de afgelopen jaren is dit gemeld in de jaarrekening. Deze afwijking is als acceptabel is geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".
De overschrijding op 0.7 Algemene uitkering bestaat uit hogere baten uit het gemeentefonds, de gemeenteraad is hiervan op de hoogte gesteld middels een RIB. Daarmee is dit als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1.
De overschrijding op 0.8 Belastingen bestaat volledig uit de vrijval de stelposten achteruitgang algemene uitkering (€ 1,0 mln) en taakmutaties en doeluitkeringen (€ 0,7 mln). Beide afwijkingen zijn gemeld in de Berap 2023 en zijn als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1.

 

 

Programma 2 - Veiligheid
Lasten
De overschrijding van € 0,3 mln bestaat vooral uit overschrijdingen op de taakvelden 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer (€ 0,5 mln) en 1.2 Openbaren orde en Veiligheid (€ 0,2 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.

De overschrijding op 1.1 Crisisbeheersing en Brandweer bestaat voornamelijk uit hogere lasten uit geactualiseerde Veiligheids Regio Utrecht-begroting 2023 (€ 0,2 mln.). Dit is separaat aan de raad voorgelegd. Daarnaast zijn er hogere energielasten voor Brandweerkazernes (€ 0,3 mln), zoals in de Berap 2023 is gemeld is hiervoor de stelpost 'lonen en prijzen' ingezet. Beide afwijkingen zijn als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van het bestaand beleid dat in de Bestuursrapportage is toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".
De onderschrijding op 1.2 Openbare orde en Veiligheid bestaat voornamelijk uit lagere lasten voor het IVP-budget, dit budget is bedoeld om onverwachte lasten van incidenten en crisis op te vangen. Op grond van de gedragslijn in de afgelopen jaren is dit gemeld in de jaarrekening. Daarmee is  deze afwijking geclassificeerd als acceptabel onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".

 

 

Programma 3 - Fysiek
Lasten
De onderschrijding van € 10,0 mln bestaat vooral uit onderschrijdingen op de taakvelden  2.0 Verkeer, vervoer en waterstaat (€ 1,1 mln), 7.2 Riolering (€ 0,6 mln), 7.4 Milieubeheer (€ 1,2 mln) 8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (€ 7.8 mln) en een overschrijding op de loonsom (€ 1,2 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.

De onderschrijding op 2.0 Verkeer, vervoer en waterstaat bestaat uit lagere lasten voor het werkzaamheden aan de plompbrug (€ 1,1 mln). Deze zijn later gestart dan gepland. Hierover is de raad in de Berap 2023 geïnformeerd, de afwijking is als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".
De onderschrijding op 7.2 Riolering bestaat uit lagere lasten voor  werkzaamheden aan de riolering (0,6 mln). De onderschrijding wordt veroorzaakt door personeelskrapte. Hier tegenover over staan ook lagere baten vanuit de Rioolheffing. Zodoende is deze afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten".
De onderschrijding op 7.4 Milieubeheer bestaat uit de Specifieke Uitkering Duurzaamheid (1,2 mln). De onderschrijding wordt veroorzaakt doordat niet alle middelen in 2023 zijn ingezet, de voorwaarden van de uitkering laat de gemeente vrij om deze gelden in 2024 alsnog te besteden. Tegenover deze lasten staan direct gerelateerde inkomsten vanuit de Specifieke Uitkering  van de Rijksoverheid. Op basis daarvan is deze afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten".
De onderschrijding op 8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening bestaat hoofdzakelijk uit lagere lasten voor Grondexploitaties. In 2024 zullen deze lasten worden gemaakt, daarmee is de afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 4: "Begrotingsafwijkingen die geen afwijking veroorzaken in de totale kosten en opbrengsten van de laatst vastgestelde exploitatieopzet".
De overschrijding op de loonsom (€ 1,2 mln) wordt gedekt door de stelpost 'overschrijding loonsom' (€ 2,0 mln). Alle stelposten zijn opgenomen in de Berap 2023 en zijn als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".

 

Baten
De onderschrijding van € 6,0 mln bestaat hoofdzakelijk uit onderschrijdingen op de taakvelden 7.4 Milieubeheer (€ 1,4 mln) en 8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (€ 4.5 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.

De onderschrijding op 7.4 Milieubeheer bestaat uit de Specifieke Uitkering Duurzaamheid (1,2 mln). Zoals hierboven bij de lasten vermeld, wordt de onderschrijding veroorzaakt doordat niet alle middelen in 2023 zijn ingezet, de voorwaarden van de uitkering laat de gemeente vrij om deze gelden in 2024 alsnog te besteden. De baten worden daardoor op een later moment gerealiseerd. Op basis daarvan is deze afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten".
De onderschrijding op 8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening bestaat hoofdzakelijk uit lagere baten voor Grondexploitaties. In 2024 zullen deze baten worden gerealiseerd, daarmee is de afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 4: "Begrotingsafwijkingen die geen afwijking veroorzaken in de totale kosten en opbrengsten van de laatst vastgestelde exploitatieopzet".

 

 

Programma 4 - Sociaal
Lasten
De overschrijding van € 5,3 mln bestaat voornamelijk uit overschrijdingen op de taakvelden  6.3 Inkomensregelingen (€ 2,3 mln) en 6.7 Maatwerkdienstverlening (€ 4,6 mln) en een onderschrijding op taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (€ 1,5 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.

De overschrijding op 6.3 Inkomensregelingen bestaat voornamelijk uit overschrijding van de energietoeslag (€ 1,7 mln) en Bijstandsverlening (0,2 mln). Tegenover de overschrijding op energietoeslag staan direct gerelateerde baten (via de algemene uitkering op programma 1), daarmee is de afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten". De hogere lasten  op bijzondere bijstand (€ 0,2 mln) betreffen bestaand beleid waarbij de overschrijding is ontstaan na de bestuursrapportage. Op grond van de gedragslijn in de afgelopen jaren is dit gemeld in de jaarrekening. Deze afwijking isals niet acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de bestuursrapportage is geïnformeerd ".
De overschrijding op 6.7 Maatwerkdienstverlening bestaat uit meerkosten Stichting TIM SV. Dit onderwerp is meerdere keren gepasseerd in de gemeenteraad, waaronder de Berap 2023. Op basis daarvan is deze afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".
De onderschrijding op 6.1 Samenkracht en burgerparticiaptie bestaat hoofdzakelijk uit opvang Oekraïne. In de bestuursrapportage is een budget neutrale begrotingswijziging verwerkt van € 5,0 miljoen lasten en baten. De lagere lasten dan begroot zijn ontstaan na bestuursrapportage en gemeld in de jaarrekening. Daarmee is de afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de bestuursrapportage is geïnformeerd".

 

Baten
De overschrijding van € 2,5 mln bestaat vooral uit het taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (€ 2,5 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.

De overschrijding op 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie bestaat hoofdzakelijk uit hogere baten voor opvang Oekraïne (€ 2,1 mln) zoals hierboven vermeld zijn deze inkomsten direct gerelateerd aan de lasten. Daarnaast bestaat de overschrijding op 6.1 uit de afrekening servicekosten Scherpersweg te Breukelen (€ 0,3 mln). Deze afwijking is niet gemeld aan de raad, maar dit dient ter compensatie van de hogere energiekosten. Beide afwijkingen op dit taakveld zijn daarmee als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten".

 

 

Programma 5 - Samenleving
Lasten
De overschrijding van € 0,9 mln bestaat voornamelijk uit overschrijdingen op het taakveld 5.2 Sportaccommodaties (€ 1,4 mln) en een onderschrijding op het taakveld 3.0 Economie (€ 0,3 mln) en 4.0 Onderwijs (€ 0,1 mln) en 5.5 Cultureel Erfgoed (€ 0,2 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat er één afwijking ter grootte van € 0,6 mln als niet acceptabel wordt aangemerkt.

De overschrijding op 5.2 Sportaccommodaties bestaat hoofdzakelijk uit hogere lasten Kikkerfort (€ 0,7 mln), SFN (€ 0,5 mln) en Sportaccommodaties (€ 0,3 mln). De afwijking op Kikkertfort is in de Berap 2023 gemeld aan de raad en is deze als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd". De overschrijding op SFN wordt deels gecompenseerd door direct gerelateerde baten. De afwijking op zowel de lasten als baten is na de bestuursrapportage bekend geworden en gemeld in de jaarrekening. Daarmee is deze afwijking als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd" en “Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door directe gerelateerde inkomsten”. De overschrijding op sportaccommodaties is bekend geworden na de Bestuursrapportage en gemeld in de jaarrekening en kwalificeren als acceptabel onder Cat. 1 “Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd”.
De onderschrijding op 3.0 Economie wordt veroorzaakt doordat niet alle geplande projecten zijn gerealiseerd of waar de lasten in rekening zijn gebracht op andere budgetten (€ 0,2 mln). Deze afwijkingen zijn als acceptabel geclassificeerd onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd".
In de bestuursrapportage is een budgettair neutrale begrotingswijziging opgenomen op 4.0 Onderwijs van € 3,0 miljoen hogere lasten. De werkelijke lasten zijn € 72.000 lager dan begroot. Deze afwijking is gemeld in de jaarrekening en acceptabel onder Cat. 1: " Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd ".
De onderschrijding op 5.5 Cultureel Erfgoed bestaat primair uit lagere uitgaves Ergoeddeal, dit is langlopend budget waarvan het restant dan ook is doorgeschoven naar 2024. Dit is gemeld in de jaarrekening en acceptabel onder Cat. 1: " Begrotingsafwijkingen als gevolg van bestaand beleid die in de Bestuursrapportage zijn toegelicht of waarover de raad na de Bestuursrapportage is geïnformeerd”.

 

Baten
De onderschrijding van € 0,1 mln bestaat voornamelijk uit onderschrijdingen op het taakveld 4.0 Onderwijs (€ 0,9 mln) en uit overschrijdingen op de taakvelden 3.0 Economie (€ 0,4 mln) en 5.2 Sportaccommodaties (€ 0,3 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat er één afwijking ter grootte van € 0,5 mln als niet acceptabel wordt aangemerkt.

De onderschrijding op 4.0 Onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit lagere baten voor het Onderwijsachterstandsbeleid (€ 0,4 ,mln) en het Nationaal Programma Onderwijs (€ 0,4 mln). Zoals hierboven vermeld staan deze baten in directe relatie tot de lasten. Daarmee zijn deze als acceptabel gecategoriseerd onder Cat.1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten".
De overschrijding op 3.0 Economie bestaat hoofdzakelijk uit hogere baten uit Toeristenbelasting (€ 0,5 mln). De baten werden in het verleden een jaar later in de exploitatie berekend (heffing 2022 in boekjaar 2023), vanaf 2023 wordt dit in het jaar zelf geregistreerd. Dat levert in de jaarrekening "dubbele" inkomsten op. Er is niet afgeweken van het beleid, maar de afwijking is niet eerder specifiek gemeld bij de raad. Op basis daarvan is de afwijking als niet acceptabel geclassificeerd onder Cat. 3: "Begrotingsafwijkingen door het verantwoorden in een verkeerd boekjaar".
De overschrijding op 5.2 Sportaccommodaties bestaat hoofdzakelijk uit  lagere baten voor SFN (€ 0,2 mln). Zoals hierboven vermeld staan deze baten in directe relatie tot de lasten. De overschrijding in baten SFN compenseert de hogere kosten. Daardoor moet deze afwijking als acceptabel geclassificeerd worden onder Cat. 1: "Begrotingsafwijkingen zijnde kostenoverschrijdingen die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten".

 

Toelichting investeringen

 

Programma 3 'Fysiek':  stedenbouwkundig kader en beeldkwaliteitsplan Bisonspoor (€ 259.209)
Dit project is in 2023 afgerond. Het tekort op de af te sluiten investeringsbudgetten bedraagt circa € 0,3 miljoen. Daarnaast is er voor circa € 0,1 miljoen minder aan exploitatiekosten gerealiseerd (en gedekt uit de reserve) dan verwacht en bedragen de (toekomstige) opbrengsten uit grondverkopen circa € 0,2 miljoen meer dan verwacht. Per saldo is het resultaat op het hele project circa € 0. Hiermee wordt binnen de in de bestuursrapportage afgegeven prognose gebleven. Omdat in boekjaar 2023 het boekhoudkundige tekort van € 259.209 groter is dan de afgegeven verwachte tekort van € 200.000, er is echter niet afgeweken van het bestaande beleid. Daardoor zien wij deze afwijking als acceptabel. Deze afwijking valt onder categorie 5.

 

Programma 3 'Fysiek': Riolering Herenweg/Gageldijk (€ 1.155.613 )
In de jaarrekening 2021 is een tekort gemeld van € 1,3 miljoen. De verwachting in 2022 was dat we binnen dit gemelde tekort zouden blijven. In 2023 is het project afgerond en het tekort is uiteindelijk op € 1,2 miljoen uitgekomen. Het raadsvoorstel is niet besluitrijp bevonden in de commissie van 6 december 2021. De raad is hierover geïnformeerd in de jaarrekening van 2021 en 2022. De overschrijding is expliciet vermeld in de raadsinformatiebrief (nr. 05 d.d. 09-02-2023). Op basis daarvan zien afwijking wij dus als acceptabel en valt onder categorie 5.

 Samenvattend is hieronder op programma niveau te zien welke afwijkingen niet acceptabel zijn:

Saldi: Beoordeeld conform normenkader, waarvan niet acceptabel:
Lasten (x1.000) Baten (x1.000)
Overschrijding Onderschrijding Overschrijding Onderschrijding
P1 - Bestuur - - - -
P2 - Veiligheid - - - -
P3 - Fysiek - - - -
P4 - Sociaal - - - -
P5 - Samenleving - - 467 -
Saldi - - 467 -
Investeringen - - - -
Totaal - - 467 -

Bevindingen voorwaardencriterium

Terug naar navigatie - Bevindingen voorwaardencriterium

Het voorwaardencriterium gaat over de eisen bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. Deze eisen zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

Bevinding Bedrag (x1.000) Toelichting Maatregel
Afwijkingen van de Europese aanbestedingsregels 14.066 Bij de interne controle zijn over 2023 afwijkingen van EU-aanbestedingsregels geconstateerd voor een bedrag van ten minste € 14,1 miljoen. Hiervan heeft € 9,3 miljoen betrekking op inhuurcontracten, deze onrechtmatigheid is per oktober 2023 opgelost. Om de afwijking in de toekomst te voorkomen is het project inkoop optimalisatie gestart. Inkoopoptimalisatie is een van de hoofdoelen in de concernagenda voor 2024. In 2024 ronden we de statische benadering (aanpakken dossiers die als fout zijn aangemerkt) en borgen we het inplannen van aanbestedingen in het regulier proces.
Afwijkingen van de uitvoering van de WMO - In de controle op de processen voor de uitvoering van de Wmo zijn in totaal 32 afwijkingen gevonden die leiden tot een zogenaamde formele onrechtmatigheid zonder financieel gevolg. Het betreft gevallen waarin de identificatie van cliënten onvoldoende aantoonbaar is vastgelegd. Deze bevinding werd eerder ook door de accountant gedaan tijdens de interim controle van 2023. Er wordt opvolging gegeven aan de bevinding doordat hier aandacht aan wordt gegeven bij teambesprekening. Er zijn in 2023 diverse controles uitgevoerd, daaruit blijkt dat het beter gaat. Dit blijft de aandacht behouden. In juli 2024 staat de volgende controle gepland.

Bevindingen misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

Terug naar navigatie - Bevindingen misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

Misbruik en oneigenlijk gaat over op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen. Gemeente Stichtse Vecht heeft hierover geen algemeen beleid. Er zijn geen signalen dat er sprake is van afwijkingen.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Gemeente Stichtse Vecht maakt bij de uitvoering van haar taken gebruik van samenwerkingsverbanden met andere partijen. Wanneer de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang in een partij heeft, is sprake van een verbonden partij. Deze paragraaf gaat in op de samenwerking in verbonden partijen. 

Kader verbonden partijen 
Bij samenwerking in een verbonden partij neemt gemeente Stichtse Vecht afstand van één of meerdere taken. Bestuurlijk belang betekent dat de gemeente een zetel in het bestuur van een verbonden partij heeft en dus stemrecht. Een financieel belang betekent dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is bij faillissement van de verbonden partij of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Voorbeelden van een financieel belang zijn het aandelenbelang van de gemeente in een vennootschap of een financiële bijdrage aan een gemeenschappelijke regeling.

Het kader voor verbonden partijen is opgenomen in de nota ‘Verbonden partijen’. Aan de basis voor samenwerken in de vorm van verbonden partijen staat de vraag hoeveel invloed de gemeente (nog) wil uitoefenen. De uitgangspunten in de nota kennen 3 verschillende fasen:

  1. Oprichtings- of intentionele fase: in deze fase komen vragen aan de orde als 'wanneer wordt een verbonden partij opgericht? En in welke vorm?’
  2. Uitvoerende fase: in deze fase toetst de gemeente periodiek of de beleidsuitgangspunten nog van toepassing zijn.
  3. Evaluatiefase: in deze fase wordt ingegaan op de vraag of de verbonden partij nog wel het doel dient waarvoor zij is ingesteld en/of dat er een aanpassing in de samenwerking moet worden aangebracht. Sommige gemeenten evalueren elke collegeperiode alle verbonden partijen. Voor Stichtse Vecht lijkt er, gelet op de verbonden partijen waarin wordt deelgenomen (deels wettelijk verplichte of provinciebrede partijen), minder noodzaak voor een vierjaarlijkse afweging. Indien uit ervaring blijkt dat deelname aan een verbonden partij opnieuw moet worden overwogen, dan geniet actie op dat moment de voorkeur.

Verbonden partijen kunnen in twee categorieën verdeeld worden: in publiekrechtelijke en in privaatrechtelijke vorm. De publiekrechtelijke vorm is een samenwerkingsverband dat gebaseerd is op de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze vorm heeft een eigen algemeen bestuur. De deelnemende gemeenten benoemen de leden van dat bestuur. Het algemeen bestuur benoemt het dagelijks bestuur. Verder behandelt de gemeenteraad de kadernota’s, begrotingen en jaarrekeningen van de gemeenschappelijke regelingen.

Naast samenwerking binnen verschillende gemeenschappelijke regelingen kent gemeente Stichtse Vecht ook privaatrechtelijke verbonden partijen, zoals vennootschappen en stichtingen. Ook zij worden in deze paragraaf benoemd.  

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

De verbonden partijen waarmee de gemeente samenwerkt bij het bereiken van haar doelstellingen zijn opgenomen in de verschillende programma's. In deze paragraaf komen het algemeen belang en de voorgeschreven (financiële) gegevens op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) per verbonden partij aan de orde. Daarbij nemen we per samenwerkingsvorm eerst een beschrijving van het doel op en, voor zover van toepassing, relevante ontwikkelingen uit 2023. Daarna volgt een overzicht met (financiële) gegevens. Indien sprake is van materiële risico’s die niet of onvoldoende door een verbonden partij zelf met maatregelen zijn ondervangen, zijn deze meegenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.  

In het overzicht met gegevens zijn de financiële cijfers waar mogelijk uit de Jaarrekening 2023 van de betreffende partij overgenomen. Wanneer deze gegevens op het moment van opstellen van deze paragraaf nog niet beschikbaar waren, zijn de laatst bekende financiële cijfers opgenomen. De in het overzicht aangegeven verwijzingen betreffen:

1.    Definitieve jaarcijfers 2023
2.    Voorlopige jaarcijfers 2023
3.    Laatst beschikbaar gestelde cijfers over 2023 (bijv. uit een managementrapportage of begrotingswijziging)
4.    Definitieve jaarcijfers 2022
5.    Begroting 2023 of nnb (nog niet bekend).

Veiligheidsregio Utrecht (VRU) - Programma 2

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU) - Programma 2

Binnen de VRU werken de 26 Utrechtse gemeenten samen op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke) crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening voor een veiligere regio Utrecht. Nadere toelichting over deze grote projecten is te vinden in programma 2 ‘Veiligheid’. 

Aan het einde van 2023 loopt het oude beleidsplan van de Veiligheidsregio Utrecht af. Vanaf 2024 treedt de nieuwe bestuursagenda ‘Veiligheidsregio Utrecht 2024 – 2027’  in werking.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23)

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2024
Veiligheidsregio (VRU) (4) Burgemeester  AB: stemrecht steminvloed:  6% € 23.237 €62.708 € 742 € 3.871
     Aandeel in totale begroting: 4,3% €23.252 € 62.533    

Plassenschap Loosdrecht e.o. - Programma 3

Terug naar navigatie - Plassenschap Loosdrecht e.o. - Programma 3

De deelnemers van het Plassenschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Per 1 januari 2023 is gestart met de omgevormde ‘Gemeenschappelijke Regeling tot vereenvoudigde bedrijfsvoeringsorganisatie’ (GR-BVO) en gemeente Wijdemeren als nieuwe uitvoeringsorganisatie. Het jaar 2023 is een overgangsjaar, waarin de samenwerking tussen partijen vorm kreeg door de opzet van ‘Meerjaren Onderhouds en Beheerplannen’ en de ‘Meerjaren Investeringsplannen en Perspectieven’. De komende jaren zal dat resulteren in het wegwerken van achterstallig onderhoud van de eigendommen van het Plassenschap.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23)

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
Plassenschap Loosdrecht e.o.  2) Collegelid Bestuur: 25% 720 € 4.026 € 428 € 313
    Aandeel in totale begroting: 18% €1080 € 3.909    

Recreatieschap Stichtse Groenlanden - Programma 3

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden - Programma 3

 De deelnemers van het recreatieschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Op 1 januari 2023 is gestart met een nieuwe samenwerking tussen het recreatieschap en uitvoeringsorganisatie Staatsbosbeheer (SBB). Het jaar 2023 is een overgangsjaar, waarin samenwerking vorm krijgt door het opstellen van ‘Meerjaren Beheer en Onderhoudsplannen’ en ‘Meerjaren Investeringsplannen’ en financiële perspectieven. Onderstaande cijfers gaan over de concept jaarrekening met voorlopige cijfers. Het resultaat vooralsnog negatief, door een voorlopig genomen voorziening van de garantietoeslagen van door SBB overgenomen medewerkers van de eerdere uitvoeringsorganisatie ‘Recreatie Midden Nederland’. Mogelijk zorgt een vermindering van deze voorziening  alsnog voor een beter resultaat dan nu opgenomen in de concept jaarrekening 2023.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23)

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o.  2) Raadslid, Collegelid AB en DB: stemrecht Steminvloed: 12% € 2.786 € 2.854 € 1.144 - € 179
    Aandeel in totale begroting: 5,5% € 2.570 € 2.650    

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) - Programma 3

De Omgevingsdienst Regio Utrecht voert voor 15 gemeenten adviserende en uitvoerende taken uit voor omgeving, milieu en duurzaamheid. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is de voorbereiding op de in 2024 geplande start van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen. Daarnaast is het overgaan van taken voor sloopmeldingen, asbest en bodem naar de ODRU een belangrijke ontwikkeling. Ook gaat ODRU verder met het traject voor kostenbesparing, door onder andere de vaste bezetting te verhogen en inhuur te verminderen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23)

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 4) Collegelid AB: stemrecht steminvloed: 6%

€ 1.152 -

 € 4.314 -

€ -49 €1.646
    Aandeel in totale begroting: 10,3%  

€ 1.707

€ 3.334    

 

GGD regio Utrecht (GGDrU) - Programma 4

Terug naar navigatie - GGD regio Utrecht (GGDrU) - Programma 4

Het doel van GGDrU is het bevorderen van de volksgezondheid en het voorkomen van ziekten door het verrichten van preventieve interventies. In 2023 gaat GGDrU verder met het implementeren van het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg en met het uitvoeren van het ombuigingsplan om de basis op orde te krijgen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23)

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
GGD regio Utrecht (GGDrU) Collegelid AB: stemrecht steminvloed:  6% € 2.844 € 14.972 € 0 € 2.951
    Aandeel in totale begroting: 5,2%  € 2.754 € 14.944    

Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) - Programma 5

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) - Programma 5

Het RHCVV heeft een tweeledig doel: (1) archiefwettelijke taken, die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten en (2) erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties. Het RHCVV heeft in 2023 de inhoudelijke beleidskeuzes uit de businesscase 2018 en de beleidsvisie 2020-2024 gecontinueerd. Het RHCVV heeft daarbij de volgende focus: 
•    archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor aangesloten gemeenten;
•    erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties;
•    de kanteling naar het archiveren en beheren van digitale informatie;
•    nieuwe (archief)wetgeving implementeren;
•    verkorting van de overbrengingstermijn realiseren.

Naar aanleiding van het uittreden van gemeente Weesp uit de gemeenschappelijke regeling, is een bestuurlijke toekomstverkenning uitgevoerd. De toekomstverkenning heeft voor de langere termijn duidelijk gemaakt welke middelen nodig zijn voor een vitaal RHCVV, dat voldoende is uitgerust voor de wettelijke taakuitvoering voor de drie deelnemende gemeenten en hun inwoners. Deze uitkomsten zijn verwerkt in de meerjarenbegroting RHCVV en de betrokken gemeenten hebben zich hier positief over uitgesproken. 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen 1) Burgemeester AB: stemrecht Steminvloed 33,3% € 590 - € 250 - € 0 € 554
    Aandeel in totale begroting: 42,3% € 462 € 250    

Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

De AVU is sinds 1984 de regie- en kennisorganisatie voor duurzame en kosteneffectieve verwerking van afvalstromen die door de Utrechtse gemeenten bij huishoudens zijn ingezameld. 
•    Daar waar inzameling en transport van afvalstoffen door de AVU aan derden is uitbesteed, zullen contracten tijdig worden aanbesteed. Indien deze activiteiten met dienstverleningsovereenkomsten worden verzorgd, zal de AVU ook deze overeenkomsten tijdig en in overleg met de partners verlengen. 
•    De AVU draagt zorg voor de tijdige aanbesteding van de verwerkingscontracten van de aan de AVU in beheer overgedragen afvalstromen. 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed 6% € 350 - € 14.905 - € 0 € 2.624
    Aandeel in totale begroting: 5,5 % € 350 € 14.905    

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) -Programma 1

Terug naar navigatie - Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) -Programma 1

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug en Zeist en het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. De BghU heft en int belastingen namens haar deelnemers en stelt de hoogte van de WOZ-waarden vast voor alle onroerende zaken in deze gemeenten. Het BghU-bestuur heeft op 4 oktober 2023 de projectopdracht en het plan van aanpak BghU-dienstverlening besproken en vastgesteld. Het plan is om de achterstanden (bijvoorbeeld in het opleggen van belastingaanslagen) weg te werken, met een geplande doorlooptijd van 2 jaar, vanaf juli 2023.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '23 - eind '23

Vreemd vermogen

(begin '23 - eind '23)

Financieel resultaat

(eind 2023)

Bijdrage SV 2023
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) 4) Collegelid DB: stemrecht Steminvloed 6%

€ 1.539 -

€ 2.782

€ 5.297 -

€ 3.103

€ 1.406 € 1.052
    Aandeel in totale begroting: 6%        

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

Terug naar navigatie - NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

De NV Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank verstrekt krediet tegen lage tarieven, waarmee de bank duurzaam bijdraagt aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger en duurzaam bijdraagt aan de publieke taak. Gemeente Stichtse Vecht bezit 29.523 aandelen in BNG.

3) Op basis van het halfjaarbericht 2023 BNG

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Vreemd vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Financieel resultaat (eind 2023) Bijdrage SV 2023
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder

€ 4.615 -

€ 4.590

€ 107.459 -

€  123.728

€ 141 € 0

Vitens - Programma 5

Terug naar navigatie - Vitens - Programma 5

Het winnen, produceren, distribueren en leveren van drinkwater is de primaire taak van Vitens. Klanten kunnen vertrouwen op de leveringszekerheid van drinkwater, een optimale kwaliteit en een zo laag mogelijke prijs (Vitens heeft de laagste drinkwaterprijs van Nederland). Vitens staat de komende jaren voor een grote investeringsopgave. De investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid van voldoende en schoon drinkwater, nu en in de toekomst. Gemeente Stichtse Vecht is aandeelhouder en bezit 58.097 aandelen Vitens (1% van het totaal). 

 

2) Geen begroting 2023. Cijfers komen uit Financiële projectie Vitens 2022-2024 (najaar 2021)

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Vreemd vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Financieel resultaat (eind 2023) Bijdrage SV 2023
Vitens Collegelid Stemrecht als aandeelhouder € 625,20 - € 1.462,10 - € 36,10 € 0
      € 667,70 € 1.559,70 € 61,0 € 0

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

De doelstelling van Stichting MEC is het organiseren van natuur- en milieu-educatieactiviteiten in gemeente Stichtse Vecht, met als belangrijkste doelgroep het basisonderwijs. Activiteiten en samenwerkingen die vanuit MEC Maarssen plaatsvinden worden gedeeld via nieuwsbrieven en op de website van de ODRU. De ODRU stelt onder andere leskisten samen, waarmee basisscholen natuur- en milieu-educatie kunnen geven. Daarnaast is er een struintuin, een plantenasiel en worden er workshops, tentoonstellingen en excursies georganiseerd.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Vreemd vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Financieel resultaat (eind 2023)

Bijdrage SV 2023

 

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) Collegelid Voorzitter Steminvloed 40% € 93 - € 2 - € 10 Maakt deel uit van de bijdrage OdrU
      € 103

€ 2

   

Stichting Urgentie commissie West Utrecht (SUWU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Urgentie commissie West Utrecht (SUWU) - Programma 3

De SUWU is een gemeenschappelijke regeling van zes gemeenten in de regio Utrecht West met als doel het beslissen over ingediende aanvragen voor een woonurgentie in het kader van de huisvestingsverordening.  In voorgaande jaren publiceerden wij in cyclusdocumenten de totale hoeveelheid aanvragen bij de gemeenschappelijke regeling. Vanaf 2023 worden alleen de aantallen voor aanvragen die betrekking hebben op gemeente Stichtse Vecht gepubliceerd. Sinds 2021 valt er te constateren dat het aantal aanvragen structureel afneemt door het voeren van adviesgesprekken. Het vierde huis adviseert hiermee proactief of de kans op urgentie aannemelijk is. Op deze manier wordt de instroom beperkt en het aantal onterechte aanvragen beperkt. 

INGEKOMEN URGENTIEAANVRAGEN 2023 -TOTAAL Stichtse Vecht
Totaal Breukelen Kockengen Loenen Maarssen Nigtevecht Nieuwersluis Nieuwer ter Aa Oud Zuilen Tienhoven Vreeland
AANGEVRAAGDE URGENTIES
Dreigende dakloosheid 2 1 1
Relatiebeeindiging 2 2
Fin.omstandigheden 1 1
Medisch 5 2 3
Mantelzorg 1 1
Maatschappelijk 0
Gedupeerden 0
Toeslagenaffaire 1 1
Totaal 12 4 0 1 0 6 0 1 0 0 0

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Vreemd vermogen (begin ‘23 – eind ‘23) Financieel resultaat (eind 2023) Bijdrage SV 2023
Stichting Urgentie commissie West Utrecht (SUWU) Collegelid Stemrecht in AB € 17   € 4 - € 20
      € 13      

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de verplichte paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe onze gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. Het beleid van de gemeente is vastgelegd in de nota ‘Grondbeleid’ en de nota ‘Kostenverhaal’. 

Nota grondbeleid

Terug naar navigatie - Nota grondbeleid

In de nota ‘Grondbeleid’ staan de beleidsuitgangspunten van het grondbeleid. Het uitgangspunt hierbij is om niet te kiezen voor één bepaalde vorm van grondbeleid, maar dit per locatie of project te kiezen. Per project maken we de afweging of de wij de grond zelf in ontwikkeling nemen of dat we de afwikkeling gedeeltelijk of geheel overlaten aan een marktpartij. Hiervoor is een afwegingskader geschreven, waarin we beoordelen of het initiatief wenselijk is, of het financieel haalbaar is, of de financiële risico’s ten opzichte van de financiële middelen acceptabel zijn en of voldoende kennis en capaciteit binnen de onze gemeente beschikbaar is.

Wij kiezen voor het te voeren van grondbeleid voor maatwerk en marktwerking. In de praktijk betekent dit dat wij overwegend een faciliterend grondbeleid voeren.

Nota kostenverhaal

Terug naar navigatie - Nota kostenverhaal

Met de nota ‘Kostenverhaal’ borgen we de wettelijke plicht om als gemeente de gemaakte kosten te verhalen, voor ruimtelijke ontwikkelingen die vanuit de markt worden geïnitieerd. De gemeente treedt hierbij faciliterend op.

De gemeente streeft naar het afsluiten van anterieure overeenkomsten voor het kostenverhaal.  Alleen wanneer de privaatrechtelijke route niet leidt tot (voldoende) resultaat, zal de gemeente de kosten via een kostenverhaalbeschikking verhalen. Meestal biedt het voor zowel de gemeente als de particuliere grondeigenaar voordelen om het kostenverhaal privaatrechtelijk te regelen.

De overeenkomsten worden in twee stadia afgesloten, we onderscheiden: de anterieure overeenkomst fase 1 en fase 2. Fase 1 dekt de kosten die gemaakt worden tot aan de definitieve besluitvorming en fase 2 dekt de kosten na de besluitvorming (realisatiefase).

In de nota ‘Kostenverhaal’ zijn kostencategorieën omschreven. Bij aanvang van een project worden de kosten geraamd en wordt elk initiatief in een categorie ingedeeld. In welke categorie een initiatief wordt ingedeeld is afhankelijk van de complexiteit. Bij zeer grote of complexe initiatieven kan gekozen worden voor maatwerk. De kosten voor elke categorie zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Die worden mede gebaseerd op een vaste formule of plankostenscan, die door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is ontwikkeld. 

In 2023 zijn anterieure overeenkomsten gesloten voor de volgende projecten: 
•    Schepersweg Breukelen fase 1 
•    Zandweg 41 Maarssen fase 1 en 2
•    Kortelaan 20 Maarssen fase 1 en 2
•    Bosdijk 9 Kockengen fase 1 en 2
•    Spengen 27 Kockengen fase 1 en 2
•    Scheendijk 2 en 3 Breukelen fase 1 en 2 
•    Zwanenkamp 297-303 Maarssen fase 1 en 2
•    Breukelenwaard fase 3 bedrijfskavel 1 fase 1 en 2 
•    Uitbreiding Nieuwer ter Aa fase 1 
•    Mijndensedijk 47, 49 en 51 Nieuwersluis fase 1 

In totaal is een bedrag van € 227.929 ontvangen aan plankosten.

Algemene reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Algemene reserve grondexploitatie

Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie voegen we pas bij afsluiting toe aan de Algemene reserve grondexploitatie. Bij voorzienbare tekorten treffen we een voorziening. In principe wordt de gehele winst van een grondexploitatie genomen bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij het mogelijk is om op verantwoorde wijze al vooruitlopend op de afsluiting een deel winst te nemen. Voorwaarde is dat daadwerkelijk sprake is van gerealiseerde winsten in de grondexploitatie en dat we die uit oogpunt van verantwoorde bedrijfsvoering (rekening houdend met nog te realiseren kosten en opbrengsten) ook opnemen. Daarbij volgen we de standpunten zoals opgenomen in de Notitie BBV grondexploitatie 2023 over tussentijdse winstneming.

Als college hebben wij de bevoegdheid om een werkbudget uit de Algemene reserve grondexploitatie te gebruiken voor de eerste plan- en onderzoekskosten bij ruimtelijke ontwikkelingen. Na het operationeel verklaren van het betreffende project met de vaststelling van de grondexploitatie brengen we de kosten ten laste van de grondexploitatie en vloeien de eerder anticiperend uitgegeven gelden vanuit de grondexploitatie terug naar de reserve grondexploitatie. De omvang van de Algemene reserve grondexploitatie is vastgesteld op minimaal € 200.000 en maximaal € 600.000. Indien het saldo van de reserve grondexploitatie hoger is, romen we de waarde af naar de Algemene reserve, en als het saldo lager is, vullen we het aan vanuit de Algemene reserve.

In de onderstaande tabel is het verloop van de Algemene reserve grondexploitaties 2023 opgenomen. Hieruit blijkt dat in 2023 het risicodeel van deze reserve met ruim € 240.000 is ingezet om risico's in lopende grondexploitaties op te vangen. In het voorstel bij  de jaarrekening 2023 zullen wij u voorstellen om deze reserve weer aan te vullen zodat deze ook in de toekomst haar functie kan vervullen voor het afdichten van risico's en het dekken van voorbereidingskosten voor nog niet door de gemeenteraad vastgestelde grondexploitaties. 

Verloop algemene reserve grondexploitaties 2023
Versnelling grote projecten 1-1-2023 44
Ruimtelijke ontwikkeling Onttrekking Storting
Versnelling grote projecten 19
Saldo 31-12-2023 25
Overige onderdelen algemene reserve grondexploitaties 1-1-2023 393
Ruimtelijke ontwikkeling Onttrekking Storting
Administratieve grondexploitaties -2
Ontwikkellocaties 17
Harmonieplein 24
Veenkluit 120
Haarrijnweg 130
Aanvulling minimaal niveau risicodeel 23
Saldo 31-12-2023 175
Stand Algemene reserve grondexploitaties 31-12-2023 200

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondexploitaties

Vastgestelde grondexploitaties:

Haarrijnweg 5 te Maarssen 
Aan de Haarrijnweg 5 in Maarssenbroek heeft de gemeente een perceel in eigendom. Op deze locatie zat tot begin 2016 een dierenpension. In overleg met omwonenden willen we op deze locatie een woningbouwproject ontwikkelen voor 17 woningen. Op 2 november 2021 heeft de gemeenteraad het stedenbouwkundig plan en de ontwikkelstrategie vastgesteld. Op 20 december 2022 heeft de raad een wijziging van de ontwikkelstrategie vastgesteld. Ook is een grondexploitatie geopend voor de uitvoering van dit plan. Bij het ontwikkelen van woningen aan de Haarrijnweg 5 gaan we uit van:
•    grondgebonden woningen (toegankelijk vanaf het straatniveau);
•    17 woningen op deze locatie;
•    6 woningen in de sociale huur voor de doelgroep maatschappelijke opvang en beschermd wonen (MOBW);
•    7 (huur)woningen voor middeninkomen; 
•    4 woningen voor de verkoop in het vrije segment;
Samen met de betrokken partijen en omwonenden is een beeldkwaliteitsplan voor de woningen uitgewerkt. Het ontwerpbestemmingsplan is op 6 maart 2024 door de gemeenteraad vastgesteld. De aanbesteding voor het voorbelasten van het perceel is in februari 2024 in gang gezet.

Fetha 3, 14 en 16 te Vreeland 
.Het dorpshuis in Vreeland en de gymzaal aan de 14 en 16 zijn sterk verouderd en niet duurzaam. De gemeente wil deze gebouwen graag onderbrengen in een nieuw multifunctioneel centrum. Ook is er ruimte om 6 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen. 3 woningen aan de overzijde van het MFC en 3 seniorenwoningen naast de nieuw te realiseren gymzaal. De gemeenteraad heeft in juni 2022 het conceptontwerp vastgesteld en een extra voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld om het conceptontwerp verder uit te werken tot een definitief ontwerp. In juli 2022 is de grondexploitatie voor deze planontwikkeling door de gemeenteraad akkoord bevonden. Het definitieve ontwerp is gereed en wordt aan het college ter besluitvorming voorgelegd. De gemeenteraad zal worden gevraagd om de al opgenomen investering vrij te geven en een additionele investering beschikbaar te stellen.

Harmonieplein Maarssen 
Voor de gebiedsontwikkeling Harmonieplein is een stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit gaat uit van realisatie van een aantrekkelijk dorpsplein voor Maarssen-dorp, met levendige functies. Daaromheen worden drie deelplannen ontwikkeld. Het Zuidblok betreft woningbouw en is eigendom van een ontwikkelaar. Het Kindcentrum zorgt voor de huisvesting van twee scholen, een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal en een BSO. Het Noordblok is in ons eigendom en bestaat uit woningbouw op de verdieping en horeca en maatschappelijke voorzieningen in de plint. In het plan wordt gezocht naar een goede oplossing voor verkeersafwikkeling en voldoende parkeerplaatsen. Binnen de grondexploitatie van de gebiedsontwikkeling Harmonieplein zijn de voorbereidingskosten, de inbrengwaarde van de bibliotheek en de inrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied gedekt, met opbrengsten uit de woningen en appartementen in ontwikkeling. De laatste officiële update van de bijbehorende grondexploitatie (GREX) is van 2019. De GREX is daarna jaarlijks intern geïndexeerd, maar de indexatie komt niet overeen niet met de realiteit. De kosten stegen sneller dan berekend, terwijl de opbrengsten niet in hetzelfde tempo meestegen. Ook nam het planproces meer tijd in beslag dan was voorzien. Naast de extra plankosten ontstond er behoefte aan tijdelijke inrichting van het openbare gebied. De hogere kosten en de lagere residuele grondwaarde leiden tot een forse toename van het tekort in de grondexploitatie. De noodzaak ontstond om kritisch te kijken naar de aanpak van dit gebied.

Door de ondergrondse parkeergarage onder het Noordblok te schrappen uit de gebiedsontwikkeling, kon de GREX worden teruggebracht naar een acceptabel saldo. De vervallen parkeerplaatsen kunnen worden opgevangen door de restcapaciteit uit de nabije omgeving. Hiervoor is eerst uitgebreid parkeeronderzoek gedaan naar de restcapaciteit. Door deze aanpassing in het plangebied kan de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet in stand blijven. Inmiddels heeft de raad in januari 2024 het aangepaste plan met bijbehorende GREX vastgesteld.

Voor de gebiedsontwikkeling worden drie afzonderlijke bestemmingsplannen gemaakt. Twee van de drie plannen, Kindcentrum en Zuidblok, zijn in 2020 in procedure gebracht. Deze twee bestemmingsplannen zijn samen met met de klankbordgroep opgesteld. Het bestemmingsplan Kindcentrum is in 2021 vastgesteld en onherroepelijk geworden. Het Kindcentrum is rond de zomer opgeleverd en feestelijk geopend. Het bestemmingsplan Zuidblok was al een tijd on hold gezet, omdat het geen haalbaar business case had. De betrokken partijen spanden zich in om het Zuidblok alsnog haalbaar te maken. Inmiddels is het bestemmingsplan Zuidblok in januari 2024 vastgesteld door de raad. De beroepstermijn van het bestemmingsplan Zuidblok eindigt eind maart 2024. Na een onherroepelijk bestemmingsplan en omgevingsvergunning zal de aannemer slopen en bouwen. De planning is om voor de zomer te slopen en na de zomer te starten met bouwen.

Ondertussen wordt het Noordblok en het openbaar gebied uitgewerkt. Het ontwerp van het openbaar gebied wordt voorbereid in participatie met de omgeving en de werkgroep Harmonieplein.

Veenkluit te Tienhoven 
Dit project gaat over het herhuisvesten van het dorpshuis De Veenkluit en de gymzaal gaan naar het naastgelegen leegstaande onderwijsgebouw en we herinrichten het openbaar gebied eromheen. De vrijgekomen locatie van het dorpshuis wordt herontwikkeld tot 7 woningen. Dit geeft inkomsten vanuit grondverkoop aan de grondexploitatie en moet voor de gehele herontwikkeling leiden tot een budgetneutraal resultaat.
Het huidige dorpshuis en de gymzaal zijn in eigendom van de Stichting Dorpshuis Tienhoven/Oud-Maarsseveen e.o. en moeten verworven worden. De stichting investeert dit bedrag weer in de nieuwbouw van voorheen OBS ’t Palet naar een nieuw dorpshuis. De overige kosten bestaan voornamelijk uit bouwkosten en plankosten. De opbrengsten bestaan vooral uit grondverkoop aan een ontwikkelaar en bijdragen vanuit het onderwijs en het dorpshuis zelf. De aanbesteding voor de bouw heeft plaatsgevonden en de bouwwerkzaamheden zijn sinds september 2023 opgestart. Naar verwachting kan het nieuwe MFC  en het openbaar gebied eind oktober 2024 worden opgeleverd. Daarna zullen de 7 woningen nog worden gerealiseerd door de bouwer.

Afvalscheidingsstation te Breukelen 
In 2023 is het Programma van Eisen voor de milieustraat, de gemeentewerf, Kansis Groen en het Circulair Ambachtscentrum uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp. Het ontwerpbestemmingsplan is ter inzage gelegd en de voorbereidingen om bedrijventerrein Breukelerwaard opnieuw in te richten zijn uitgewerkt tot een bestek. De aanbesteding loopt op dit moment. Inmiddels is bekend dat er geen zienswijzen op het bestemmingsplan zijn ontvangen en kan deze in april 2024 worden vastgesteld door de raad. Het voorlopig ontwerp is in het eerste kwartaal van 2024 in de markt gezet en we verwachten in april 2024 te kunnen gunnen. Eind van het tweede kwartaal van 2024 starten de voorbelasting werkzaamheden, waarna de bouw in het laatste kwartaal van 2024 kan starten. Afronding van het gehele project verwachten we eind tweede kwartaal 2025.

Zuilense Vecht te Maarssen 
In opdracht van de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht is een gebiedsvisie opgesteld voor Sportief Park Zuilense Vecht. Op 6 maart 2018 heeft uw raad deze Gebiedsvisie Zuilense Vecht vastgesteld. Door een open en groene verbinding te maken in samenhang met de omliggende buurten, creëren we een nieuwe groenstructuur. Dit draagt bij aan de groeiende behoefte aan sporten, bewegen en recreëren en aan de ontmoetingsfunctie (ook buiten verenigingsverband om). De verouderde sportparken die nu monofunctioneel  worden gebruikt, richten we compacter, toekomstbestendig en multifunctioneel in. Om de bestaande wijken te verbinden en om de plannen financieel mogelijk te maken voegen we woningen toe, buiten de rode contour vanwege de behoefte hieraan. Woningbouw is geen doel op zich, maar een afgeleide van de wens om het sportpark te moderniseren.

Een extern stedenbouwkundig bureau heeft voor beide gemeenten de Gebiedsvisie uitgewerkt tot een maatvast Gebiedsplan. De hoofdlijnen en leidende principes van het Gebiedsplan zijn uitgewerkt in een Stedenbouwkundig Plan van Eisen (SPvE) en een Inrichtingsplan van Eisen (IPvE). Het SPvE en IPvE zijn door uw raad inmiddels vastgesteld. Uw raad heeft op 19 december het bestemmingsplan voor Zuilense Vecht vastgesteld en de GREX daarvoor geopend.

In 2023 zijn onder andere de aanbesteding voor de realisatie van het sportieve park voorbereid, de aanbesteding voor de concessiehouder voor het warmtesysteem afgerond en de tender voor de woningbouwlocatie voorbereid. Daarnaast heeft de aanbesteding voor het kleed- en clubgebouw voor VVM/DWSM plaatsgevonden. De bouw is gegund aan de combinatie ‘Van Leeuwen Aannemersbedrijf’ en ‘Van Hoogevest Architecten’. Eind 2023 is de aanvraag voor de bouwvergunning ingediend.

In 2023 heeft ons college ingestemd met het Stedenbouwkundig Plan en het Voorlopig Ontwerp Inrichtingsplan voor het Sportieve park.
Er heeft marktconsultatie plaatsgevonden ter voorbereiding op het uitzetten van de aanbesteding voor een concessiehouder voor het warmtesysteem. Uit die marktconsultatie bleek dat er grote twijfels zijn over de haalbaarheid van een collectief warmtesysteem. Ter voorbereiding op een voorstel om het warmteplan in te trekken, is onderzoek gedaan naar alternatieven.

Planetenbaan – Het Kwadrant 
Op 3 juni 2020 heeft uw raad het stedenbouwkundig kader en randvoorwaarden Planetenbaan en Het Kwadrant vastgesteld. De ontwikkelkaders zijn op 30 mei 2023 door de raad vastgesteld en het gebiedsfonds op 7 november 2023. Het bestemmingsplan is voor 1 december 2023 op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening nog ter inzage gelegd.
De gemeente heeft zelf geen grondeigendom in het plangebied met uitzondering van de openbare ruimte tussen de deelgebieden. Met twee initiatiefnemers zijn de anterieure overeenkomsten nog in 2023 aangegaan om de kosten voor de inrichting van de openbare ruimte te dekken. In Q1 2024 worden anterieure overeenkomsten aangegaan met de overige twee initiatiefnemers. In Q2 of Q3 2024 bieden we het bestemmingsplan en PlanMER aan voor vaststelling door uw raad.
 

Overige ontwikkellocaties:
Hieronder volgt een opsomming van de overige ontwikkellocaties. Voor deze locaties is nog geen bestemmingsplan vastgesteld voor de gewijzigde bestemming.

Kuyperstraat te Maarssen 
Deze ontwikkellocatie ligt aan de Kuyperstraat in Maarssen. In dit plangebied stond de Kardinaal Alfrinkschool. Doordat de functie schoollocatie is komen te vervallen, zijn er plannen om deze locatie te ontwikkelen tot woningbouwlocatie, met als uitgangspunt sociale huur. Voor de Kuyperstraat wordt op basis van een eerder door uw raad genomen realisatiebesluit met Portaal verder gewerkt aan de planontwikkeling. De afspraken met Portaal zijn vastgelegd in een anterieure overeenkomst. Hierbij is ook het proces van het zogenaamde Didam-arrest doorlopen. Deze is in het laatste kwartaal 2023 gesloten. De ontwikkeling is planologisch vastgelegd in een bestemmingsplan, waarvan de procedure wordt doorlopen. Dit komt naar verwachting in mei 2024 in de gemeenteraad en wordt gecombineerd met het verzoek tot het openen van de grondexploitatie. Voor het bredere plangebied ‘Staatsliedenbuurt’ is met inzet van externe expertise en met subsidie van de provincie Utrecht gewerkt aan het concreter maken van de door uw raad vastgestelde gebiedsvisie. In april dit jaar willen wij de stedenbouwkundige kaders voor Staatsliedenbuurt aan uw raad toelichten. 

Zogwetering te Maarssen 
Eind januari 2019 heeft uw raad een voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeente (Wvg) opgelegd, op de percelen van de rioolwaterzuivering en een perceel van een particulier aan de Machinekade in Maarssen. Het voorkeursrecht op het perceel van de Machinekade is komen te vervallen. Het bleek niet haalbaar en wenselijk was om dit deel te bebouwen. In 2019 zijn we een participatietraject met bewoners gestart om te komen tot een Nota van Uitgangspunten. Wij hebben de concept-structuurvisie vastgesteld en ter inzage gelegd. In Q4 van 2021 is de concept-structuurvisie aangeboden aan uw raad en unaniem vastgesteld. In 2022 is, op basis van de structuurvisie, het stedenbouwkundige Programma van Eisen vastgesteld door het college. De onderhandelingen met de Hoogheemraadschap om de rioolwaterzuivering aan te kopen zijn nog gaande.

’t Kockenest te Kockengen 
De voormalige basisschool ’t Kockenest ligt aan de Koningin Julianaweg en de Prinses Margrietweg in Kockengen. Doordat de schoolfunctie met het vertrek van de basisschool is komen te vervallen, komt deze locatie in aanmerking voor herontwikkeling tot woningbouwlocatie. Eind 2016 is het voormalige schoolgebouw gesloopt. Woningstichting Vecht en Omstreken heeft op deze locatie plannen voor een appartementencomplex in de sociale huursector en heeft omgevingsparticipatie uitgevoerd. Met Vecht en Omstreken is een anterieure overeenkomst fase 1 en 2 gesloten. Hierbij is ook het proces van het zogenaamde Didam-arrest doorlopen. De ontwikkeling is planologisch vastgelegd in een bestemmingsplan, waarvan de procedure naar verwachting in april 2024 in de gemeenteraad wordt doorlopen. Dit wordt gecombineerd met verzoek tot het openen van de grondexploitatie. 

Daalse Hoek te Maarssen
De Daalse Hoek bestaat uit grond en opstallen in eigendom zijn van onze gemeente. De gebouwen op de Daalse Hoek zijn technisch en esthetisch verouderd. In 2019 hebben we grond en opstallen van stichting Reinaerde aangekocht, waarna één van de verouderde schoolgebouwen is gesloopt. Ook KBS De Pionier en de gymzaal zijn onderdeel van het plangebied.
In 2018 is een stedenbouwkundig plan in bestuurlijke procedure gebracht. Er bleek onvoldoende draagvlak voor dit plan, voornamelijk vanwege bezwaren van omwonenden over de geluidsimpact van de nieuw te bouwen school. Begin 2022 is besloten een tweede locatie voor De Pionier op te nemen in het stedenbouwkundige plan van Zuilense Vecht. Dit betekent dat de nieuw te bouwen school op de Daalse Hoek kleiner wordt. Als er voldoende capaciteit is wordt een nieuw stedenbouwkundig plan voor de Daalse Hoek opgezet, waarin ook middenhuur een plaats krijgt. Het project ligt op dit moment stil vanwege personeelstekort.

Haagstede 
In mei 2023 zijn de gronden voor fase A – Haagstede geleverd. Hiermee heeft de gemeente grondopbrengst gerealiseerd. In Q3 en Q4 van 2023 zijn de vergunningen voor de bouw van fase A (139 woningen) verleend. In december 2023 is de beheerovereenkomst met de Provincie Utrecht getekend. De bouw van de 139 woningen kan hiermee beginnen. Eind 2023 is er gestart met bouwrijp maken van het terrein en de verwachting is dat de bouw van de woningen in Q2 2024 start. Naar verwachting worden de eerste woningen begin 2025 opgeleverd. 
In mei 2022 is een allonge gesloten, waarin het project in twee fases is ingedeeld. Fase A (139 woningen) is in volle gang. Fase B (16 woningen) is alleen onder voorwaarden mogelijk en dat is van veel factoren afhankelijk. We kunnen nog niet met zekerheid zeggen of en wanneer Fase B gerealiseerd zal worden.

Risico analyse grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risico analyse grondexploitaties

 Volgens de richtlijnen van de commissie BBV moet de gemeente risicomanagement toepassen. Dit houdt in dat we risico’s moeten definiëren en kwantificeren en vervolgens adequate beheersmaatregelen moeten formuleren. Voor het totaal aan gekwantificeerde risico’s moet voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar zijn. 

Om de risico’s van de grondexploitaties in beeld te brengen is er een analyse uitgevoerd op vijf actieve vastgestelde grondexploitaties:  Veenkluit in Tienhoven, Haarrijnweg in Maarssen, Harmonieplein in Maarssen, MFC Vreeland en Zuilensevecht in Maarssen. De risico's en kansen binnen een grondexploitatie zijn geïnventariseerd en vervolgens voorzien van een bandbreedte waarbinnen de risicofactoren zich bevinden. Tot slot is op basis van de ingevulde bandbreedte van de verschillende risicofactoren een Monte Carlo simulatie van de verschillende grondexploitaties
gedraaid. Hierbij wordt de grondexploitatie 10.000 keer doorgerekend met verschillende scenario’s op basis van de ingevoerde bandbreedte van de verschillende risicofactoren.

De conclusie van de externe risicoanalyse is dat voor de grondexploitaties een risicoreservering van € 890.000 nodig is. Het risicodeel van de Algemene reserve grondexploitaties voorziet voor € 200.000 in de benodigde risicoafdekking. Hierbij is rekening gehouden met de benodigde aanvullen aan de Algemene reserve Grondexploitatie in het voorstel van de jaarrekening 2023. Het resterende bedrag van € 690.000 nemen wij als risico mee in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. 

Winst- en verliesneming

Terug naar navigatie - Winst- en verliesneming

Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie wordt bij afsluiting aan de Algemene reserve Grondexploitatie toegevoegd. Bij voorzienbare tekorten wordt een voorziening getroffen ten laste van de Algemene reserve Grondexploitatie. Hierbij wordt aansluiting gezocht naar de verplichtingen zoals genoemd in het BBV. Volgens het voorzichtigheidsbeginsel moet het nemen van winst worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Dit betekent echter niet dat pas winst kan worden genomen bij afsluiting van de grondexploitatiecomplex. Het BBV schrijft de winstnemingsmethode ‘Percentage of Completion’ voor. De gemeente volgt hierin het BBV. In 2023 is geen winst of verlies genomen op een lopende grondexploitatie.