Toelichting autonome ontwikkelingen en dekkingsmogelijkheden

Wij geven hieronder een korte toelichting op de autonome ontwikkelingen en de dekkingsmogelijkheden, die opgenomen zijn in deze Kadernota. 

B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds

Terug naar navigatie - B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds
B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
Septembercirculaire 2023 (RIB 12-10-23) -5.207 -4.940 -7.022 -9.338 -9.338
Decembercirculaire 2023 0 0 0 0 0
Totaal Autonome ontwikkelingen gemeentefonds -5.207 -4.940 -7.022 -9.338 -9.338

In deze Kadernota hebben wij de september- en decembercirculaire 2023 gebruikt voor de indicatieve begrotingsprognose voor 2025 - 2029. Het kabinet zet in op het ontwikkelen van een nieuwe financieringssystematiek in het Gemeentefonds vanaf 2026. Op dit moment weten we nog niet hoe de nieuwe financieringssystematiek tussen het Rijk en gemeenten zich ontwikkelt of hoe die er straks uit gaat zien. 
De meicirculaire 2024 komt pas beschikbaar na het opstellen van de Kadernota 2025. Deze circulaire betrekken we bij het opstellen van de Programmabegroting 2025 - 2028.

C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen

Terug naar navigatie - C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen
C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
Raming loonindexering 3.028 3.028 3.028 3.028 3.028
Raming prijsindexering 1.273 1.273 1.273 1.273 1.273
Raming indexeringen Gemeenschappelijke Regelingen 454 454 454 454 454
Raming aanvullende bijdragen Gemeenschappelijke Regelingen 797 972 1.046 1.096 1.096
Raming indexeringen subsidies 194 194 194 194 194
Rentekosten 106 204 150 440 440
Pionier hoofd- en dislocatie 0 408 408 408 408
Opstellen realistische investeringsplanning 0 PM PM PM PM
Diverse kleine mutaties 17 17 17 17 17
Totaal Autonome en onontkoombare ontwikkelingen 5.868 6.549 6.569 6.909 6.909

Indexering
In het hoofdstuk 'Uitgangspunten' staat beschreven welke indexatie is toegepast. Dit resulteert in 2025 in een structurele begrotingsbijstelling van de loonsom van € 3,0 miljoen. Vanwege de gestegen prijzen verwachten wij een bijstelling van onze prijsgevoelige exploitatiebudgetten van € 1,3 miljoen.

Ook gemeenschappelijke regelingen krijgen te maken met hogere loon- en prijsindexaties. Dit resulteert in een structurele begrotingsbijstelling van € 454.000. Op basis van de ontvangen voorlopige begrotingen 2025 van de gemeenschappelijke regelingen verwachten we een aanvullende stijging van onze bijdragen (zie volgende tabel). Bij het opstellen van de Programmabegroting 2025 - 2028 gaan we voor onze bijdrage uit van de vastgestelde begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. 
De indexering van de subsidies leidt tot een structurele bijstelling van de begroting met € 194.000.

Rentekosten
Bij de bepaling van de liquiditeitsbehoefte is er met een investeringsomvang van € 15 miljoen per jaar gerekend. Dit leidt tot hogere rentelasten voor de komende jaren. Daarnaast is, gezien de huidige rente ontwikkelingen, het rentepercentage verhoogd van 2% bij de begroting 2023 naar 3% bij de begroting 2024. 

Pionier hoofd- en dislocatie
De verwachte kapitaallasten van € 408.000, die te maken hebben met de vervanging en uitbreiding van de Pionier, zijn vanaf 2026 opgenomen in de Kadernota. De verwachte oplevering is in 2025.

Opstellen realistische investeringsplanning
Voorlopig wordt er van uitgegaan dat het opstellen van een realistische investeringsagenda leidt tot een betere spreiding van de noodzakelijke investering over de begrotingsjaren. Daarmee kunnen de verwachte kapitaallasten binnen de huidige budgetten worden opgevangen. 

Diverse kleine mutaties
Dit betreft de volgende ontwikkelingen, die grotendeels gedekt kunnen worden door de bijstelling van het budget voor digitale toegankelijkheid.

C. Kleine mutaties (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
Project duidelijke taal / Functiecorrectie recruiting 15 15 15 15 15
Investeren buitensportaccommodatie + Beweegtoestellen gym- en sporthallen 11 11 11 11 11
Beheer en onderhoud kunstcollectie / kunst openbare ruimte 25 25 25 25 25
Bestuurssecretariaat - formatie 6 6 6 6 6
Digitale toegankelijkheid: budget in kadernota 2023 -40 -40 -40 -40 -40
Totaal Kleine mutaties 17 17 17 17 17

Aanvullende bijdragen gemeenschappelijke regelingen

C. Gemeenschappelijke regelingen en subsidies (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
Raming indexering Gemeenschappelijke regelingen - 3,1% 454 454 454 454 454
Reeds bekende aanpassingen bijdragen bovenop indexering:
Indexering tarieven door prijsontwikkeling voor GR Plassenschap Loosdrecht 38 66 94 94 94
Ophoging inzet leerplicht 19 19 19 19 19
Loon en prijsontwikkelingen GGDrU 125 125 125 125 125
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - begroting 2025 84 114 153 203 203
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - begroting 2024 208 326 332 332 332
ODRU uurtarief 203 203 203 203 203
VRU 119 119 119 119 119
Raming indexering subsidies - 3,1% 194 194 194 194 194
Totaal Gemeenschappelijke regelingen en subsidies 1.444 1.619 1.693 1.743 1.743

F. Dekkingsmogelijkheden

Terug naar navigatie - F. Dekkingsmogelijkheden
F. Dekkingsmogelijkheden (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
F1. Uitgaven verlagen -1.273 -1.273 -1.273 -1.273 -1.273
Indexering overige bedrijfslasten naar 0% -1.273 -1.273 -1.273 -1.273 -1.273
F2. Inkomsten verhogen -507 -507 -507 -507 -507
Tariefsverhoging belastingen - inflatievolgend -507 -507 -507 -507 -507
F3. Inzet algemene dekkingsmiddelen -3.413 -2.339 -2.828 -2.651 -2.431
Mutatie Structureel weerstandsvermogen -3.413 -2.339 -2.828 -2.651 -2.431
Totaal Dekkingsmogelijkheden -5.193 -4.119 -4.608 -4.431 -4.211

1. Het verlagen van uitgaven
Lasten niet indexeren
In de Kadernota 2025 is als dekkingsmogelijkheid rekening gehouden met het niet indexeren van de materiële prijsgevoelige budgetten. Dit betekent dat we in 2025 bezuinigen op de interne reguliere budgetten. Dit levert een besparing op van € 1,3 miljoen.

2. Het verhogen van inkomsten
Belastingverhogingen 
We verhogen de belastingen volgend aan de inflatie. We stellen voor om de OZB, RZB, parkeerbelasting, precariobelasting en de toeristen- en forensenbelasting alleen te verhogen met het algemene indexcijfer van 3,1%.

3. Het inzetten van algemene dekkingsmiddelen 
Structureel weerstandsvermogen
In de begroting 2024 is een structureel weerstandsvermogen opgenomen om in onzekere financiële tijden een beroep op te kunnen doen. Deze structurele risicobuffer kunnen we inzetten voor structurele ontwikkelingen zoals inflatie, rentestijgingen en specifieke posten met grote onzekerheden. We stellen voor om deze stelpost in 2025 volledig in te zetten om het tekort te compenseren. en voor de jaren 2026 e.v. de stelpost op het niveau van ongeveer € 1,7 miljoen aan te houden. Voor een nadere toelichting op de omvang verwijzen wij naar het onderdeel Structureel weerstandsvermogen in het hoofdstuk Strategisch financieel beleid 2026 - 2029.