Inleiding

Aanbieding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor u ligt de Kadernota 2025. In de Kadernota geeft de gemeenteraad richting voor de plannen voor de komende jaren en ook hoeveel geld de gemeente daaraan uitgeeft. Met het vaststellen van de Kadernota wordt toegewerkt naar de Programmabegroting 2025 - 2028. Die wordt in het najaar aan de raad aangeboden. De budgetten voor de uitvoering worden vrijgegeven bij de vaststelling van de Programmabegroting 2025 - 2028 door de raad.

Financiële onzekerheden bij het opstellen van deze Kadernota

Terug naar navigatie - Financiële onzekerheden bij het opstellen van deze Kadernota

Met deze Kadernota presenteren wij voor 2025 een structureel sluitende begroting. Daarbij moeten we de kanttekening maken, dat deze Kadernota is opgesteld onder onzekere financiële omstandigheden. Er is namelijk nog niet duidelijk wat de hoogte wordt van de rijksbijdrage aan het gemeentefonds om de tekorten bij gemeenten te compenseren. Nu de kabinetsformatie nog niet is afgerond, is nog onduidelijk of de door het demissionaire kabinet op 15 april aangeboden Voorjaarsnota 2024 wordt vastgesteld. We hebben er daarom voor gekozen de Kadernota 2025 te baseren op de feitelijke informatie die er nú is, dus zonder de effecten van de Voorjaarsnota 2024 van het demissionaire kabinet.
Pas na het verschijnen van de meicirculaire verwachten we definitieve duidelijkheid over de hoogte van de rijksbijdrage aan het gemeentefonds. De consequenties van de meicirculaire voor onze gemeente presenteren we in een afzonderlijke allonge bij dit raadsvoorstel en betrekken we bij de Programmabegroting 2025 - 2028 die na de zomer aan u wordt voorgelegd. 

Voorjaarsnota 2024 demissionaire kabinet
Gemeenten, vertegenwoordigd door de VNG, blijven zich onverkort inzetten voor een betere financiële positie van gemeenten, waarbij taken en middelen in balans zijn. De VNG richt zich op het demissionaire kabinet en de partijen die betrokken zijn bij de kabinetsformatie. Inmiddels zijn in de Voorjaarsnota 2024 een aantal gunstige toezeggingen gedaan aan gemeenten, waaronder het structureel schrappen van de oploop van de opschalingskorting van € 675 miljoen. Het kabinet vraagt daarvoor wel een prijs: in 2025 wordt het gemeentefonds eenmalig € 675 miljoen lager vastgesteld. Vanaf 2026 stijgt het gemeentefonds structureel met € 750 miljoen oplopend tot ongeveer € 1 miljard in 2029. Voor Stichtse Vecht betekent dit een mogelijk negatief effect voor het jaar 2025 van ca. € 2 miljoen en een positief effect van ca. € 2,0 miljoen voor de jaren 2026 en verder.

Financiële keuzes 
Gezien de onzekere financiële vooruitzichten, realiseren we ons dat het onvermijdelijk is om scherpe keuzes te maken. Daarbij is onze strategie om in te zetten op de dienstverlening aan onze inwoners, het voldoen aan wettelijke taken en het behouden van het ‘fundament op orde’ waar de afgelopen jaren zo hard aan is gewerkt. En natuurlijk blijven we werken aan de belangrijkste ambities uit het Coalitieakkoord 2022-2026, binnen de financiële mogelijkheden die er de komende jaren zijn.

Zo blijven we bijvoorbeeld inzetten op de ontwikkeling van een Vitaal Platteland en een goed (financieel) beleid voor passende zorg en ondersteuning voor onze meer kwetsbare inwoners. Verder gaan we investeren in het opknappen van het 40 jaar oude park Maarssenbroek. En om inwoners meer te betrekken bij het werk in de gemeente willen we investeren in audiovisuele middelen in Boom en Bosch, zodat commissie- en raadsvergaderingen digitaal gevolgd kunnen worden. Voorts hebben we in deze Kadernota de effecten verwerkt van het afschaffen van de hondenbelasting vanaf 2025.

Scenario's
Op verzoek van onze toezichthouder, de provincie, hebben we alvast vooruit gekeken mocht de situatie zich voordoen dat de tekorten niet worden gecompenseerd door het Rijk. In deze Kadernota is daarom een aantal scenario’s benoemd voor de jaren vanaf 2026. In deze scenario’s wordt een beeld geschetst van de mogelijkheden die de gemeente heeft om deze jaren ook structureel sluitend te maken.

Bij de uit te werken scenario’s concentreren wij ons op het scenario, waarin het Rijk de financiële afspraken die nu voorliggen handhaaft en op het scenario waarbij maximaal 33% van het eerdere referentiebedrag van € 3 miljard uitname uit het gemeentefonds wordt gecompenseerd.

De beoogde einddatum van de uitwerking van deze scenario’s is februari 2025, zodat deze kan worden betrokken bij de Kadernota 2026. Tegen die tijd zal er hoogstwaarschijnlijk een nieuw kabinet zijn aangetreden, waardoor er voor gemeenten hopelijk meer financiële duidelijkheid komt.   

Solide en toekomstbestendig financieel beleid

Terug naar navigatie - Solide en toekomstbestendig financieel beleid

Het is onze verantwoordelijkheid te zorgen voor een solide en toekomstbestendig financieel beleid. Er wordt op dit moment gewerkt aan een nota strategisch financieel beleid, dat na de Kadernota – maar voor de Programmabegroting – wordt aangeboden aan uw raad. 

Financieel beeld

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Het financiële uitgangspunt voor de Kadernota 2025 is dat we de begroting voor 2025 structureel laten sluiten. We willen daarbij invulling geven aan de belangrijkste opgaven van het coalitieakkoord, zoals ontwikkeling van een Vitaal platteland en passende zorg en ondersteuning.

We houden daarnaast rekening met de huidige financiële ontwikkelingen, zoals de inflatie en stijging van de rentekosten.

Het college heeft er voor gekozen om in deze Kadernota een doorkijk te geven naar 2029. Dit met het oog dat we volgend jaar een structureel sluitende begroting in 2026 of 2029 moeten presenteren.

Kadernota 2025-2029 (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
A. Startpositie: Programmabegroting 2024-2027 -600 6.271 7.391 6.087 6.087
Autonome- en beleidsontwikkeling
B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds -5.207 -4.940 -7.022 -9.338 -9.338
C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen 5.868 6.549 6.569 6.909 6.909
D. Fundament op orde - - - - -
E. Beleidswensen 4.863 3.628 3.538 3.710 4.231
Totaal autonome- en beleidsontwikkeling 5.524 5.237 3.086 1.281 1.802
Dekkingsmogelijkheden
F1. Uitgaven verlagen -1.273 -1.273 -1.273 -1.273 -1.273
F2. Inkomsten verhogen -507 -507 -507 -507 -507
F3. Inzet algemene dekkingsmiddelen -3.413 -2.339 -2.828 -2.651 -2.431
Totaal dekkingsmogelijkheden -5.193 -4.119 -4.608 -4.431 -4.211
Stand Kadernota 2025 (negatief bedrag = voordeel; positief bedrag = nadeel) -268 7.389 5.869 2.937 3.678
waarvan incidenteel -15 -15 - - -
Structureel saldo Kadernota 2025-2029 -283 7.374 5.869 2.937 3.678

Ontwikkeling gemeentefonds – Voorjaarsnota Rijk 2024
Op 15 april 2024 is de Voorjaarsnota (VJN) van het Rijk 2024 bekend geworden. Deze moet de Tweede kamer nog vaststellen en wordt daarna verwerkt in de meicirculaire 2024.
Uitgaande van de VJN Rijk 2024 wordt voor Stichtse Vecht een negatief effect verwacht voor het jaar 2025 van ca. € 2,0 miljoen en een positief effect van € 2,0 miljoen voor de jaren 2026 e.v.

Als uitgangspunt van deze Kadernota 2025 gaan we uit van de nu bekende feiten, dus zonder het effect van de VJN Rijk 2024. Dit betekent dat het uitgangspunt deze Kadernota een sluitende begroting in het jaar 2025 en tekorten in de jaren 2026 - 2028 is.
Mochten de verwachtingen van de VJN Rijk 2024 verwerkt worden in de meicirculaire, dan wordt het uitgangspunt in de begroting 2025 dat het jaar 2028 structureel sluitend wordt opgesteld en de jaren 2025 – 2027 een tekort laten zien. Als deze verwachting uitkomt, is het voornemen van het college om het tekort van 2025 incidenteel te dekken uit de Algemene Reserve. Daarbij gaan we er nu vooralsnog vanuit dat deze incidentele dekking ook toegestaan zal worden door de toezichthouder. Uiteraard zullen wij dit punt bij de begroting expliciet maken en toelichten, omdat dit nog geen onderdeel uitmaakt van deze kadernota. 

Voorwaarden voor een structureel sluitende begroting in 2025 zijn:

  • De maatregelen voorveld uitgevoerd worden volgens scenario 2 “Activeren inwoners”. Bij scenario 2 is er geen aanvullend budget nodig voor de benodigde investering. Dit, door het anders inzetten van de al bestaande budgetten. We kunnen dan wel in de verwerking rekening houden met de verwachte positieve effecten.
  • De inzet van het gehele structurele weerstandsvermogen van € 3,4 miljoen in 2025, zoals nu opgenomen in de begroting.

Scenario's voor de periode 2026-2029
Zoals bekend zijn de tekorten bij de gemeenten vanaf 2026 groot doordat het Rijk nog geen besluit heeft genomen over eventuele compensatie van deze tekorten. Gezien de lopende kabinetsformatie is het niet de verwachting dat deze compensatie er geheel komt of dat deze op korte termijn bekend is. In deze Kadernota hebben we daarom een aantal scenario’s geschetst voor de jaren vanaf 2026: diverse mogelijkheden die de gemeente heeft om deze jaren ook structureel sluitend te krijgen als het Rijk niet of onvoldoende compenseert.

Autonome- en beleidsontwikkelingen
Er is gewerkt bij het opstellen van deze Kadernota met prioritering van alle bekende ontwikkelingen die de komende periode spelen bij de gemeente. We hebben daarbij de belangrijkste prioriteiten verwerkt.  Van de andere prioriteiten is vastgesteld dat deze wenselijk zijn, maar dat de gemeente op dit moment  het geld mist om deze uit te voeren. We stellen voor om deze ontwikkelingen (voorlopig) binnen bestaande budgetten op te vangen. In de afgelopen jaren is er zowel bij de mei- als septembercirculaires extra middelen ontvangen van het Rijk. Deze middelen kunnen ook ingezet worden voor het uitvoeren van deze ontwikkelingen. De gemeente loopt hierbij echter wel het risico dat de ontwikkelingen niet binnen bestaande budgetten kunnen worden opgevangen en er geen resp. onvoldoende extra middelen in de circulaires bijkomen. Eventuele overschrijdingen worden gemeld in de Berap 2025 en verwerkt in de jaarrekening 2025.

We hebben in de Kadernota onderscheid gemaakt tussen autonome ontwikkelingen en beleidswensen. Deze worden toegelicht in deze Kadernota.

De uitkomsten van de meicirculaire van 2024 zijn nu nog niet bekend en worden in de Programmabegroting 2025 - 2028 opgenomen.

Dekkingsmogelijkheden
Om de extra benodigde uitgaven van € 5,5 miljoen in 2025 structureel op te vangen stellen we voor om de indexering van de interne lasten op 0% te zetten. Dit betekent dat we in 2025 bezuinigen op de reguliere budgetten. Wel worden de belastingtarieven, inflatie volgend, met 3,1% verhoogd.

Daarnaast stellen wij voor om het gehele structurele weerstandsvermogen van € 3,4 miljoen in te zetten om het resterende tekort in 2025 op te lossen. Het structurele weerstandsvermogen voor de jaren vanaf 2026 blijft wel beschikbaar (zie ook hoofdstuk Strategisch financieel beleid).

P&C Cyclus
In de afgelopen jaren zijn er zowel bij de mei- als septembercirculaires extra middelen ontvangen van het Rijk. Wanneer deze middelen beschikbaar komen, zullen deze worden ingezet om eventuele risico’s af te dekken. De gemeente loopt hierbij echter wel het risico, dat de ontwikkelingen niet binnen bestaande budgetten kunnen worden opgevangen en er geen resp. onvoldoende extra middelen in de circulaires bijkomen. Bij de Programmabegroting 2025 - 2028 wordt een procesvoorstel gedaan hoe dit wordt verwerkt in de P&C cyclus 2025.  

Strategisch financieel beleid – in ontwikkeling
Zoals in de begroting 2024 aangegeven, wordt er gewerkt aan strategisch financieel beleid. Daarbij kan met een aantal indicatoren een beeld geschetst worden van de financiële positie van de gemeente. De verwachting is dat de nota Strategisch financieel beleid na de Kadernota, maar voor de Programmabegroting, ter vaststelling wordt aangeboden aan de raad.

In het hoofdstuk Strategisch financieel beleid wordt hier nader op ingegaan.

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk gaan we in op de uitgangspunten die bij de Programmabegroting 2025 - 2028 worden gehanteerd. 

Per programma is vervolgens een nadere toelichting gegeven op de beleidswensen, die in deze Kadernota zijn opgenomen. Daarna worden de autonome ontwikkelingen en de dekkingsmogelijkheden toegelicht.

In aparte hoofdstukken wordt vervolgens ingegaan op het strategisch financieel beleid en de scenario's voor 2026 - 2029.

In de bijlage is een compleet financieel beeld van deze Kadernota opgenomen.  

Toelichting tabellen
Bij de financiële cijfers worden lasten / nadeel met een positief getal weergegeven en baten / voordeel met een negatief getal. Onttrekkingen uit de reserves zijn voor de exploitatie een bate en dus een negatief getal. Toevoegingen aan de reserves zijn lasten voor de exploitatie en dus een positief getal.

Voor de leesbaarheid is gekozen om bedragen af te ronden op € 1.000. Indien daarvan wordt afgeweken, dan wordt dat bij de tabel aangegeven. Het kan gebeuren dat hierdoor bij de tabellen een minimaal verschil optreedt door deze afrondingen. 

Uitgangspunten Kadernota 2025

Uitgangspunten Kadernota 2025

Terug naar navigatie - Uitgangspunten Kadernota 2025

We gebruiken de volgende uitgangspunten voor het opstellen van de Programmabegroting 2025 - 2028.

Indexeringen

CAO
De hoogte van de loonsom in geld (€) wordt bepaald door de toegestane formatie per functie te vermenigvuldigen met de werkgeverslasten, op basis van het schaalmaximum en de meest actuele CAO. De huidige CAO heeft een looptijd tot en met 31 maart 2025. In deze Kadernota is rekening gehouden met een loonstijging in 2025 van 6,6%. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2025 - 2028 gebruiken wij de laatst bekende informatie.

Prijsontwikkeling materiële budgetten
De prijsontwikkeling wordt op basis van het algemene indexcijfer in 2025 geraamd op 1,6%. In de Kadernota 2025 is als dekkingsmogelijkheid rekening gehouden met het niet indexeren van de materiële prijsgevoelige budgetten. Dit levert een besparing op van € 1,3 miljoen.

Gemeenschappelijke regelingen en subsidies
Gemeenschappelijke regelingen en maatschappelijke partners zijn ook geconfronteerd met de hoge loon- en prijscompensatie. In de Kadernota 2025 houden we rekening met de al bekende verhogingen van de gemeenschappelijke regelingen. Voor de overige gemeenschappelijke regelingen rekenen we voorlopig op een stijging van 3,1% (dit is een gewogen gemiddelde van de verwachte CAO stijging en de prijsontwikkeling). De verbonden partijen dienen jaarlijks de begroting in bij de gemeenten voor zienswijzen. De door het algemeen bestuur vastgestelde begroting 2025 verwerken we in de gemeentelijke begroting.

Voor de subsidies houden we rekening met een gemiddelde indexering van 3,1%.

Rente

De rente is gebaseerd op de werkelijke leningsovereenkomsten. Daarnaast is door de huidige rente ontwikkelingen het rentepercentage, waarmee in de liquiditeitenplanning wordt gerekend voor nieuw af te sluiten overeenkomsten, verhoogd van 2% in de begroting 2023 naar 3% in de begroting 2024.

De omslagrente voor de kapitaallasten berekenen we bij het opstellen van de begroting, rekening houdend met de maximaal toegestane bandbreedte volgens de verslaggevingsvoorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording).

Algemene uitkering

Bij het opstellen van de Kadernota 2025 is uitgegaan van de september- en decembercirculaire 2023. De financiële effecten van de meicirculaire 2024, die eind mei of begin juni wordt gepubliceerd, kunnen niet meer op tijd worden geanalyseerd om te verwerken in deze Kadernota 2025. De consequenties van de meicirculaire voor onze gemeente presenteren we in een afzonderlijke allonge bij dit raadsvoorstel en betrekken we bij de Programmabegroting 2025 - 2028 die na de zomer aan u wordt voorgelegd. 

Indexering belastingen, heffingen en overige inkomsten

De belastingen, heffingen en overige inkomsten verhogen we jaarlijks met het algemene indexcijfer van het CPB. Voor 2025 wordt dat 3,1%.

Meerjarenperspectief

De baten en lasten in het meerjarenperspectief presenteren we op basis van constante prijzen met prijspeil 2025.