Ontwikkelingen

Sociaal-maatschappelijke effecten corona

Terug naar navigatie - Sociaal-maatschappelijke effecten corona

De maatschappelijke effecten van de coronacrisis zijn nu al voelbaar en zichtbaar in de kwaliteit van ons leven, aldus het Sociaal Cultureel Planbureau (2020). Een toegenomen gevoel van eenzaamheid, een daling in psychisch welbevinden, een toenemende ziektelast en een minder gezonde leefstijl onder inwoners zijn voorbeelden hiervan. Ook de sociale gevolgen van de crisis worden steeds meer zichtbaar. Een groot risico is dat bestaande kwetsbare groepen relatief harder worden getroffen, met als gevolg een toename van sociale en economische ongelijkheid in de samenleving. Als gemeente zien wij op verschillende gebieden een rol voor onszelf om de nasleep van deze crisis voor onze inwoners en organisaties te verzachten.

Problemen jeugd
Vanuit de samenleving komen veel signalen over jongeren die kampen met (mentale) problemen door de beperkingen vanwege corona. Het gaat onder andere om somberheid, angst en eenzaamheid. Gemeenten hebben een rol in het oppakken van deze signalen. Dit zorgt voor extra kosten voor preventie en jongerenwerk. Vanuit het Rijk worden verschillende steunmaatregelen geboden om gemeenten hierin te ondersteunen.

Herstel lokale economie
De lokale economie is hard getroffen door de coronamaatregelen. Door de vaccinaties komt er weer perspectief voor onze ondernemers, maar de coronacrisis vraagt om flinke aanpassingen van het bedrijfsleven. De verwachting is dat de economische activiteit halverwege 2022 weer terug is op het pre-coronaniveau. De negatieve effecten van deze crisis op het (brede) welvaartsniveau ijlen evenwel langer na. Hoewel de regio Utrecht het relatief goed doet, verwachten wij nog geruime tijd extra capaciteit en middelen te moeten inzetten voor ondernemersdienstverlening, levendige kernen en de toekomstbestendigheid van economische gebieden.

Andere manier van (samen)werken
Door corona is thuiswerken voor veel inwoners en ondernemers de norm geworden, zo ook voor onze ambtelijke organisatie. Dit heeft direct gevolgen voor de wijze van huisvesting en reiskosten van het personeel. Wij houden rekening met het feit dat de gevolgen van de coronacrisis een blijvend effect hebben op onze manier van (samen)werken. Wij maken de effecten hiervan inzichtelijk, inclusief de daarbij horende financiële gevolgen.

 

Dienstverlening aan inwoners, ondernemers en organisaties

Terug naar navigatie - Dienstverlening aan inwoners, ondernemers en organisaties

Dienstverlening is meer dan alleen een informatiebalie en de gemeentelijke website. Naast een goede informatievoorziening is ook het aanbod van toegankelijke online-diensten en essentiële functies voor zorgbehoevenden (bijvoorbeeld voor de Wmo) van groot belang. In de keuzes die wij moeten maken houden we de dienstverlening aan de klant zo veel mogelijk intact. Bijstellingen op de dienstverlening worden pas als laatste middel ingezet om het financieel beeld sluitend te krijgen.

Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer
Naar verwachting wordt medio 2022 de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) ingevoerd. De WMEBV regelt dat inwoners en bedrijven hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen. Zij krijgen daarmee het recht om officiële berichten, zoals aanvragen voor vergunningen en bezwaarschriften, elektronisch aan het bestuursorgaan te zenden. Daarnaast verbetert hun rechtspositie in het digitale contact met de overheid.

Doorontwikkeling ambtelijke organisatie
In 2022 werken we verder aan de doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie, zoals gestart in 2020. De kern van deze veranderopgave is te komen tot een meer klantgerichte en slagvaardige organisatie, die op een innovatieve en efficiënte wijze samenwerkt met haar partners. Daarbij hoort ook snel kunnen inspelen op een continu veranderende samenleving. Wendbaarheid en flexibiliteit zijn hierbij sleutelwoorden. De samenwerking met onze partners in de regio vraagt ook om een andere manier van organiseren, waarbij werken en denken vanuit opgaven steeds centraler komt te staan.

Een ander belangrijk onderdeel van deze ontwikkelopdracht is het optimaliseren van de samenwerking binnen de ambtelijke organisatie. Elementen die hierbij een rol spelen zijn onder andere het optimaal bedienen van de klant, het bevorderen van een gewenste werkcultuur, het verbeteren van de bedrijfsvoering en sturing en de structuur van het management.

Nieuwe systematiek loonkostensubsidies
We zetten de doorontwikkeling van onze werkgeversdienstverlening voort en blijven de samenwerking met de regio versterken. Loonkostensubsidies (LKS) worden ingezet om inwoners, die vallen onder de banenafspraak, te helpen aan een betaalde baan. Het inzetten van LKS is geen doel op zich. Loonkostensubsidies zetten wij in als zij passend en helpend zijn voor de inwoner en werkgever.

Op 1 januari 2022 verandert de financieringssystematiek voor loonkostensubsidies. Per 2022 ontvangen wij een budget op basis van de realisatie van het jaar ervoor. De financiële gevolgen van deze wijziging zijn dus afhankelijk van onze eigen inspanningen en daarom op dit moment nog niet bekend.

Diverse ontwikkelingen sociaal domein Jeugd en Wmo
Juist in deze periode blijven wij investeren in de (mentale) gezondheid van onze inwoners en in het bijzonder die van onze jeugdige inwoners. De afronding in 2021 van een intensief aanbestedingstraject voor onder andere Jeugdhulp, biedt hiervoor goede mogelijkheden.

De nieuwe contractpartij voor Jeugdhulp en Wmo-begeleiding gaat in 2022 aan de slag. Hiermee gaan we de zorg en ondersteuning voor onze inwoners op een andere manier organiseren: op maat vanuit de leefwereld van de inwoner, integraal, zo normaal mogelijk en dichtbij huis. Hiermee maken we een grote stap naar voren in de transformatie van het sociaal domein in het normaliseren en demedicaliseren. Met het inrichten van sociale wijkteams dichtbij, laagdrempelig en in goede verbinding met het voorveld, verwachten we dat te doen wat nodig is om inwoners passende ondersteuning te bieden. We verwachten met deze integrale opdracht ook meer grip te krijgen op de kosten.

Wij werken voorts mee aan een belangrijke ontwikkeling op het gebied van de Jeugdbescherming. Door middel van een nieuwe werkwijze voor de Jeugdbescherming, die vooruitloopt op en aansluit bij de wetswijzigingen in de jeugdbeschermingsketen, verwachten we ook de kosten voor preventieve jeugdbescherming te beperken. We sturen op goede samenwerking en afspraken tussen de Jeugdbescherming en essentiële functies en de nieuwe contractpartij.

Voor Jeugdhulp en de Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen (MOBW) worden regiovisies ontwikkeld om de samenwerking op regionaal niveau te stimuleren. Dit gebeurt naar aanleiding van de Norm voor Opdrachtgeverschap die is vastgesteld door alle gemeenten. In de regiovisie wordt vastgelegd met welke doelen gemeenten samenwerken en hoe de governance formeel vorm krijgt.

Momenteel wordt een nieuwe Jeugdwet voorbereid waarin wordt bepaald welke zeer specialistische Jeugdhulp gemeenten gezamenlijk moeten inkopen op (boven)regionaal niveau. Dit wetstraject wordt waarschijnlijk in 2021 afgerond. Ook het nieuwe woonplaatsbeginsel wordt per 1 januari 2022 ingevoerd.

Leefomgeving

Terug naar navigatie - Leefomgeving

Nederland kent op dit moment een tekort van 285.000 woningen. Ook in Stichtse Vecht is er sprake van een tekort. Dit geldt ook voor de beschikbare werklocaties. De noodzaak om te bouwen is dan ook evident. Dit vraagt om een zorgvuldige inpassing in de bestaande ruimte. Onze leefomgeving moet nu en in de toekomst leefbaar, veilig en bereikbaar blijven. Wij werken daarom intensief samen met onze partners in de regio, stemmen onze onderlinge doelen en ambities op elkaar af en werken aan een gezamenlijk toekomstperspectief voor onze regio.

Uitvoering woonvisie
Wij voeren het uitvoeringsprogramma bij de actualisatie van de Woonvisie uit. Dit draagt bij aan een passende woningvoorraad. In regionaal verband doen wij mee aan de woondeal voor versnelling van de woningbouw.

 

Klimaatadaptatie
In 2022 nemen we maatregelen om de gevolgen van wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen te beperken. Deze maatregelen nemen we op basis van uitgevoerde stresstesten, risicodialogen en bestaand lokaal en regionaal beleid. Het budget voor klimaatadaptatie staat vastgelegd in het in 2021 vernieuwde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Met de uitvoering van klimaatadaptieve maatregelen komen we in aanmerking voor een financiële bijdrage vanuit de impulsregeling klimaatadaptatie van het Rijk.

 

Bereikbaarheid
We werken aan nieuw mobiliteitsbeleid dat uiterlijk begin 2022 ter besluitvorming aan de raad wordt aangeboden. Indien blijkt dat aanvullend budget nodig is voor de uitvoering hiervan, wordt dit betrokken bij de Kadernota 2023.

Evaluatie Cameratoezicht
In 2021 wordt een evaluatie uitgevoerd voor al het toezicht door openbare orde camera’s dat valt onder regie van de gemeente. Deze evaluatie geeft inzicht in de capaciteit, effectiviteit en efficiëntie van het toezicht. Indien er aanpassingen nodig zijn, realiseren we binnen de bestaande budgetten dekking voor de extra kosten.

Afval
In 2022 gaan wij verder met de uitvoering van omgekeerd inzamelen. We starten met de invoering hiervan in Maarssenbroek en in Kockengen. Daarnaast ronden we de werkzaamheden af in Maarssen, Oud-Zuilen, Tienhoven en het bijbehorende buitengebied.

Voor wat betreft het nieuwe afvalscheidingsstation/gemeentewerf en Kansis Groen, wordt eind 2021 een voorkeurslocatie met bijbehorende kredietaanvraag voorgelegd aan de raad.

Gewijzigde wetgeving

Terug naar navigatie - Gewijzigde wetgeving

Gelijke en correcte behandeling van onze inwoners en organisaties is een belangrijke vereiste om onze taken als gemeente uit te kunnen voeren. Om willekeur te voorkomen zijn we gebonden aan diverse wetten en regels. Nieuwe of wijzigende wetgeving heeft effect op hoe de gemeente haar taken uitoefent. Daarnaast krijgen we regelmatig nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Ook komende periode zien we nieuwe wetgeving tegemoet waar wij met ons beleid op inspelen.

Omgevingswet
In 2022 is de Omgevingswet naar verwachting van kracht geworden. Aan de hand van zogenaamde omgevingsprogramma’s, werken wij belangrijke opgaven verder uit. Dit doen wij op basis van de Omgevingsvisie die nog in de loop van dit jaar aan uw raad ter besluitvorming wordt voorgelegd. Bovendien zetten wij de komende jaren bestemmingsplannen gefaseerd en gestandaardiseerd om in omgevingsplannen. De dienstverlening aan inwoners en ondernemers verbeteren wij werkende weg.

 

Wet open overheid
De Wet open overheid (Woo) is bedoeld om overheden transparanter te maken en moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Het grote verschil tussen de Woo en de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is de actieve openbaarmaking van overheidsinformatie. De Woo zal waarschijnlijk in 2023 in werking treden. De jaren daarna moeten steeds meer soorten overheidsinformatie actief openbaar worden gemaakt.

 

Aanpak Mensenhandel
In 2022 moet elke gemeente een duidelijke aanpak mensenhandel hebben en moet deze geborgd zijn. De uitvoering van deze aanpak brengt mogelijk extra kosten met zich mee. De hoogte hiervan is op dit moment nog niet in beeld, omdat deze aanpak nog niet gereed is.

Participatiewet
In het voorjaar van 2021 is een wetsvoorstel geagendeerd bij de Tweede Kamer, die uiting geeft aan het Breed Offensief (een brede agenda). Dit wetsvoorstel betreft wijzigingen in onder andere de Participatiewet, waarmee meer mensen met een handicap aan een baan worden geholpen en aan het werk blijven. Voorbeelden hiervan zijn de vereenvoudiging van de loonkostensubsidie voor werkgevers en de harmonisering van re-integratie-instrumenten met andere gemeenten. Bij aanname van het wetsvoorstel voeren wij deze wijzigingen ook door in onze gemeentelijke uitvoering.

Naar verwachting komen extra middelen beschikbaar vanuit het Rijk om deze wijzigingen door te voeren en voor het bieden van aanvullende ondersteuning aan werkgevers en werkzoekenden. De omvang van de extra middelen voor Stichtse Vecht en de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen, zijn op dit moment nog niet bekend.

Nieuwe wet inburgering
Per 1 januari 2022 is de Nieuwe Wet inburgering van kracht. Gemeenten krijgen vanaf dat moment een regierol op de uitvoering van de inburgering. We zetten hiertoe de samenwerking met onze lokale partners voort. In U16-verband kopen we gezamenlijk het Taalonderwijs en het aanbod Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) in. Door deze samenwerking beperken wij de kosten en verwachten wij binnen bestaande budgetten een passend aanbod mogelijk te maken. Daarnaast nemen we deel aan samenwerkingstrajecten in (sub)regionaal verband (U16 en Utrecht West) wanneer dit voordelen oplevert voor onze inburgeraars.

Nieuwe Cao gemeenten
De onderhandelingen voor een nieuwe cao zijn in volle gang. De huidige ontwikkelingen rondom flexibeler werken in de toekomst zijn onderdeel van deze onderhandelingen. Als de cao wordt vastgesteld, zal deze als autonome ontwikkeling worden opgenomen in de Programmabegroting. We houden vooralsnog rekening met een stijging van 2%.

Financiële onzekerheid

Terug naar navigatie - Financiële onzekerheid

Al jaren kampen gemeenten met een ontoereikende bijdrage vanuit het Rijk om alle wettelijke taken goed uit te kunnen voeren. De nood is hoog en een structureel hogere bijdrage is op korte termijn noodzakelijk om te voorkomen dat gemeentelijke tekorten de komende jaren verder oplopen. De grootste kostenstijging zien we rond de Jeugdzorg. Op dit moment zijn de stijgingen nog niet altijd in te schatten. Deze worden gaandeweg duidelijk.

Toename zorgkosten
De coronamaatregelen zijn mede de oorzaak van de toenemende kosten voor de jeugdhulp en de Wmo. Hiervoor zijn drie redenen: ten eerste kunnen zorgaanbieders minder effectief zorg verlenen. Dit komt onder andere door videobellen waardoor trajecten langer duren. Ten tweede is er een toename van problematiek rondom angst, depressie en crisis. Een derde reden is dat afschalen en afronden van trajecten minder snel gebeurt, omdat hulpverleners het risico niet durven nemen om in deze tijd hun cliënten los te laten. Dit alles draagt eraan bij dat trajecten langer duren en intensievere en duurdere zorg nodig is. Wij hebben de eerste inschatting van deze kostenstijging in deze kadernota betrokken.

Tekorten Jeugdhulp
Alle gemeenten in Nederland hebben te maken met forste tekorten voor de Jeugdhulp, zo ook Stichtse Vecht. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is onderzocht hoe groot deze tekorten zijn en wat de oorzaak is. Dit onderzoek (uitgevoerd door AEF) toont aan dat in alle gemeenten het gebruik en de kosten voor Jeugdhulp de afgelopen jaren fors zijn gestegen. In totaal hebben gemeenten een tekort van € 1,6 tot 1,8 miljard. Dit tekort wordt verklaard doordat jeugdhulptrajecten langer duren en er minder uitstroom is dan instroom.

Ook in Stichtse Vecht kunnen wij de autonome groei in de kosten van Jeugdhulp onvoldoende ombuigen met de genomen kostenbeheersingsmaatregelen. De toenemende kosten voor Jeugdhulp in Stichtse Vecht komen met name voort uit langere trajecten en minder door stijging van het aantal cliënten dat een beroep doet op Jeugdhulp. Er is sprake van toenemende complexe en zware problematiek, waarvoor duurdere zorg nodig is. Dit komt overeen met de uitkomsten van het eerdergenoemde onderzoek, waarin is aangetoond dat het jeugdhulpgebruik en de kosten voor de Jeugdhulp de afgelopen jaren met 16% zijn gestegen.

De conclusies uit dit onderzoeksrapport zijn aanleiding voor gesprekken tussen de gemeenten (VNG) en het Rijk voor een passende financiering van het Sociaal Domein. In de loop van 2021 wordt duidelijk of en hoeveel budget het Rijk extra beschikbaar stelt aan gemeenten om deze tekorten aan te pakken. Ook wordt duidelijk of landelijk aanvullende maatregelen worden genomen om het gebruik van Jeugdhulp te beperken. De keuzes worden na de formatie van het nieuwe kabinet in de Programmabegroting 2022 vastgelegd. Mogelijk leidt dit tot structureel meer budget voor het sociaal domein. Vooruitlopend ramen wij de rijksbijdrage Jeugdzorg van € 800.000 structureel. De is conform de afspraak die hierover gemaakt is met de provincie.

Effect woningtekort op sociaal domein
Een tekort aan geschikte woningen in combinatie met dubbele vergrijzing én de wens van inwoners om langer zelfstandig te blijven wonen, leidt tot een toename van het aantal (dure) woningenaanpassingen binnen de Wmo. Dit is vaak de enige mogelijkheid om een inwoner met een beperking te compenseren. Daarom nemen de kosten voor woningaanpassingen naar verwachting toe. Het gebrek aan geschikte woningen bemoeilijkt op termijn ook de huisvesting van inwoners uit de doelgroep Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen (MOBW).

Khonraad
Voor de huisverboden, crisismaatregelen en verkennend onderzoek sluiten wij aan bij een systeem genaamd Khonraad. Met de invoering van de Wet Verplichte ggz (WVGGZ) zijn deze kosten voor het systeem verhoogd. Voor deze kosten realiseren we dekking binnen de bestaande budgetten.

Energietransitie
Bestuurders van de energieregio U16 hebben in april als resultaat van een mediationtraject opnieuw het vertrouwen in elkaar uitgesproken om de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 in gezamenlijkheid verder uit te werken. De eerder uitgesproken regionale ambitie van 1,8 terrawattuur (TWh) is daarbij ongewijzigd gebleven.

De daaraan gekoppelde energietransitie-opgave voor Stichtse Vecht leidt echter wel tot extra benodigde capaciteit en middelen vanaf 2022. Er ontstaat dan een krapte in de financiële begroting, omdat de middelen vanuit het Rijk dan eindigen. Daarnaast is nog niet bekend of gemeenten de kosten van de energietransitie en het aardgasvrij maken van woningen gecompenseerd krijgen vanuit het Rijk. Hierover lopen nog onderhandelingen tussen het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Als deze kosten niet gecompenseerd worden, zijn wij genoodzaakt om hierop bij te sturen en in het uiterste geval diverse activiteiten die voorvloeien uit het Klimaatakkoord, te beëindigen.

 

Openbare ruimte
In 2022 willen wij een grote verbeterslag doorvoeren op het onderhoud van de openbare ruimte. Dit doen wij door niet langer te werken met één integrale aannemer, maar door vijf deelbestekken (groen, reiniging verhardingen, bomen, bermen- & watergangen en spelen) apart aan te besteden, zodat we volgend jaar op basis van goede bestekken het onderhoud van onze openbare ruimte en dienstverlening weer op het gewenste niveau brengen.

Tot dat moment voeren wij de werkzaamheden uit op basis van overbruggingsovereenkomsten. Uitvoering hiervan blijft gebaseerd op bestaand beleid en wordt gefinancierd vanuit regulier budget.

 

Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) & Vastgoedbeheer
We streven naar een compacte en strategisch waardevolle vastgoedportefeuille die bijdraagt aan onze maatschappelijke beleidsdoelstellingen. Om richting te geven aan deze ambitie zijn in november 2020 de Vastgoednota 2020 en het Beheerplan gemeentelijke vastgoedbeheer 2020-2029 vastgesteld.

Als onderdeel hiervan maken wij (her)ontwikkelingsplannen voor verschillende gebouwen. Voor het maken van een gedegen kosten- en batenanalyse is het noodzakelijk om de meerjarige onderhoudslasten van deze gebouwen in beeld te hebben. Deze onderhoudslasten zijn in 2020 niet inzichtelijk gemaakt. Daarnaast zijn de onderhoudslasten van enkele andere gebouwen in 2020 niet in beeld gebracht. Voor het bepalen van de meerjarige onderhoudslasten verstrekken wij eenmalig een opdracht aan een onderzoeksbureau om deze meerjarige onderhoudslasten in beeld te brengen. De financiële effecten hiervan zijn op dit moment nog niet inzichtelijk.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden & Plassenschap Loosdrecht e.o.
De vormgeving van de recreatietaken in de regio staat al lang ter discussie. De complexe governance van de recreatietaken en de ingewikkelde financiële structuur vormen hiervoor de aanleiding. Begin dit jaar heeft de raad een zienswijze gegeven op de richtinggevende uitspraken van de gezamenlijke besturen van het Recreatieschap en het Plassenschap over de toekomstige samenwerking van de recreatieschappen.
Sinds begin 2021 wordt er vanuit deze lijn een keuze gemaakt over het toekomstperspectief van de uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland. Voordat er een definitief besluit kan worden genomen, dienen de juridische-, personele- en financiële consequenties hiervan uitwerkt te worden. De Provincie Utrecht organiseert dit proces in 2021. Bij Recreatie Midden-Nederland staat dit transitieproces als een PM-Post op de begroting. Dit transitieproces heeft financiële gevolgen die momenteel nog niet inzichtelijk zijn.

Bijdrage aan Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHC VV)
De begroting van het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHC VV) moet nog door de deelnemende gemeenten vastgesteld worden. Op dit moment is nog niet bekend welke keuzes hierbij gemaakt worden. Vooruitlopend op de definitieve begroting is nog niet in te schatten met welke financiële gevolgen we rekening moeten houden in 2022 en verder. In verband met de aangekondigde uittreding van de gemeente Weesp worden er scenario’s ontwikkeld voor de toekomstbestendigheid van het RHC.

Overlast door verhuur
Op 17 november 2020 is uw raad in de informatieve commissie I geïnformeerd over de problematiek “oneigenlijk gebruik van woningen“ en de wijze waarop deze problematiek verder ter hand wordt genomen. Het gaat daarbij niet alleen om overlast door verhuur maar ook over de vraag hoe we in Stichtse Vecht om willen gaan met huisvesting voor arbeidsmigranten. Uw raad is toegezegd dat ons college medio dit jaar inzicht geeft in de gewenste maatregelen en de eventuele kosten die daarmee gepaard gaan. Via de Programmabegroting zullen wij uw raad indien nodig aanvullende voorstellen doen.