U heeft 3 knoppen om te komen tot dekkingsmogelijkheden: 1 . Het verlagen van de uitgaven, 2. Het verhogen van de inkomsten en 3. Het inzetten van algemene dekkingsmiddelen.
1. Het verlagen van uitgaven
1A. Realistische investeringsplanning 2023 (vrijval afschrijvingslasten)
De vrijval van afschrijvingslasten in 2024 van € 0,3 miljoen is opgenomen op basis van de inschatting van de door te schuiven investeringen in 2023 naar 2024 en verder. Voor 2025 kan de stelpost afschrijvingslasten vrijvallen, omdat de beoogde afboeking in 2025 van het Broeckland college net als de sloop in 2023 zal moeten plaatsvinden.
1B. Toerekening loonkosten aan GWW projecten / groot onderhoud (10% VAT)
In de grond-, weg- en waterbouwprojecten (GWW) en bij het groot onderhoud wordt in de budgetramingen een standaardpercentage van 10% opgenomen voor de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht. Door de loonkosten die we maken voor het uitvoeren van deze functies ook aan de GWW-projecten toe te rekenen, kan in de dekking van deze uitgaven worden voorzien.
1C. Afschrijvingstermijn installaties onderwijsgebouwen van 15 naar 40 jaar (Harmonieplein/Broeckland College)
Een aanpassing van de beleidsregel van de afschrijvingstermijn (15 jaar) van installaties in onderwijsgebouwen wordt voorgesteld (verwachte besparing 2024 € 100.000) . De afschrijvingstermijn van de installaties wordt gelijkgetrokken met de nieuwbouw van het onderwijsgebouw (40 jaar). De nieuwbouw van deze gebouwen is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Het onderhoud en de vervanging van de installaties is een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Hiervoor ontvangen zij vanuit het Rijk een vergoeding. De aanpassing van de afschrijvingstermijn vraagt een afzonderlijk raadsbesluit. Bij het actualiseren van de nota waardering en afschrijving vaste activa wordt deze aanpassing in de nota verwerkt. Het voordeel is berekend voor de huidige nieuwbouw van het Harmonieplein en Broeckland College.
Alternatieve mogelijkheid
We onderzochten de mogelijkheden tot het verminderen van de uitgaven door het verlagen van de inkomensgrens bij collectieve zorgverzekeringen met 10%. Dit levert naar verwachting een besparing op van ongeveer € 94.000. Deze besparing is niet in het voorstel verwerkt, maar wel een alternatieve besparingsmogelijkheid.
2. Het verhogen van inkomsten
2A. Overhead toerekenen aan tarieven
Overheadkosten worden gemaakt ter ondersteuning van de gemeentelijke taken. De overheadkosten ten opzichte van de totale lasten van de begroting is ongeveer 14%. Met de toerekening van deze kosten aan de gemeentelijke taken, wordt een volgende stap gezet in het kostendekkend maken van onze tarieven. Dit betekent een stijging van de tarieven en maakt tegelijkertijd de werkelijke kosten van een gemeentelijk product inzichtelijk.
2B. Belastingenverhoging
We verhogen de belastingen volgend aan de inflatie. De gedragslijn is dat we 70% van de indexatie dekking uit de algemene uitkering en 30% uit de indexatie van de belastingen. Het verhogen van de belastingen met 1% resulteert in extra inkomsten van € 142.000. We stellen voor om de OZB, RZB, hondenbelasting, precariobelastingen en de forensenbelasting te verhogen met 9%, waarvan 7% inhaalinflatie vanwege de hoge inflatie in 2022 en 2023 en de inflatie van 2% voor 2024.
Alternatieve mogelijkheid
Het college heeft er niet voor gekozen om de belastingen met meer dan de inflatie te verhogen. Het is wel een ‘knop’ om te verhogen of verlagen indien men andere knoppen wil verhogen of verlagen of een voorstel wil toevoegen of besparing wil realiseren. Bij een verhoging van 1% stijgen de geraamde belastinginkomsten met € 142.000 en bij een verlaging van 1% dalen de geraamde belastinginkomsten met € 142.000.
2C. Leges omgevingsvergunning naar 100% kostendekking
Voor de begroting 2024 hanteren we het uitgangspunt dat ook de leges omgevingsvergunningen kostendekkend zijn. In 2023 was het dekkingspercentage, in afwachting van de invoering van de nieuwe Omgevingswet, in de begroting ongeveer 75%. Door vanaf 2024 over te gaan tot een kostendekkende legesheffing voor omgevingsvergunningen kan de inkomstenraming met € 656.000 worden verhoogd. In deze berekeningen is nog geen rekening gehouden met de financiële consequenties op de legesheffing die samenhangen met de invoering van de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2024.
2D. Toeristenbelasting
Een gemeente kan via toeristenbelasting niet-inwoners laten meebetalen aan gemeentelijke voorzieningen. In Stichtse Vecht is het tarief voor de toeristenbelasting € 1,70 per overnachting. Indien dit tarief in 2024 wordt verhoogd met € 1,70 dan komt het tarief uit op € 3,40 in 2024. Dit is exclusief de inflatiecompensatie. Daarmee komt het tarief van Stichtse Vecht iets hoger uit dan het landelijk gemiddelde tarief (in 2023 € 3,27). Stichtse Vecht ligt tussen Utrecht en Amsterdam met (veel) hogere tarieven voor de toeristenbelasting. Ook omliggende gemeenten hebben een tarief vergelijkbaar met het nieuwe tarief dat wij gaan hanteren. Ondernemers kunnen het tarief doorrekenen aan de toeristen en (onder voorbehoud van besluitvorming raad) reeds hiermee rekening houden vanaf 2024.
2F. Leges vooroverlegplannen
We stellen voor om ook bij vooroverlegplannen, die om ambtelijke capaciteit vragen, via de leges de kosten in rekening te brengen bij de aanvrager van het overleg.
3. Het inzetten van algemene dekkingsmiddelen
Structureel weerstandsvermogen
In de begroting 2023 is een structureel weerstandsvermogen van € 1 miljoen opgenomen, om in onzekere financiële tijden een beroep op te kunnen doen. Deze structurele risicobuffer kunnen we inzetten voor ontwikkelingen zoals inflatie, rentestijgingen en het structurele effect van crisissituaties (opvang van vluchtelingen, energiecrisis). Gelet op de toegenomen (structurele) kosten voor energie (€ 0,8 miljoen in 2027) stellen we u voor om van het structureel weerstandsvermogen € 0,8 miljoen in te zetten.
Incidenteel weerstandsvermogen
Het inzetten van incidenteel weerstandsvermogen is mogelijk door vrijval van een bestemmingsreserve of een onttrekking aan de algemene reserve. Aangezien voor bijna € 2,7 miljoen aan incidentele uitgaven in 2024 zijn opgenomen, is een onttrekking aan de algemene reserve van € 2,4 miljoen opgenomen om dit op te vangen. De benodigde minimale hoogte van het weerstandsvermogen op basis van de risico inventarisatie bij de jaarrekening 2022 is € 11,7 miljoen. De verwachte actuele stand van de algemene reserve na het vaststellen van de jaarrekening 2022 is € 16 miljoen. Met een onttrekking van € 2,4 miljoen in 2024 blijven we boven het minimaal weerstandsvermogen en kunnen we in 2023 nog incidentele tegenvallers opvangen vanuit de algemene reserve. Bij de Bestuursrapportage 2023 maken we een nieuwe prognose van het verloop van de algemene reserve, waarin ook het risico van de extra lasten voor TIM SV in 2023 wordt meegenomen.