F. Meicirculaire 2022
F1. Bruto effect algemene uitkering in meicirculaire 2022 ten opzichte van kaderbrief 2023
De meicirculaire 2022 laat ten opzichte van wat al was opgenomen in de kaderbrief 2023 (op basis van de maartbrief 2022 van het rijk) voor 2023-2026 een voordelig verloop zien tot en met 2025. Vanaf 2026 is de algemene uitkering aanzienlijk lager wat het tekort veroorzaakt in het begrotingssaldo van 2026. Het jaar 2026 wordt daarom ook wel ‘het ravijnjaar’ genoemd. Het is de consequentie van het feit dat de kabinetsplannen reiken tot en met 2025. Dit maakt het bijna onmogelijk om een begroting 2023-2026 op te stellen, die meerjarig structureel sluitend is.
Er is landelijk eind april een onafhankelijk procesbegeleider aangesteld, die de opties op een rij gaat zetten voor een stabiele financiering van decentrale overheden vanaf 2026. De minister van Binnenlandse zaken koerst erop om de gemeenten in september 2022 duidelijkheid te geven waar zij aan toe zijn vanaf 2025.
In het raadsbesluit over de meicirculaire 2022 die in september 2022 in de raad wordt behandeld is een nadere toelichting gegeven op het verloop van de algemene uitkering in de periode 2023-2026.
F2. Toevoeging stelpost loon- en prijsstijging en taakmutaties
Wij nemen de algemene uitkering in de begroting op basis van lopende prijzen op, dat wil zeggen dat uitkering in het meerjaren perspectief wordt verhoogd met het effect van loon- en prijsstijging, zoals deze in de berekening van de algemene uitkering wordt verwacht. Het berekende bedrag dat we ontvangen zetten we in de begroting apart in een stelpost (loon en prijsstijging) in programma 1. Uit de toename van de uitkering als opgenomen onder F1 in de tabel wordt dus het effect voor taakmutaties, loon- en prijsstijging bij F2 toegevoegd aan de stelpost.
In de begroting 2023 zijn de prijsgevoelige uitgaven budgetten verhoogd met 3,1% ( € 1,7 miljoen) op basis van het algemene indexcijfer, dat is gebaseerd op de CPB-ramingen die zijn opgenomen in de Meicirculaire 2022 van het Gemeentefonds. De inkomsten (huren, leges en belastingen) zijn ook met 3,1% ( € 0,85 miljoen) verhoogd. Het restant ( € 0,85 miljoen) is vanuit de stelpost loon en prijszen aangevuld. De CAO-ontwikkeling voor 2023 is nog niet bekend. De loonsom vanaf 2023 is met 2% verhoogd ten laste van de stelpost lonen en prijzen. Voor een verdere uitleg van gehanteerde grondslagen verwijzen wij naar de grondslagen, die zijn opgenomen in de financiële begroting.
G. Afsluitende administratieve mutaties
Het financieel overzicht ook administratief bijgewerkt met ten tijde van het opstellen van de kaderbrief nog te verwerken begrotingswijzigingen in 2022.