Financieel overzicht Kadernota 2024

Financieel overzicht Kadernota 2024

Terug naar navigatie - Financieel overzicht Kadernota 2024
Kadernota 2024-2027 (bedragen * € 1.000) 2024 2025 2026 2027
A. Startpositie : Programmabegroting 2023-2026 -73 -1.135 7.637 7.199
B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds
Septembercirculaire 2022 (Raad 22-12-22) - - -2.677 -
Decembercirculaire 2022 (Raad 7-03-2023) - - - -
Uitwerking landelijk coalitie akkoord Jeugd -497 - - -
Inzet stelpost taakmutaties -1.382 -1.073 -976 -976
Totaal effect ontwikkelingen gemeentefonds -1.879 -1.073 -3.653 -976
C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen
1A Raming totale loon- en prijsindexeringen 8.693 8.566 8.508 8.536
1B. Inzet stelpost loon- en prijsstijging -6.913 -6.913 -6.913 -6.913
2. Rentekosten 1.323 1.767 2.204 2.553
3. Structurele exploitatiebudgetten 1.506 1.617 1.475 1.744
4. Incidentele exploitatiebudgetten 698 - - -
Totaal effect Autonome en onontkoombare ontwikkelingen 5.307 5.037 5.274 5.920
D. Fundament op orde (programma 1) 1.396 1.412 1.020 1.020
Totaal effect Fundament op orde 1.396 1.412 1.020 1.020
E. Beleidswensen
P2.1 Structurele aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit 280 280 280 280
P3.1 Versnelling woningbouw 1.700 1.700 1.700 1.700
P3.1 Dekking versnelling woningbouw uit anterieure overeenkomsten -1.700 -1.700 -1.700 -1.700
P3.2 Inkomsten Specifieke Uitkering voor uitvoeringsmiddelen klimaat en energiebeleid -1.000 -1.000 -1.000 -1.000
P3.2 Inzet capaciteit in het kader van de SPUK uitvoeringsmiddelen klimaat en energiebeleid 690 690 690 690
P3.3 Opstellen gebiedsvisies 150 135 135 135
P3.4 Uitvoeringsprogramma vitaal platteland 150 - - -
P4.2 Rijksuitkering Beschermd wonen -1.934 -2.611 -3.171 -3.631
P4.2 Rijksuitkering overhevelen naar gastheergemeente Utrecht 1.934 2.611 3.171 3.631
P4.1 Transformatie Sociaal Domein 4.000 3.019 2.147 1.821
P4.1 Innovatiebudget Sociaal Domein 985 885 885 885
P4.1 Omzetting risico reserve € 1 miljoen naar innovatiebudget -1.000 -1.000 -1.000 -1.000
P5.1 SPUK Brede uitkering sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis -964 -964 -765 -633
P5.1 Uitgaven in het kader van de SPUK Brede uitkering 764 764 565 433
P5.2 Strategische capaciteit onderwijshuisvesting (IHP) 130 130 130 130
Totaal effect Beleidswensen 4.185 2.939 2.067 1.741
Totaal B-E. Totaal autonome- en beleidsontwikkelingen 9.009 8.315 4.708 7.705
Kadernota 2024-2027 (bedragen * € 1.000) 2024 2025 2026 2027
A. Startpositie : Programmabegroting 2023-2026 -73 -1.135 7.637 7.199
B-E. Totaal autonome- en beleidsontwikkelingen 9.009 8.315 4.708 7.705
F. Dekkingsmogelijkheden ('knoppen')
F1. Uitgaven verlagen -1.500 -2.200 -1.450 -1.450
1A. Realistische investeringsplanning 2023 (vrijval afschrijvingslasten) -300 -1.000 - -
1B. Toerekening loonkosten aan GWW projecten / groot onderhoud (10% VAT) -1.100 -1.100 -1.100 -1.100
1C. Afschrijvingstermijn installaties onderwijsgebouwen van 15 naar 40 jaar (Harmonieplein/Broeckland) -100 -100 -350 -350
F2. Inkomsten verhogen -4.298 -4.298 -4.298 -4.298
2A. Overhead (14%) toerekenen aan tarieven -1.971 -1.971 -1.971 -1.971
2B. Belastingen verhogen met 9% (1% verhoging = € 142.000) -1.278 -1.278 -1.278 -1.278
2C. Leges omgevingsvergunning verhogen naar 100% kostendekking -656 -656 -656 -656
2D. Toeristenbelasting -298 -298 -298 -298
2E. Overige tarieven verhogen (inhaal inflatie 2023) -30 -30 -30 -30
2F. Leges vooroverlegplannen -60 -60 -60 -60
2G. Verhogen parkeertarieven met 10% -5 -5 -5 -5
F3. Inzet algemene dekkingsmiddelen -3.200 -800 -800 -800
3A. Structureel weerstandsvermogen -800 -800 -800 -800
3B. Incidenteel algemene reserve -2.400 - - -
Totaal dekkingsmogelijkheden ('knoppen') -8.998 -7.298 -6.548 -6.548
Stand kadernota 2024 (negatief bedrag=voordeel; positief bedrag=nadeel) -62 -118 5.797 8.356
waarvan incidenteel -282 -38 -38
Structureel saldo kadernota 2024-2027 -344 -156 5.759 8.356

In het financieel overzicht ziet u dat het financiële meerjarenperspectief voor de jaren 2024 en 2025, na de voorgestelde dekkingsmogelijkheden, structureel sluitend is.  Vanaf 2026 is de algemene uitkering aanzienlijk lager wat een tekort veroorzaakt in het begrotingssaldo vanaf 2026. Het jaar 2026 wordt daarom ook wel ‘het ravijnjaar’ genoemd. Het is de consequentie van het feit dat de kabinetsplannen reiken tot en met 2025. Dit maakt het bijna onmogelijk om een begroting 2024-2027 op te stellen, die meerjarig structureel sluitend is. We kunnen wel stellen dat het indicatief nadelige effect van het ravijnjaar in 2026 en 2027 groter is dan ons tekort. Dus het als het Rijk haar verplichting onder de huidige omstandigheden nakomt, zal er ook in 2026 en 2027 sprake zijn van een structureel sluitende begroting. 

Kadernota 2024-2027 (bedragen * € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Structureel saldo kadernota 2024-2027 -344 -156 5.759 8.356
Indicatief effect korting gemeentefonds -8.700 -14.100
Indicatief structureel saldo kadernota 2024-2026, excl. 'Ravijneffect' -344 -156 -2.941 -5.744

Wij geven hieronder een korte toelichting op de autonome ontwikkelingen en de dekkingsmogelijkheden per financiële mutatie boven de € 50.000.  Bij de ontwikkelingen per programma  is een nadere toelichting gegeven op het onderdeel D. Fundament op orde en E. Beleidswensen. De verwijzing met P2.1 in de tabel bij deze onderdelen is bijvoorbeeld een verwijzing naar de eerste toelichting bij programma 2.

B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds

Terug naar navigatie - B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds

In deze kadernota hebben wij de decembercirculaire 2022 gebruikt voor de indicatieve begrotingsprognose voor 2024-2027. Het kabinet zet in op het ontwikkelen van een nieuwe financieringssystematiek in het Gemeentefonds vanaf 2026. Een uitbreiding van het lokale belastinggebied is hierbij een mogelijkheid. Op dit moment weten we nog niet hoe de nieuwe financieringssystematiek tussen het Rijk en gemeenten zich ontwikkelt of hoe die er straks uit gaat zien. De Meicirculaire 2023 komt pas beschikbaar na het opstellen van de Kadernota 2024. Deze circulaire betrekken we bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2024-2027.

De stelpost taakmutaties, die via de algemene uitkering zijn ontvangen, valt vrij bij deze kadernota ter dekking van de voorstellen. Een specificatie van de vrijvallende bedragen is hieronder opgenomen.

Specificatie vrijval taakmutaties 2024 2025 2026 2027
Wet open overheid -184 -205 -221 -139
Woonplaatsbeginsel 18+/18- -563 -564 -566 -566
Robuust rechtssyteem (restant) -42 -84
Indexering salarissen zorg jeugd Wmo -233 -237 -243 -250
Eigen bijdrage huishoudelijke hulp (Coalitieakkoord Rijk) 213 220 220
Overige -403 -280 -123 -157
Totaal effect vrijval taakmutaties -1.382 -1.073 -976 -976

C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen

Terug naar navigatie - C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen

1. Indexering

In het hoofdstuk 'uitgangspunten' is beschreven welke indexatie is toegepast. Dit resulteert in 2024 in een structurele begrotingsbijstelling van de loonsom van € 2,6 miljoen. Ook gemeenschappelijke regelingen krijgen te maken met hogere loon- en prijsindexaties. Op basis van de geraamde bijdragen aan deze gemeenschappelijke regelingen verwachten we een totale stijging van onze bijdragen met € 1,6 miljoen. Bij het opstellen van de begroting 2024-2027 gaan we voor onze bijdrage uit van de vastgestelde begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. Vanwege de gestegen prijzen verwachten wij ook een bijstelling van onze prijsgevoelige exploitatiebudgetten van € 4,8 miljoen. Wij verwachten dat hiervan in 2024 € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door hogere energielasten. Tot 2026 is rekening gehouden met een daling van deze kosten tot € 0,8 miljoen.


Alle genoemde stijgingen van de loon- en prijsindexaties brengen we vanaf 2024 voor een totaalbedrag van € 6,9 miljoen ten laste van de hiervoor in de begroting gevormde stelpost Indexering lonen en prijzen. Deze stelpost is gevormd vanuit de Algemene uitkering en hiermee wordt ongeveer 75% van de begrotingsbijstelling opgevangen. Zoals gebruikelijk worden ook onze gemeentelijke belastingen met het inflatiepercentage verhoogd. Hiermee vangen wij ongeveer 25% van de jaarlijkse begrotingsbijstelling op. Deze percentages zijn gebaseerd op de huidige Gemeentefondsverdeling. Het is mogelijk dat deze percentages door bijvoorbeeld een 'herijking van het Gemeentefonds' wijzigen.

2. Hogere rentekosten

Eind 2022 is een aanvullende lening  van € 35 miljoen aangetrokken tegen 2,377 %.  Bij de bepaling van de liquiditeitsbehoefte is gerekend met een investeringsomvang van € 15 miljoen per jaar en de uitgaven voor de investering voor het Broecklandcollege. Dit leidt tot hogere rentelasten voor de jaren tot en met 2025. Daarnaast is, gezien de huidige rente ontwikkelingen, het rentepercentage verhoogd van 2% bij de begroting 2023 naar 3 % bij de begroting 2024. 

De schuldpositie (leningportefeuille) ultimo 2022 bedraagt € 123 miljoen. De druk van de schuldpositie op de exploitatie wordt uitgedrukt in de netto schuldquote ((vaste schulden + vlottende schulden -/- vlottende activa)/ baten voor bestemming reserves) en geeft indirect antwoord op de vraag of met het inkomen blijvend de schuldverplichtingen kunnen worden gedragen. Onze netto schuldquote is ultimo 2022 met 64% nog ruim onder de signaalwaarde van 100%. We moeten nu door de stijgende rentepercentage weer meer rentekosten opnemen. De rente kosten in de begroting 2024 neemt hierdoor toe tot ca. € 2,6 miljoen. Ten opzichte van de totale lasten van € 157 miljoen zijn de rentekosten op de gehele begroting met 1,6% laag.

3. Structurele exploitatiebudgetten

3. Structurele exploitatie budgetten 2024 2025 2026 2027
1. Migratie datacenter 574 574 574 574
2. Hosting en softwarelicentie voor raad en commissieleden 50 50 50 50
3. Digitaliseren bouwdossiers 125 125 125 125
4. Kosten nieuwe financiële applicatie incl. projectadministratie 130 130 130 130
5. Dienstverleningsovereenkomst werkgeverstaken Kansis -60 -60 -60 -60
6. Modules in het kader van Wet Open Overheid / formaliseren WOO juristen 112 112 112 112
7.Nieuwe functies omgevingswet 190 190 27 27
8. Aanvulling en vervanging huidige investeringen 117 167 442
9. Investeringen vervangingen tarief 125 146 146
10. Dekking investeringen en exploitatie door tarief -190 -315 -173 -173
11. ODRU taakstelling 171 171
12. Verkiezingen 60 60 60 60
13. Datagestuurd werken licentiekosten en uitvoering bestaand beleid 115 115 115 115
14. Leerlingenvervoer vergoeden wachttijden 56 50 44 38
15, Overige mutaties < € 50.000 173 173 158 158
Totaal effect structurele exploitatiebudgetten 1.506 1.617 1.475 1.744

1. Migratie datacenter

Dit betreft structureel hogere uitgaven om het datacenter tijdelijk extern te plaatsen, alvorens de cloudstrategie af te ronden.

2.  Hosting en softwarelicentie voor raad en commissieleden 

Voor de jaarlijkse kosten (€ 50.000) van de hosting en softwarelicenties voor de raad en commissieleden is geen budget opgenomen in de begroting. 

3. Digitaliseren bouwdossiers

Het digitaliseren van de bouwdossiers is een meerjarig project en loopt tot en met 2030.  In opdracht van de provinciale archiefinspecteur worden oude bouwdossiers gedigitaliseerd, zodat deze en/of de originelen kunnen worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats  (RHCVV). Dit betreft de bouwarchieven van de voormalige gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen en hun rechtsvoorgangers tot 1995 (220 strekkende meter) en de periode 1996-2010 (300 strekkende meter). Per jaar wordt er 50 strekkende meter voorbewerkt en gedigitaliseerd. Dit vraagt om een budget van € 125.000 per jaar tot en met 2030.

4. Kosten nieuwe financiële applicatie incl. projectadministratie
In 2023 wordt de aanbesteding van de financiële applicatie afgerond. De stijgende kosten zijn het gevolg van de aanbesteding. Het corporate systeem en budget bedroeg ongeveer € 50.000 per jaar en wordt € 130.000 per jaar.

5. Dienstverleningsovereenkomst werkgeverstaken Kansis

Op 13 december 2022 heeft het college van Stichtse Vecht besloten om de dienstverleningsovereenkomst voor de uitvoering van de materiele werkgeverstaken Wsw met ingang van 1 januari 2023 te beleggen bij Kansis. Dit levert een voordeel op van € 60.000. 

6. Modules in het kader van Wet Open Overheid / formaliseren WOO juristen 

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. De aankomende jaren moeten steeds meer soorten overheidsinformatie actief openbaar worden gemaakt. Om hierop goed voorbereid te zijn hebben we behoefte aan modules (applicaties) die ons helpen bij de uitvoering van onze wettelijke verplichtingen. Daarnaast is de formalisering van 1 fte voor een Woo-jurist opgenomen. Vanuit het Rijk hebben we middelen ontvangen voor de invoering van de Woo, zoals opgenomen in de specificatie van de vrijval van de stelpost taakmutaties. 

7. Nieuwe functies omgevingswet

Vanwege de implementatie van de Omgevingswet zijn nieuwe werkprocessen voor het Domein Ruimte ontwikkeld. Hiervoor moeten drie nieuwe functies worden ingevuld voor een procesbegeleider, een secretaris en een kwaliteitscoördinator. Gezamenlijk zorgen zij voor het efficiënter werken van het domein, en verbetering van de kwaliteit en na verloop van tijd kostenbesparing. De hogere kosten worden meegenomen in de tariefberekening van de leges omgevingsvergunningen,  zoals hieronder toegelicht.

8 -10. Aanvulling en vervanging huidige investeringen /Investeringen vervangingen tarief

Voor de aanvulling en de vervanging van de investeringen op het Investeringsplan zijn aanvullende middelen nodig. Deze komen via de afschrijvingslasten ten laste van de begroting. Een deel van deze investeringen wordt opgevangen door kostendekkende heffingen. De investeringsopgave 2024-2027 is als laatste paragraaf in deze kadernota opgenomen. 

11. ODRU taakstelling

In de begroting 2023 is een taakstelling opgenomen voor milieu en beleid. Dit bedraagt voor 2023  € 85.000 en vanaf 2024 structureel € 171.000. De aanname bij deze taakstelling  was dat de invoering van de Omgevingswet leidt tot een verminderde personele inzet. De omgevingswet is nog niet ingevoerd waardoor de verminderde personele inzet niet gerealiseerd is/ kan worden. Wij stellen u voor om de  taakstelling in 2024 en 2025 niet voort te zetten, maar deze tijd te benutten voor het doen van nader onderzoek op de haalbaarheid van deze taakstelling.

12. Verkiezingen

De vergoeding voor de stembureauleden wordt verhoogd. Dit is nodig om de werving van bureauleden te ondersteunen. Daarnaast willen we trotterborden (een mobiel billboard) gebruiken bij elke verkiezing. 

13. Datagestuurd werken: licentiekosten en uitvoering bestaand beleid

In het voorgaande collegeprogramma 2018-2022 was een budget beschikbaar voor datagestuurd werken. Het beleid is ontwikkeld en de software is aangeschaft. Het is noodzakelijk om als organisatie het beleid te continueren om mee te kunnen bewegen met de maatschappelijke ontwikkelingen en wat onze dienstverlening van ons vraagt op het gebied van data en bewustwording rond data. Het budget wordt ingezet voor licentiekosten, dataworkshops, data analyse/BI tooling, gegevensmanagement en samenwerking buiten de gemeente.  

14. Leerlingenvervoer vergoeden wachttijden

Door het vergoeden van de wachttijden blijft het Leerlingenvervoer voldoen aan de door de gemeente gestelde kwaliteitseisen. Daarnaast wordt het Leerlingenvervoer conform (contract)afspraken uitgevoerd. We hanteren hierbij als uitgangspunt dat we ieder jaar minder wachttijden hoeven te vergoeden, omdat het aantal moeilijk te rijden routes afneemt en doordat de vervoerders over meer eigen chauffeurs beschikken. 

15. Overige mutaties < € 50.000

De overige mutaties onder de € 50.000 zijn voor de inrichting van de strategische crisisorganisatie ( € 37.000); Jaarlijks functieonderhoud (€ 35.000); Raadmodule Pepperflow LTA ( € 10.000); Toezichthouder zwembad (€ 36.000); Onderzoeksbudget 213a onderzoeken (€ 25.000); Duidelijke taal in alle uitingen van de gemeente (€ 30.000).

De autonome ontwikkelingen zijn hoofdzakelijk meegenomen indien deze voldoende kunnen worden onderbouwd. De uitkomst van reguliere aanbestedingen worden meegenomen indien voldoende duidelijk is wat de consequentie is van de hogere aanbesteding. Zo is bijvoorbeeld de aanbesteding van het raadsinformatiesysteem in 2024 nu niet meegenomen. Mocht na de aanbesteding in 2024 blijken dat de aanbesteding tot hogere kosten leidt, dan worden deze aanvragen vanaf 2025 of 2026 als autonome ontwikkeling structureel meegenomen.

4. incidentele exploitatiebudgetten

4. Incidentele exploitatie budgetten 2024
1. Migratie datacenter 458
2. Implementatie en migratie aanbesteding Key2Burgerzaken 90
3. Aanbesteding managed service provider 150
Totaal effect incidentele exploitatiebudgetten 698

1. Migratie datacenter

Dit betreft de incidentele benodigde uitgaven om het datacenter tijdelijk extern te plaatsen.

2. Implementatie en migratie aanbesteding Key2Burgerzaken

De implementatie van de aanbesteding van de nieuwe applicatie voor Burgerzaken is verschoven naar het tweede kwartaal van 2024. Hiervoor is extra tijdelijke projectcapaciteit en capaciteit functioneel beheer nodig. Om de basis op orde te brengen is het noodzakelijk om naast de huidige applicatiebeheerder een (junior) applicatiebeheerder aan te nemen voor de periode van maximaal 2 jaar (2023/2024). Na afronding van de aanbesteding zal deze extra functioneel beheer capaciteit niet meer nodig zijn. 

3. Aanbesteding managed service provider 

Door tegenvallende resultaten is besloten om het contract met de huidige ICT managed service provider niet te verlengen. Hierdoor wordt eerder aanbesteed en zijn er kosten nodig voor de projectmatige begeleiding van dit project. Ook trekken we inhoudelijke expertise aan om de maximaal haalbare kwaliteit uit de aanbesteding te halen. De extra incidentele middelen zetten we in voor een projectleider en de begeleiding van een externe partij bij de uitvraag.

F. Dekkingsmogelijkheden ('knoppen')

Terug naar navigatie - F. Dekkingsmogelijkheden ('knoppen')

U heeft 3 knoppen om te komen tot dekkingsmogelijkheden: 1 . Het verlagen van de uitgaven, 2. Het verhogen van de inkomsten en 3. Het inzetten van algemene dekkingsmiddelen. 

1. Het verlagen van uitgaven

1A. Realistische investeringsplanning 2023 (vrijval afschrijvingslasten)

De vrijval van afschrijvingslasten in 2024 van € 0,3 miljoen is opgenomen op basis van de inschatting van de door te schuiven investeringen in 2023 naar 2024 en verder. Voor 2025 kan de stelpost afschrijvingslasten vrijvallen, omdat de beoogde afboeking in 2025 van het Broeckland college net als de sloop in 2023 zal moeten plaatsvinden. 

1B. Toerekening loonkosten aan GWW projecten / groot onderhoud (10% VAT)

In de grond-, weg- en waterbouwprojecten (GWW) en bij het groot onderhoud wordt in de budgetramingen een standaardpercentage van 10% opgenomen voor de kosten van voorbereiding, administratie en toezicht. Door de loonkosten die we maken voor het uitvoeren van deze functies ook aan de GWW-projecten toe te rekenen, kan in de dekking van deze uitgaven worden voorzien.

1C. Afschrijvingstermijn installaties onderwijsgebouwen van 15 naar 40 jaar (Harmonieplein/Broeckland College)

Een aanpassing van de beleidsregel van de afschrijvingstermijn (15 jaar) van installaties in onderwijsgebouwen wordt voorgesteld (verwachte besparing 2024 € 100.000) . De afschrijvingstermijn van de installaties wordt gelijkgetrokken met de nieuwbouw van het onderwijsgebouw (40 jaar). De nieuwbouw van deze gebouwen is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Het onderhoud en de vervanging van de installaties is een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Hiervoor ontvangen zij vanuit het Rijk een vergoeding. De aanpassing van de afschrijvingstermijn vraagt een afzonderlijk raadsbesluit. Bij het actualiseren van de nota waardering en afschrijving vaste activa wordt deze aanpassing in de nota verwerkt. Het voordeel is berekend voor de huidige nieuwbouw van het Harmonieplein en Broeckland College. 

 

Alternatieve mogelijkheid
We onderzochten de mogelijkheden tot het verminderen van de uitgaven door het verlagen van de inkomensgrens bij collectieve zorgverzekeringen met 10%. Dit levert naar verwachting een besparing op van ongeveer € 94.000. Deze besparing is niet in het voorstel verwerkt, maar wel een alternatieve besparingsmogelijkheid.

 

2. Het verhogen van inkomsten

2A. Overhead toerekenen aan tarieven

Overheadkosten worden gemaakt ter ondersteuning van de gemeentelijke taken. De overheadkosten ten opzichte van de totale lasten van de begroting is ongeveer 14%. Met de toerekening van deze kosten aan de gemeentelijke taken, wordt een volgende stap gezet in het kostendekkend maken van onze tarieven. Dit betekent een stijging van de tarieven en maakt tegelijkertijd de werkelijke kosten van een gemeentelijk product inzichtelijk.

2B. Belastingenverhoging

We verhogen de belastingen volgend aan de inflatie. De gedragslijn is dat we 70% van de indexatie dekking uit de algemene uitkering en 30% uit de indexatie van de belastingen.  Het verhogen van de belastingen met 1% resulteert in extra inkomsten van € 142.000. We stellen voor om de OZB, RZB, hondenbelasting, precariobelastingen en de forensenbelasting te verhogen met 9%, waarvan 7% inhaalinflatie vanwege de hoge inflatie in 2022 en 2023 en de inflatie van 2% voor 2024.    

 

Alternatieve mogelijkheid
Het college heeft er niet voor gekozen om de belastingen met meer dan de inflatie te verhogen. Het is wel een ‘knop’ om te verhogen of verlagen indien men andere knoppen wil verhogen of verlagen of een voorstel wil toevoegen of besparing wil realiseren. Bij een verhoging van 1% stijgen de geraamde belastinginkomsten met € 142.000 en bij een verlaging van 1% dalen de geraamde belastinginkomsten met € 142.000.

2C. Leges omgevingsvergunning naar 100% kostendekking

Voor de begroting 2024 hanteren we het uitgangspunt dat ook de leges omgevingsvergunningen kostendekkend zijn. In 2023 was het dekkingspercentage, in afwachting van de invoering van de nieuwe Omgevingswet, in de begroting ongeveer 75%. Door vanaf 2024 over te gaan tot een kostendekkende legesheffing voor omgevingsvergunningen kan de inkomstenraming met € 656.000 worden verhoogd. In deze berekeningen is nog geen rekening gehouden met de financiële consequenties op de legesheffing die samenhangen met de invoering van de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2024.

2D. Toeristenbelasting 

Een gemeente kan via toeristenbelasting niet-inwoners laten meebetalen aan gemeentelijke voorzieningen. In Stichtse Vecht is het tarief voor de toeristenbelasting € 1,70 per overnachting. Indien dit tarief in 2024 wordt verhoogd met € 1,70 dan komt het tarief uit op € 3,40 in 2024. Dit is exclusief de inflatiecompensatie. Daarmee komt het tarief van Stichtse Vecht iets hoger uit dan het landelijk gemiddelde tarief (in 2023 € 3,27). Stichtse Vecht ligt tussen Utrecht en Amsterdam met (veel) hogere tarieven voor de toeristenbelasting. Ook omliggende gemeenten hebben een tarief vergelijkbaar met het nieuwe tarief dat wij gaan hanteren. Ondernemers kunnen het tarief doorrekenen aan de toeristen en (onder voorbehoud van besluitvorming raad) reeds hiermee rekening houden vanaf 2024.

2F. Leges vooroverlegplannen

We stellen voor om ook bij vooroverlegplannen, die om ambtelijke capaciteit vragen, via de leges de kosten in rekening te brengen bij de aanvrager van het overleg. 

 

3. Het inzetten van algemene dekkingsmiddelen 

Structureel weerstandsvermogen

In de begroting 2023 is een structureel weerstandsvermogen van € 1 miljoen opgenomen, om in onzekere financiële tijden een beroep op te kunnen doen. Deze structurele risicobuffer kunnen we inzetten voor ontwikkelingen zoals inflatie, rentestijgingen en het structurele effect van crisissituaties (opvang van vluchtelingen, energiecrisis). Gelet op de toegenomen (structurele) kosten voor energie (€ 0,8 miljoen in 2027) stellen we u voor om van het structureel weerstandsvermogen € 0,8 miljoen in te zetten.  

Incidenteel weerstandsvermogen

Het inzetten van incidenteel weerstandsvermogen is mogelijk door vrijval van een bestemmingsreserve of een onttrekking aan de algemene reserve. Aangezien voor bijna € 2,7 miljoen aan incidentele uitgaven in 2024 zijn opgenomen, is een onttrekking aan de algemene reserve van € 2,4  miljoen opgenomen om dit op te vangen.  De benodigde minimale hoogte van het weerstandsvermogen op basis van de risico inventarisatie bij de jaarrekening 2022 is € 11,7 miljoen. De verwachte actuele stand van de algemene reserve na het vaststellen van de jaarrekening 2022 is € 16 miljoen. Met een onttrekking van € 2,4 miljoen in 2024 blijven we boven het minimaal weerstandsvermogen en kunnen we in 2023 nog incidentele tegenvallers opvangen vanuit de algemene reserve.  Bij de Bestuursrapportage 2023 maken we een nieuwe prognose van het verloop van de algemene reserve, waarin ook het risico van de extra lasten voor TIM SV in 2023 wordt meegenomen.